Het deed me genoegen om ettelijke mede-sofen te ontmoeten: een omnisoof, een filosofreak, een megasoof. Hallo luitjes, hier is dan de humanosoof.

Het is natuurlijk ook de belangrijkste aller Grote vragen: wie zijn wij? Omdat noch de humanisten noch de filosofen ook maar een begin maken met het vinden van het antwoord, terwijl het toch niet zo moeilijk is bij enig nadenken, noem ik mij uit balorigheid humanosoof.
Ik vind het verschil namelijk nogal voor de hand liggen: wij hebben namen voor de dingen en dat heeft geen enkele andere soort. Als er een soort was die dat ook had, zouden wij dat al lang hebben moeten merken en ondervinden. Want het beschikken over namen voor de dingen doet iets met een dier.
Een naam (symbool, woord) voor een ding is iets anders dan het ding in de natuurlijke omgeving zelf. Als ik zeg 'hamer', dan hebt u meteen een algemeen beeld van een hamer in gedachte - terwijl er nergens een echte hamer te bekennen valt. Een naam (symbool, woord) is een mentaal handvatje aan het denkbeeld 'hamer' in mijn hoofd; daarmee 'grijp' ik het denkbeeld en typ het hier op het forum; u die dit leest, 'grijpt' het, 'vat' het en zie: nu heeft ook u het denkbeeld ‘hamer’ in gedachte.
Dit nu kan geen enkel ander dier: het met zijn soortgenoten hebben over iets wat niet in de omgeving waarneembaar is: iets op een verre plek of zelfs in een ander seizoen. Dat kunstje hebben onze vroegste voorouders zo’n vier miljoen jaar geleden schat ik, voor het eerst ontdekt. Mijn mede-sofen roepen nu: kom zeg, humanosoof, andere dieren hebben dat ook, hoor – en dan denken ze aan de meerkatten die aparte waarschuwingskreten hebben voor [slang!] of voor [roofvogel!] . Ze wijzen op de voedselkreten van de chimpansees voor [vrucht!], en een andere voor [vlees!]; en ze wijzen op de communicatie van groepsdieren als dolfijnen en olifanten. Heel frappant allemaal, en ik voeg er aan toe dat die niet eens groepsdieren zouden kunnen zijn als ze niet zouden beschikken over de soort-eigen manier van communiceren. Maar … al die ‘kretologie’ wordt geproduceerd als respons bij het gewaarworden van de stimulus, niet als een overdracht van een denkbeeld. Een chimpansee kan de [vlees!]-kreet niet produceren om aan zijn verzorger te kennen te geven dat hij trek heeft in een biefstukje. En hij kan die kreet ook niet ‘binnenhouden’ als hij een biefstukje ziet (desnoods op tv) of ruikt.
Nee, wij zijn door die uitvinding van ‘namen voor de dingen’ heel aparte dieren geworden. Alle overige unieke karakteristieken welke ons van onze mededieren zijn gaan onderscheiden, zoals de mens gebruikt gereedschap, de mens maakt vuur, de mens heeft een zelfbeeld, de mens kent zijn eigen sterfelijkheid, de mens kan zich in een ander inleven, de mens kan schriftelijk communiceren, de mens ziet relatie tussen oorzaak en gevolg, de mens kan spreken, de mens heeft humor, de mens is intelligent en de mens heeft een ziel, et cetera, zijn allemaal secundair, zijn allemaal gevolgen van die ene primaire uitvinding van (ik schat) vier miljoen jaar geleden.
Waarom dat zo uniek was en waarom, als een andere soort dat ook zou hebben ontdekt, wij dat al lang zouden hebben gemerkt of ondervonden, dat wordt een beetje een te lang verhaal voor deze reactie. Daarvoor verwijs ik dan liever naar een van mijn teksten, zoals “Taligheidshypothese”, of “Ons Scheppingsverhaal”, of “Eva en Adam”, te vinden als je ‘mens2000’ googelt.