Residualiteit
Residualiteit
Zizek werpt in een van zijn vele debatten, deze in de New York Public Library met Bernard-Henry Levi, de vraag op, wat er nog over is van het object van consumptie als we haar als het ware niet langer meer door de lens bekijken van Marx' functionele waarde, of Baudrillard's symbolische waarde, maar door de lens van haar depolitisatie. Zoals Zizek wel vaker doet in zijn common-sense reversals, demonstreert hij de bizarre logica van hoe de wereld zich vandaag de dag aan ons presenteert. Waar een goed doel steunen voorheen nog enige politieke diepgang of dimensie leek te hebben, is ze tegenwoordig enkel een leeg gebaar. Ze wijst niet langer meer naar het externe, maar naar het interne; naar onze zelf-verbetering, in het tijdperk van de self-help. Zizek schetst ook het voorbeeld van de stoere auto, die men niet langer meer rijdt om van A naar B te komen of om te laten zien dat men meer geld bezit dan iemand met een oude bak, nee, we rijden de auto, omdat het bijdraagt aan onze zelf-verbetering. Elke kop koffie bij Starbucks doet ons denken dat we weer een beetje hebben bijgedragen aan de verbetering van de wereld, en op deze manier worden we gerust gesteld dat het allemaal wel oké is, dat het allemaal wel meevalt. Kortom, zaken die zich als belangrijk aan ons moderne om-de-wereld-bezorgde-bewustzijn opdringen, worden in de lunchpauze als het ware als koffie en melk bij de koffie gegooid, zodat we ons daarna gewoon weer bezig kunnen houden met het 9-to-5 ritueel. Opium of the people.
Die bizarre logica van de objecten is natuurlijk iets wat Baudrillard in zijn tijd ook heeft gefascineerd. Bijvoorbeeld, hoe de dingen radicaal transformeren als ze voorbij bepaalde barrieres worden gedrukt. Hoe het sociale transformeert naar de communicatie en daarbij al haar inhoud verliest en inruilt voor schijn en de seductieve macht van de simulatie. Zo zag ik op het nieuws dat, onder het paradigmatische thema van 'economische crisis', videoconferencing enorm aan belangstelling lijkt te winnen. Men hoeft dan niet in het vliegtuig te stappen, en dus ook niet het milieu te vervuilen, om naar een zakenpartner te gaan, nee, men zet simpelweg een zaal op met een groot videoscherm en praat dan live, volledig real-time (volgens Virilio wint real-time het van real-space; niet alleen beweging is dadelijk irrelevant, maar ook de ruimte zelf), met die of geen. Een nieuwe stap richting de creatie van een simulacrum, de fase die nog komen moet gaan (wat ben ik toch optimistisch), een voorbij het sociale, en ook vóórbij de communicatie. Dit simulacrum beantwoordt enkel aan de simulatieve logica van de wetenschappelijke formule en haar zelf-referentiele hulpmiddelen als de enquete en het experiment (zo heeft men laatst ondekt dat, als men duiven niet voedt, deze er na een aantal dagen slechter aan toe zijn dan duiven die men wèl voedt - een triomf voor een wetenschap gecontronteerd met de verdwijning van haar eigen object van studie, de werkelijkheid. In dit opzicht is de wetenschap van dezelfde orde als de pornografie, welke is geconfronteerd met de verdwijning van iedere vorm van seksualiteit*). Het idee achter videoconferencing is dan ook dat men ook het non-verbale aspect van de socialisatie moet betrekken bij een serieuze vervanger voor het elkaar werkelijk ontmoeten - elkaar zien op een scherm is dan uiteraard méér dan voldoende. Lessen van het situationisme worden even makkelijk vergeten: het virtuele en het echte worden simpelweg genivelleerd. In een schaduwwereld kan men hier ook daadwerkelijk mee wegkomen, juist omdat wat echt is enkel nog wordt gedicteerd door de databank. Kan men het niet registeren, dan is het per definitie niet werkelijk.
Dit was eigenlijk ook het lot van God, welke als eerste te lijden kreeg onder een heel ander paradigma, namelijk die van het positivisme. Baudelaire merkte heel goed op dat God het enige wezen is dat niet daadwerkelijk hoeft te bestaan om invloed uit te kunnen oefenen, en dit is denk ik de status van de werkelijkheid in suspense op het huidige moment. Het is de Platonische werkelijkheid, binnenstebuiten; het echte refereert niet aan de idee, maar de idee aan de werkelijkheid. Mathematetische perfectie overheerst sterk het particuliere, dat zich in alle spontaniteit kan manifesteren, en tegenwoordig enkel nog zijn equivalentie kent in de catastrofe. Vandaar ook dat er altijd een ramp op de achtergrond moet draaien om te functioneren als garantie voor het nog aanwezig zijn van een werkelijkheid om aan te refereren, want referentie, of de legitimitie, is, zonder twijfel, de equivalent van de rol van het geloof bij God. Het is, en blijft, onverdraagbaar dat de wetenschap zich net zo min kan funderen als dit geloof, een, meen ik, existentiele spanning die nu ook weer op scherp staat dankzij de folder van Darwin versus het creationisme. Waar een gelovige telkens verder regresseert richting simpel geloof, tracht de persoon van het zogenaamd rationele nog steeds om dit te vermijden, maar het lukt hem niet. De gelovige is voor de man van de ratio wat de Indiaan was voor de Katholieke Spanjaarden: een nare herinnering van het onmogelijke karakter van de claim tot universalisme. Dit is de poststructuralistische nachtmerrie die velen in hun dromen verstoord; de destabilisatie van betekenis en coherentie zorgt voor een wereld waarin niemand zeker kan zijn van zijn zaak, en dit is wat het populistisch relativisme als escape flink in de hand werkt. Ook deze schiet volledig aan zijn doel voorbij: relativisme impliceert een object om relatief aan te zijn. De vraag van het relativisme is altijd, relativistisch, tegenover wat? Dit absolute is voor mij juist de verloren realiteit waar Baudrillard over spreekt. Ze is het residu van een onoplosbare paradox.
In de semiotiek en linguistiek komt dit residu sterk naar voren, in de belangrijke vraag, wat de definitie van een woord precies is. Juist in de filosofie stelt men vaker de vraag naar de betekenis van een bepaald woord, iets wat voor mij enkel tijdverspilling in kan houden. Het is structuralistische propaganda te geloven dat een woord werkelijk een definitie kan hebben, dat een woord gelijk kan zijn aan een set andere woorden, dat er zoiets bestaat als een gesloten, zichzelf dragend, systeem van taal. Wat voor een metatheoretische natte dromen hebben mensen op dit punt wel niet? Gelukkig voor deze signofielen is het overduidelijk dat het woord zon niet gelijk staat aan een werkelijke zon, want anders zouden ze zeker proberen dit vol te houden. Aristoteles ondervond al het probleem van de definitie, en het is dan ook met hem dat alle pretenties van deze pseudo-problematiek in de prullenmand had moeten verdwijnen. De kern van een woord, ligt, dunkt mij, precies in het onbenaderbare residu wat men overhoudt als men een woord tracht op te breken in verschillende componenten, die elk weer hun eigen verklaringen nodig hebben, en zo voorts, ad infinitum. Dit transcendente residu werkt als garantie voor het los van onze gevaarlijke wanen en fantasien functioneren van de taal, net als dit opgaat bij de schaduw-catastrofe als garantie voor het bestaan van de werkelijkheid, en net als geloof bij het bestaan van God. Haar irrationele dimensie legt juist bloot dat we hier te maken hebben met iets wat onuitdrukbaar is en alleen beantwoord aan haar eigen interne logica, die voor ons nauwelijks te benaderen is. Zou dit niet zo zijn, dan zou de mens inderdaad de gehele werkelijkheid kunnen vervangen voor een kunstmatige simulatie.
Dit residu wordt, in kapitalistisch opzicht, vooral libidinaal geinvesteerd. Bepaalde tendenzen op het gebied van het consumerisme leggen dit principe bloot. Het residu waar we het hier dan over hebben speelt zich binnen de consument natuurlijk af op de plek waar hij zelf niet bij kan: het pure, radicale onderbewuste (niet het mystische new-age onderbewuste; hoe onderbewust kan iets zijn wat wel degelijk bewust benaderbaar is?). Ook hier maakt Zizek een rake opmerking, wederom in zijn debat met Henri Levy - namelijk hoe bedreigend de zogenaamd bevrijdende liberale democratie wel niet was voor sommige Balkan-revolutionairen. Want juist binnen die liberale democratie zou het niet langer meer mogelijk zijn vrouwen naar willekeur te verkrachten, en zich volledig over te geven aan wat voor beestelijke verlangens dan ook. Maar waar verdwijnt deze libidinale energie dan naartoe? Ze externaliseert zich, ze neemt de vorm van object van verlangen aan, en het belangrijkste: binnen kapitalistische orde is ze te koop. Vandaar ook de seductieve macht van producten. Vandaar ook dat we ons bekeken voelen als we op deze manier libidinaal investeren; net als op het niveau van het seksuele is er, als we ons inlaten met de charme van het product en haar ala symbolische functie tentoonstellen sprake van schaamte, maar wel van 'stoute' schaamte, uiteraard. Voyeurisme, sadisme, masochisme - allemaal toepasbaar binnen het libidinale consumentalisme binnen onze liberale democratische samenleving. Dat al miljoenen mensen Paris Hilton bezig hebben gezien spreekt in dit opzicht boekdelen. Pornografie is dan ook een vereiste om een samenleving als de onze te laten functioneren, net als voetbal, de film en de auto. Er moeten gecontroleerde element van transgressie aanwezig zijn, waarbij de kans op straf altijd potentieel aanwezig moet zijn. De meester-slaaf relatie van onze tijd.
* Zie ook:
Van mijn blog op: http://sadocles.livejournal.com/
Die bizarre logica van de objecten is natuurlijk iets wat Baudrillard in zijn tijd ook heeft gefascineerd. Bijvoorbeeld, hoe de dingen radicaal transformeren als ze voorbij bepaalde barrieres worden gedrukt. Hoe het sociale transformeert naar de communicatie en daarbij al haar inhoud verliest en inruilt voor schijn en de seductieve macht van de simulatie. Zo zag ik op het nieuws dat, onder het paradigmatische thema van 'economische crisis', videoconferencing enorm aan belangstelling lijkt te winnen. Men hoeft dan niet in het vliegtuig te stappen, en dus ook niet het milieu te vervuilen, om naar een zakenpartner te gaan, nee, men zet simpelweg een zaal op met een groot videoscherm en praat dan live, volledig real-time (volgens Virilio wint real-time het van real-space; niet alleen beweging is dadelijk irrelevant, maar ook de ruimte zelf), met die of geen. Een nieuwe stap richting de creatie van een simulacrum, de fase die nog komen moet gaan (wat ben ik toch optimistisch), een voorbij het sociale, en ook vóórbij de communicatie. Dit simulacrum beantwoordt enkel aan de simulatieve logica van de wetenschappelijke formule en haar zelf-referentiele hulpmiddelen als de enquete en het experiment (zo heeft men laatst ondekt dat, als men duiven niet voedt, deze er na een aantal dagen slechter aan toe zijn dan duiven die men wèl voedt - een triomf voor een wetenschap gecontronteerd met de verdwijning van haar eigen object van studie, de werkelijkheid. In dit opzicht is de wetenschap van dezelfde orde als de pornografie, welke is geconfronteerd met de verdwijning van iedere vorm van seksualiteit*). Het idee achter videoconferencing is dan ook dat men ook het non-verbale aspect van de socialisatie moet betrekken bij een serieuze vervanger voor het elkaar werkelijk ontmoeten - elkaar zien op een scherm is dan uiteraard méér dan voldoende. Lessen van het situationisme worden even makkelijk vergeten: het virtuele en het echte worden simpelweg genivelleerd. In een schaduwwereld kan men hier ook daadwerkelijk mee wegkomen, juist omdat wat echt is enkel nog wordt gedicteerd door de databank. Kan men het niet registeren, dan is het per definitie niet werkelijk.
Dit was eigenlijk ook het lot van God, welke als eerste te lijden kreeg onder een heel ander paradigma, namelijk die van het positivisme. Baudelaire merkte heel goed op dat God het enige wezen is dat niet daadwerkelijk hoeft te bestaan om invloed uit te kunnen oefenen, en dit is denk ik de status van de werkelijkheid in suspense op het huidige moment. Het is de Platonische werkelijkheid, binnenstebuiten; het echte refereert niet aan de idee, maar de idee aan de werkelijkheid. Mathematetische perfectie overheerst sterk het particuliere, dat zich in alle spontaniteit kan manifesteren, en tegenwoordig enkel nog zijn equivalentie kent in de catastrofe. Vandaar ook dat er altijd een ramp op de achtergrond moet draaien om te functioneren als garantie voor het nog aanwezig zijn van een werkelijkheid om aan te refereren, want referentie, of de legitimitie, is, zonder twijfel, de equivalent van de rol van het geloof bij God. Het is, en blijft, onverdraagbaar dat de wetenschap zich net zo min kan funderen als dit geloof, een, meen ik, existentiele spanning die nu ook weer op scherp staat dankzij de folder van Darwin versus het creationisme. Waar een gelovige telkens verder regresseert richting simpel geloof, tracht de persoon van het zogenaamd rationele nog steeds om dit te vermijden, maar het lukt hem niet. De gelovige is voor de man van de ratio wat de Indiaan was voor de Katholieke Spanjaarden: een nare herinnering van het onmogelijke karakter van de claim tot universalisme. Dit is de poststructuralistische nachtmerrie die velen in hun dromen verstoord; de destabilisatie van betekenis en coherentie zorgt voor een wereld waarin niemand zeker kan zijn van zijn zaak, en dit is wat het populistisch relativisme als escape flink in de hand werkt. Ook deze schiet volledig aan zijn doel voorbij: relativisme impliceert een object om relatief aan te zijn. De vraag van het relativisme is altijd, relativistisch, tegenover wat? Dit absolute is voor mij juist de verloren realiteit waar Baudrillard over spreekt. Ze is het residu van een onoplosbare paradox.
In de semiotiek en linguistiek komt dit residu sterk naar voren, in de belangrijke vraag, wat de definitie van een woord precies is. Juist in de filosofie stelt men vaker de vraag naar de betekenis van een bepaald woord, iets wat voor mij enkel tijdverspilling in kan houden. Het is structuralistische propaganda te geloven dat een woord werkelijk een definitie kan hebben, dat een woord gelijk kan zijn aan een set andere woorden, dat er zoiets bestaat als een gesloten, zichzelf dragend, systeem van taal. Wat voor een metatheoretische natte dromen hebben mensen op dit punt wel niet? Gelukkig voor deze signofielen is het overduidelijk dat het woord zon niet gelijk staat aan een werkelijke zon, want anders zouden ze zeker proberen dit vol te houden. Aristoteles ondervond al het probleem van de definitie, en het is dan ook met hem dat alle pretenties van deze pseudo-problematiek in de prullenmand had moeten verdwijnen. De kern van een woord, ligt, dunkt mij, precies in het onbenaderbare residu wat men overhoudt als men een woord tracht op te breken in verschillende componenten, die elk weer hun eigen verklaringen nodig hebben, en zo voorts, ad infinitum. Dit transcendente residu werkt als garantie voor het los van onze gevaarlijke wanen en fantasien functioneren van de taal, net als dit opgaat bij de schaduw-catastrofe als garantie voor het bestaan van de werkelijkheid, en net als geloof bij het bestaan van God. Haar irrationele dimensie legt juist bloot dat we hier te maken hebben met iets wat onuitdrukbaar is en alleen beantwoord aan haar eigen interne logica, die voor ons nauwelijks te benaderen is. Zou dit niet zo zijn, dan zou de mens inderdaad de gehele werkelijkheid kunnen vervangen voor een kunstmatige simulatie.
Dit residu wordt, in kapitalistisch opzicht, vooral libidinaal geinvesteerd. Bepaalde tendenzen op het gebied van het consumerisme leggen dit principe bloot. Het residu waar we het hier dan over hebben speelt zich binnen de consument natuurlijk af op de plek waar hij zelf niet bij kan: het pure, radicale onderbewuste (niet het mystische new-age onderbewuste; hoe onderbewust kan iets zijn wat wel degelijk bewust benaderbaar is?). Ook hier maakt Zizek een rake opmerking, wederom in zijn debat met Henri Levy - namelijk hoe bedreigend de zogenaamd bevrijdende liberale democratie wel niet was voor sommige Balkan-revolutionairen. Want juist binnen die liberale democratie zou het niet langer meer mogelijk zijn vrouwen naar willekeur te verkrachten, en zich volledig over te geven aan wat voor beestelijke verlangens dan ook. Maar waar verdwijnt deze libidinale energie dan naartoe? Ze externaliseert zich, ze neemt de vorm van object van verlangen aan, en het belangrijkste: binnen kapitalistische orde is ze te koop. Vandaar ook de seductieve macht van producten. Vandaar ook dat we ons bekeken voelen als we op deze manier libidinaal investeren; net als op het niveau van het seksuele is er, als we ons inlaten met de charme van het product en haar ala symbolische functie tentoonstellen sprake van schaamte, maar wel van 'stoute' schaamte, uiteraard. Voyeurisme, sadisme, masochisme - allemaal toepasbaar binnen het libidinale consumentalisme binnen onze liberale democratische samenleving. Dat al miljoenen mensen Paris Hilton bezig hebben gezien spreekt in dit opzicht boekdelen. Pornografie is dan ook een vereiste om een samenleving als de onze te laten functioneren, net als voetbal, de film en de auto. Er moeten gecontroleerde element van transgressie aanwezig zijn, waarbij de kans op straf altijd potentieel aanwezig moet zijn. De meester-slaaf relatie van onze tijd.
* Zie ook:
Van mijn blog op: http://sadocles.livejournal.com/
10 juni 2008 was je vorige artikel op je website.
Een gaatje tot 27 februari 2009. En een gaatje sinds je vorige bezoek op dit forum.
Is er nog iets veranderd in filosofisch of ander opzicht?
Met andere woorden:
Hoe is het met je en waar zit je? (Al of niet in, boven, uit of in ander perspectief tot het komende simulacrum? Optimist?)
Een gaatje tot 27 februari 2009. En een gaatje sinds je vorige bezoek op dit forum.
Is er nog iets veranderd in filosofisch of ander opzicht?
Met andere woorden:
Hoe is het met je en waar zit je? (Al of niet in, boven, uit of in ander perspectief tot het komende simulacrum? Optimist?)
"Eruditie is alleen weggelegd voor loosers".
(Umberto Eco: Het Nul-Nummer)
(Umberto Eco: Het Nul-Nummer)
Ik was een paar maanden on-the-road in Azië, want als filosoof moet je niet te lang binnen zitten, dan verlies je het contact tussen jezelf en 'de wereld', een contact dat al zeer vaag en zwak is, meen ik. Tijdens deze tijd heb ik niet teveel nagedacht, maar vooral opgenomen.
Ik zit in nog precies dezelfde hoek qua filosofische stellingname (zoals je wel kunt merken, denk ik), niet omdat het de hoek is die het beste te verdedigen is, maar omdat het de hoek is de me het meeste plezier geeft. Vandaar ook nog steeds mijn onsamenhangde manier van schrijven, want ik wil eigenlijk niet echt één centraal punt bewijzen, maar eerder de diffuse natuur van het 'punt' opmerken.
Oftewel, ik ben nog steeds een beetje aan het playdohen. :greins:
Ik zit in nog precies dezelfde hoek qua filosofische stellingname (zoals je wel kunt merken, denk ik), niet omdat het de hoek is die het beste te verdedigen is, maar omdat het de hoek is de me het meeste plezier geeft. Vandaar ook nog steeds mijn onsamenhangde manier van schrijven, want ik wil eigenlijk niet echt één centraal punt bewijzen, maar eerder de diffuse natuur van het 'punt' opmerken.
Oftewel, ik ben nog steeds een beetje aan het playdohen. :greins:
Thanx voor de post Sado. Ben overigens gelijk is naar je site wezen kijken. Mooie site, man. Was nu slechts een vluchtige blik. Maar ik ga daar eens flink rondneuzen.( I love your Marlene and I love your Frank btw! Ponte Vecchio moet je ook met beter weer zien; NY, Polen en Japan zijn ook top wat mij betreft)
Zizek maakt zowel rare als rake opmerkingen. En dan gaat het meestal om dezelfde opmerking. Ik denk over elke rare opmerking van hem wel altijd even door....net zolang tot ik zijn "punt" kan zien. Soms zie ik zijn punt niet en dan blijft het een rare opmerking waarvan ik wel het idee heb dat hij raak zou kunnen zijn.
(Maarrruh....jij en Baudrillaire zijn toch meer een soort postmodernist, en Zizek is meer een post-postmodernist? (Om maar even een nietrake rare opmerking te plaatsen) :greins:)
Zizek maakt zowel rare als rake opmerkingen. En dan gaat het meestal om dezelfde opmerking. Ik denk over elke rare opmerking van hem wel altijd even door....net zolang tot ik zijn "punt" kan zien. Soms zie ik zijn punt niet en dan blijft het een rare opmerking waarvan ik wel het idee heb dat hij raak zou kunnen zijn.
(Maarrruh....jij en Baudrillaire zijn toch meer een soort postmodernist, en Zizek is meer een post-postmodernist? (Om maar even een nietrake rare opmerking te plaatsen) :greins:)
NeoCartesiaan:
"Ik denk (mezelf), dus ik ben (een bedachte gedachte)."
"Ik spreek (tegen mijn begeerde geliefde), dus jij bent (een besproken sprookje)."
"Ik vecht (tegen mijn gevreesde vijand), dus jij bent (een omstreden strijd)."
"Ik denk (mezelf), dus ik ben (een bedachte gedachte)."
"Ik spreek (tegen mijn begeerde geliefde), dus jij bent (een besproken sprookje)."
"Ik vecht (tegen mijn gevreesde vijand), dus jij bent (een omstreden strijd)."
Ik ben blij dat mijn site je bevalt, Zinzl.
Over Baudrillard en Zizek, de twee verschillen nogal van elkaar. Van oudsher kwamen ze echter uit dezelfde hoek (Marxisme). Baudrillard brak echter met het Marxisme door zijn verschuiving van nadruk op productie naar nadruk op consumptie als de drijvende kracht achter het kapitalisme. Tevens vond hij dat het Marxisme teveel het product was juist van een bourgiousie; juist omdat het alles beschrijft in termen van strict materialisme, economische werking en klassen is het niets meer dan een bourgiousie in zelf-ontkenning. Het laat geen 'ander' toe, zo te zeggen, het ontneemt het andere, het alternatieve, de kracht. Ook Zizek merkt dit op, door te zeggen dat het kapitalisme zo diep zit ingebakken in de moderne mens, dat we ons niet kunnen voorstellen wat er voorbij is. Het is voor ons eenvoudiger om een totale catastrofe te bedenken (in de vorm van blockbuster rampenfilms), dan om het einde voor kapitalisme en de overgang naar een nieuw systeem te overdenken.
Ik denk dat beide heren vóórbij elk label schieten wat je op ze tracht te plakken. Er is geen enkele poststructuralist die deze toewijzing ook daadwerkelijk accepteert, en dat is niet zo raar ook: deze filosofische stromingen draaien juist om een afkeer voor logocentrisme.

Over Baudrillard en Zizek, de twee verschillen nogal van elkaar. Van oudsher kwamen ze echter uit dezelfde hoek (Marxisme). Baudrillard brak echter met het Marxisme door zijn verschuiving van nadruk op productie naar nadruk op consumptie als de drijvende kracht achter het kapitalisme. Tevens vond hij dat het Marxisme teveel het product was juist van een bourgiousie; juist omdat het alles beschrijft in termen van strict materialisme, economische werking en klassen is het niets meer dan een bourgiousie in zelf-ontkenning. Het laat geen 'ander' toe, zo te zeggen, het ontneemt het andere, het alternatieve, de kracht. Ook Zizek merkt dit op, door te zeggen dat het kapitalisme zo diep zit ingebakken in de moderne mens, dat we ons niet kunnen voorstellen wat er voorbij is. Het is voor ons eenvoudiger om een totale catastrofe te bedenken (in de vorm van blockbuster rampenfilms), dan om het einde voor kapitalisme en de overgang naar een nieuw systeem te overdenken.
Ik denk dat beide heren vóórbij elk label schieten wat je op ze tracht te plakken. Er is geen enkele poststructuralist die deze toewijzing ook daadwerkelijk accepteert, en dat is niet zo raar ook: deze filosofische stromingen draaien juist om een afkeer voor logocentrisme.
Yep.....ik zag dan ook iets over Tarot....misschien ook eens inkijken, op voorhand moet ik je wel bekennen dat ik vaak nogal vooringenomen ben over Tarot, maar wie weet?!?!Sado schreef:Ik ben blij dat mijn site je bevalt, Zinzl.![]()

Duidelijk uitgedrukt zo.Over Baudrillard en Zizek, de twee verschillen nogal van elkaar. Van oudsher kwamen ze echter uit dezelfde hoek (Marxisme). Baudrillard brak echter met het Marxisme door zijn verschuiving van nadruk op productie naar nadruk op consumptie als de drijvende kracht achter het kapitalisme.
Zizek heeft daarnaast in een marxistisch systeem geleeft, is dus - zeg maar geworteld in het Marxisme - en Baudrillard heeft het Marxisme als ideologie beleefd, dus niet zozeer existentieel in mijn idee.
Kan het zo zijn dat juist Baudrillard-zelf de noodzakelijke kapitalistische stap maakt, die het kaptialistische systeem als systeem bevestigd en dus versterkt, door de consument in het focus te zetten, ofwel de vraag van de markt centraal te stellen.
Deze vraag vervolgens goed te formuleren is hetzelfde als haar VIRTUEEL te beantwoorden. Deze formulering maakt dan marktonderzoek, marketing en reclame noodzakelijk. De laatste succesvolle stap van het kapitalistisch materialisme. Het produkt zelf dat er wel degelijk ooit concreet is, wordt een virtueel en abstract produkt. Niet alleen een simulacrum, maar ook een dienst is een abstract produkt. En gezondheid, een goed gevoel, leefstijl, levensgeluk zijn allemaal virtuele produkten verzonnen door het kapitalistische systeem uitgaande van de vraag. Uitgaan van er daadwerkelijk concreet is aan te bieden lijkt daarmee nog een stuk eerlijker. Overigens is met het forumuleren van de vraag van de consument de eerste stap gezegd naar het produceren of zelfs aanbieden van die vraag aan de consument. De verveeld consument die niet eens meer weet wat hij/zij wilt die zal dus ook een vraag aangeboden moeten worden, een onvervuld verlangen en de belofte dat die vervuld kan worden. En hiermee is de rust al wedergekeerd en de kracht of de woede om daadwerkelijk te acteren of rebelleren tegn het systeem om zeep gebracht. Sterker nog het systeeem draait nog soepeler want verborgener als voorheen. Het voorbeeld (van Zizek) is bijhvoorbeeld het drinken van starbucks coffee. We kunnen in onze huidige leefwereld het gevoel krijgen om een derde wereld kind te helpen, door hier een kop starbucks coffee te drinken. Er gaat met dat geld namelijk een deel naar een derdewereld kind. Hetgeen inhoudt - in mijn mening dan - dat we dermate cynisch over onszelf zijn om ECHT daadwerkelijk de wereld te kunnen helpen, al tevreden zijn met het feit dat we ze virtueel helpen door een bak koffie te drinken op hun gezondheid. Sterker nog deze virtuele hulp geeft me misschien zelfs het gevoel moreel waardiger te zijn dan mijn buurman, die hier (terechte!!!) schampere opmerkingen over maakt van uit zijn 4WD. (Nog erger is het natuurlijk dat ik degene ben die schampere opmerkingen hierover maakt richting mijn buurman die starbucks drinkt in zijn 4WD)
Onderliggende boodschap is dat we blijkbaar ideologietjes kunnen produceren en consumeren en een bonte verzameling lifestyle aan ons wezen te plakken. Een verzameling lifestyle en semi-commitments dat continue inwisselbaar is voor andere ideologietjes en semi-commitments. En juist dit inwisselbaar maken van lifestyle en commitments markeert onze lege kern. Zeker als we onszelf zelfs op de borst kloppen vanwege onze flexibiliteit en onze openheid waarmee we aangeleerde dingen kunnen verlaten en nieuwe dingen kunnen aanleren. Het maakt onze commitment zelf tot een fake en daarmee ons diepe wezen nietzozeer leeg en hongerig, maar meer als koud en koel calculerend en informerend naar de nieuwste ideologie en lifestyle die goede sier maakt en levensgeluk koopt. Deze vanzelfsprekende jacht naar levensgeluk en naar het voorkomen/preventie van elk negatieve verschijnsel , als pijn, fouten, schuldgevoelens etc. is - denk ik - volgens Zizek het spook dat we weg moeten slaan. We moeten niet het leven spelen, alsof het een game is dat - als je even verliest - gewoon snel kunt vergeten omdat je gewoon een nieuwe game start op weg naar een highscore. Dat is volgens Zizek de pest: Je loopt geen enkel risico, er is feitelijk geen beleving, het is een vrijblijvend commitment. Het verdooft je en ik slenter als een zombie aangekleed met gekocht en inwisselbaar levensgeluk doelloos mee. (in de illusie dat doelen nooit heilig zijn en slechts relatief, sterker nog in de illusie dat deze heilige doelen levensgevaarlijk en totalitaire hel en verdoemenis over ons heen trekken!)
Op onbewust niveau wordt dit gemis aan commitment wel degelijk ervaren natuurlijk. En juist dat is de drijvende kracht achter allerhande idiote fundamentalistische groepen, of het nu religieuze, politieke of zelfs zogenaamde sportieve groepen zijn. Maar ook hier zijn het virtuele groepen vaak, waar het hart en de ziel ECHT aan verpand is.
Dit beschrijft zeker het stalinisme. Het marxisme en zelfs het leninisme praten altijd nog over bovenbouw en onderbouw, en daarmee is er nooit het strikte en koude materialisme dat determineert. Wel heeft Baudrillard gelijk dat er een soort bourgeosie aan de macht is. Stalinisme is dat wat overblijft van een feodale samenleving als je de 1e en 2e stand wegneemt. En de burgerij (middenklasse) de touwtjes in handen geeft via een bureaucratisch staatsapparaat. Liberalisme is echter niet minder het in handen geven van de touwtjes in handen van de burgerij. En deze burgerij zorgt - niet via een directe bescherming van het materiele bureaucratische staatsapparaat - maar indirect via de ideologische bescherming van het private bezit. Binnen een kapitalistische democratie is de verborgen ideologie namelijk deze: zonder jacht op gewin en geluk en bezit heeft een leven geen zin, omdat het van al zijn motieven is ontdaan. Het impliceert dus dat we alleen dan gelukkig kunnen worden als we materiele doelen (bezit dus, eigenhuis en auto etc, eigen pensioen etc, ) kunnen najagen en veilig stellen.Tevens vond hij dat het Marxisme teveel het product was juist van een bourgiousie; juist omdat het alles beschrijft in termen van strict materialisme, economische werking en klassen is het niets meer dan een bourgiousie in zelf-ontkenning. Het laat geen 'ander' toe, zo te zeggen, het ontneemt het andere, het alternatieve, de kracht.
Ook Zizek merkt dit op, door te zeggen dat het kapitalisme zo diep zit ingebakken in de moderne mens, dat we ons niet kunnen voorstellen wat er voorbij is. Het is voor ons eenvoudiger om een totale catastrofe te bedenken (in de vorm van blockbuster rampenfilms), dan om het einde voor kapitalisme en de overgang naar een nieuw systeem te overdenken.
Yep, dat komt omdat we denken dat het kapitalisme zijn wortels heeft in onze geest. En deze wortels zou je niet weg kunnen nemen, zonder onszelf braindead te maken ofzo...
Dit is dus ons angstbeeld. Communisme zou ons braindead maken en motiefloos. Zizek zou dat moeten weten en het hele voormalige oostblok. Maarrrrrr...dit - juist dit - zijn ze niet met ons eens. De ervaringsdeskundigen vinden het onzin. Maar ik - die van de zijlijn een beetje het communisme kan aanschouwen - geloof niet dat ik een zinvol leven zou lijden onder een communistisch regime?!?!?!?!?
(Dit is overigens GEEN pleidooi VOOR een communistisch regime hoor!!)
Mee eens. Ik moet mijn standpunt ook nuanceren. Ik heb eigenlijk met name moeite met een soort militant relativisme. HEt zwaard der relativiteit wordt tot absolute waarheid verheven. En dat is niet zozeer door diegene die postmodernistisch worden genoemd. Wel is die neiging aanwezig bij onverschillige kopieermachines, die van elke zinnige opmerking uit het verleden een tegeltjeswijsheid maakt. En de meest gequootte postmodernist avant la lettre is dan Nietsche. De populariteit van Nietsche kun je bijna niet omheen. Elke postmodernist schermt met Nietsche. En dat maakt mij misselijk. Daarom heb ik - (en ik ben ook niet meer dan iemand die vrijblijvend zijn ideologie mag kiezen) - voor Zizek, die juist met de grootste absolutistiscshe kwade genius uit het verleden van de filosofie - Hegel dus - koketteert.Ik denk dat beide heren vóórbij elk label schieten wat je op ze tracht te plakken. Er is geen enkele poststructuralist die deze toewijzing ook daadwerkelijk accepteert, en dat is niet zo raar ook: deze filosofische stromingen draaien juist om een afkeer voor logocentrisme.
NeoCartesiaan:
"Ik denk (mezelf), dus ik ben (een bedachte gedachte)."
"Ik spreek (tegen mijn begeerde geliefde), dus jij bent (een besproken sprookje)."
"Ik vecht (tegen mijn gevreesde vijand), dus jij bent (een omstreden strijd)."
"Ik denk (mezelf), dus ik ben (een bedachte gedachte)."
"Ik spreek (tegen mijn begeerde geliefde), dus jij bent (een besproken sprookje)."
"Ik vecht (tegen mijn gevreesde vijand), dus jij bent (een omstreden strijd)."
Bedankt voor je uitgebreide reactie (geeft genoeg aanzetten tot denken, over je eigen denken!).
Wat betreft je kritiek op Baudrillard; hij was hier zelf ook heel gevoelig voor, want hij was, net als veel Franse filosofen van zijn generatie, toch een kind van '68. Zijn werk incorpereert naar mijn mening precies de aspecten van de kapitalistische neiging tot assimilatie van ALLES, zelfs haar negatie, om zichzelf op die manier te voeden en naar sterkere wortels in de aarde te kunnen schieten. Juist een gebeurtenis als '68 is dan natuurlijk bijzonder potent. De recuperatie (de Marxistische term voor dit fenomeen) dan van haar (semi...)subversieve effecten was iets dat natuurlijk nu overduidelijk is, in historische retrospectie, net zoals het overduidelijk is dat bijvoorbeeld algemeen kiesrecht voor vrouwen en sociaal-democratische concessies aan het proletariaat enkel in het aangezicht van een aanwakkerend communistische gezindheid werden gedaan. Het falen van '68 is dan ook het trauma (maar toch ook een zekere triomf, mits je vasthoudt aan een ietwat naïeve lezing van het Marxistisch historisch materialisme...) geweest waar veel van haar intellectuele participanten nog jaren lang op hebben voort kunnen borduren.
Vergeet niet dat in het huidige systeem demand destruction en ex-nihilo demand heel gewone marketingtaktieken zijn geworden. Zizek merkt dit ook op, en geeft het voorbeeld van de film, een obscene perverse kunst die mensen leert hoe te verlangen. Verlangen naar een particulier object van consumptie is er dus niet zomaar, het moet aangeleerd worden. Men moet worden geleerd hoe te verlangen, en nog belangrijker, wat te verlangen.
Het gemis is inderdaad onbewust nog wel dergelijk aanwezig, en de mens blijft van nature een sociaal wezen dat uiterst gevoelig is voor aanpassingen in deze sfeer. De mens heeft het nodig sociaal te zijn. Helaas worden door de moderne communicatiemethoden dit soort verlangens gekortwiekt, en omgeleid. Zo zijn we geeindigt met een setup waarin het geld kost om met een ander te kunnen praten en het bijna enkel nog indirect (via een mobiele telefoon of een computer) kan geschieden. Vrije tijd die mensen besteden moet evenveel geld verslinden als zij kunnen opbrengen - excessen moeten snel op een of andere manier weer verdwijnen. De instorting van de economie nu draait enkel om het instorten van precies die excessen.
Wat betreft je kritiek op Baudrillard; hij was hier zelf ook heel gevoelig voor, want hij was, net als veel Franse filosofen van zijn generatie, toch een kind van '68. Zijn werk incorpereert naar mijn mening precies de aspecten van de kapitalistische neiging tot assimilatie van ALLES, zelfs haar negatie, om zichzelf op die manier te voeden en naar sterkere wortels in de aarde te kunnen schieten. Juist een gebeurtenis als '68 is dan natuurlijk bijzonder potent. De recuperatie (de Marxistische term voor dit fenomeen) dan van haar (semi...)subversieve effecten was iets dat natuurlijk nu overduidelijk is, in historische retrospectie, net zoals het overduidelijk is dat bijvoorbeeld algemeen kiesrecht voor vrouwen en sociaal-democratische concessies aan het proletariaat enkel in het aangezicht van een aanwakkerend communistische gezindheid werden gedaan. Het falen van '68 is dan ook het trauma (maar toch ook een zekere triomf, mits je vasthoudt aan een ietwat naïeve lezing van het Marxistisch historisch materialisme...) geweest waar veel van haar intellectuele participanten nog jaren lang op hebben voort kunnen borduren.
Vergeet niet dat in het huidige systeem demand destruction en ex-nihilo demand heel gewone marketingtaktieken zijn geworden. Zizek merkt dit ook op, en geeft het voorbeeld van de film, een obscene perverse kunst die mensen leert hoe te verlangen. Verlangen naar een particulier object van consumptie is er dus niet zomaar, het moet aangeleerd worden. Men moet worden geleerd hoe te verlangen, en nog belangrijker, wat te verlangen.
Zeker, waarbij ik graag nog wil zeggen dat het overduidelijk is dat in dit opzicht het gunstig is voor het systeem dat cynisme en relativisme zo wijdverspreid en algemeen geaccepteerd is, juist omdat dit een betere consument kweekt. Iemand die overal open voor staat kan je, zoals je zegt, alles aansmeren. Iemand die hier niet op zit te wachten valt dan al snel buiten de sociale boot en is oudbollig. Het is het algemene gevoel van progressie dat direct aansluit op de veronderstelde potentiele eeuwige groei van de economie onder een kapitalistisch systeem.Onderliggende boodschap is dat we blijkbaar ideologietjes kunnen produceren en consumeren en een bonte verzameling lifestyle aan ons wezen te plakken.
Het gemis is inderdaad onbewust nog wel dergelijk aanwezig, en de mens blijft van nature een sociaal wezen dat uiterst gevoelig is voor aanpassingen in deze sfeer. De mens heeft het nodig sociaal te zijn. Helaas worden door de moderne communicatiemethoden dit soort verlangens gekortwiekt, en omgeleid. Zo zijn we geeindigt met een setup waarin het geld kost om met een ander te kunnen praten en het bijna enkel nog indirect (via een mobiele telefoon of een computer) kan geschieden. Vrije tijd die mensen besteden moet evenveel geld verslinden als zij kunnen opbrengen - excessen moeten snel op een of andere manier weer verdwijnen. De instorting van de economie nu draait enkel om het instorten van precies die excessen.
Precies, dat denk ik ook. Daarom ook Baudrillard's pessimisme over het kunnen terughalen van een realiteit van prekapitalistische orde: dit is simpelweg onmogelijk geworden, omdat het kapitalisme, als het ware, is doorgedrongen op het niveau van de absolute geest. Het kapitalisme zal nooit in een museum eindigen: ze zal het museum zijn. Parijs is hier een goed voorbeeld van.Yep, dat komt omdat we denken dat het kapitalisme zijn wortels heeft in onze geest. En deze wortels zou je niet weg kunnen nemen, zonder onszelf braindead te maken ofzo...
Je post is niet zo erg toegankelijk, aangezien het wat voorkennis vereist. Tevens is jouw manier van schrijven niet de meest heldere. Desondanks ben ik er geloof ik goed doorgekomen.
Als ik jouw paragraaf zo lees, dan zou je dus kunnen stellen dat de voortschreidende technologische ontwikkeling meer en meer leidt tot een allesoverkoepelend simulacrum of zo. ? Als ik dan ook even denk aan virtual reality en via cerebrale chips inloggen op internet, en al dat soort toekomstmuziek.
Tevens is taal zeker geen gesloten systeem. Het is open en immer veranderlijk. Dat brengt met zich mee dat woorden en uitdrukkingen altijd veranderen, maar juist dat leidt ook tot tegenstrijdigheden en begripsverwarring, zoals je dat veel tegenkomt op het spiritualiteitsforum.
Leuke post in ieder geval.

Is dat niet kapitalisme ten top?Zizek schetst ook het voorbeeld van de stoere auto, die men niet langer meer rijdt om van A naar B te komen of om te laten zien dat men meer geld bezit dan iemand met een oude bak, nee, we rijden de auto, omdat het bijdraagt aan onze zelf-verbetering.
Met dergelijke ideeën over telepresentie speelt men al geruime tijd. Dit b.v. in de vorm van robots. Er zijn figuren die denken dat we over 500 jaar geheel niet meer de deur uit hoeven, omdat de wereld op afstand werkt.Zo zag ik op het nieuws dat, onder het paradigmatische thema van 'economische crisis', videoconferencing enorm aan belangstelling lijkt te winnen. Men hoeft dan niet in het vliegtuig te stappen, en dus ook niet het milieu te vervuilen, om naar een zakenpartner te gaan, nee, men zet simpelweg een zaal op met een groot videoscherm en praat dan live, volledig real-time (volgens Virilio wint real-time het van real-space; niet alleen beweging is dadelijk irrelevant, maar ook de ruimte zelf), met die of geen. Een nieuwe stap richting de creatie van een simulacrum, de fase die nog komen moet gaan (wat ben ik toch optimistisch), een voorbij het sociale, en ook vóórbij de communicatie.
Als ik jouw paragraaf zo lees, dan zou je dus kunnen stellen dat de voortschreidende technologische ontwikkeling meer en meer leidt tot een allesoverkoepelend simulacrum of zo. ? Als ik dan ook even denk aan virtual reality en via cerebrale chips inloggen op internet, en al dat soort toekomstmuziek.
Zeg je hier dat de mens God eigenlijk maakt?Dit was eigenlijk ook het lot van God, welke als eerste te lijden kreeg onder een heel ander paradigma, namelijk die van het positivisme. Baudelaire merkte heel goed op dat God het enige wezen is dat niet daadwerkelijk hoeft te bestaan om invloed uit te kunnen oefenen, en dit is denk ik de status van de werkelijkheid in suspense op het huidige moment. Het is de Platonische werkelijkheid, binnenstebuiten; het echte refereert niet aan de idee, maar de idee aan de werkelijkheid.
Dit mag je wat mij betreft wat verder uitbouwen en toelichten als je wilt.Mathematetische perfectie overheerst sterk het particuliere, dat zich in alle spontaniteit kan manifesteren, en tegenwoordig enkel nog zijn equivalentie kent in de catastrofe. Vandaar ook dat er altijd een ramp op de achtergrond moet draaien om te functioneren als garantie voor het nog aanwezig zijn van een werkelijkheid om aan te refereren, want referentie, of de legitimitie, is, zonder twijfel, de equivalent van de rol van het geloof bij God.
Hier zeg je eigenlijk gewoon dat men graag vasthoud aan het eigen (wereld)beeld/overtuiging.Dit is de poststructuralistische nachtmerrie die velen in hun dromen verstoord; de destabilisatie van betekenis en coherentie zorgt voor een wereld waarin niemand zeker kan zijn van zijn zaak, en dit is wat het populistisch relativisme als escape flink in de hand werkt.
In zekere zin heb je gelijk. Een woord wordt niet gevormd uit een aaneenplakking van andere woorden, dus kan een woord nooit precies hetzelfde zijn als een set andere woorden. Toch zijn er woordgroepen die dezelfde kern delen, de stam of wortel, en het kan in het taalbegrip wel eens helpen die kernen te kennen. Niet dat die kern de definitie vormt, maar het geeft een bepaalde dimensie aan een woord en maakt het minder plat.in de filosofie stelt men vaker de vraag naar de betekenis van een bepaald woord, iets wat voor mij enkel tijdverspilling in kan houden. Het is structuralistische propaganda te geloven dat een woord werkelijk een definitie kan hebben, dat een woord gelijk kan zijn aan een set andere woorden, dat er zoiets bestaat als een gesloten, zichzelf dragend, systeem van taal.
Tevens is taal zeker geen gesloten systeem. Het is open en immer veranderlijk. Dat brengt met zich mee dat woorden en uitdrukkingen altijd veranderen, maar juist dat leidt ook tot tegenstrijdigheden en begripsverwarring, zoals je dat veel tegenkomt op het spiritualiteitsforum.
Ik denk te weten wat je bedoelt. Net als dat een nieuw gevormd woord een nieuwe vorm van begrip teweeg brengt, zoiets. Dat begrip, die vorm van besef, kun je niet analyseren tot de kleinste deeltjes. Weten dat het woord dood te maken heeft met 'verdwijnen' verandert niets aan het idee van de dood als zodanig. Het enige absolute dat je er van kunt zeggen is dat het 'niet meer leven (zoals onze zintuigen het ervaren)' is.De kern van een woord, ligt, dunkt mij, precies in het onbenaderbare residu wat men overhoudt als men een woord tracht op te breken in verschillende componenten, die elk weer hun eigen verklaringen nodig hebben, en zo voorts, ad infinitum.
Dus omdat we de holbewonersmanieren en de middeleeuwen achter ons hebben gelaten, zijn we nu geobsedeerd door mode, fotomodellen en glamour. Omdat we niet meer kunnen domineren en doen wat we willen (kortom: verantwoordelijk en sociaal moeten zijn), worden we onverzadigbare consumenten.Ze externaliseert zich, ze neemt de vorm van object van verlangen aan, en het belangrijkste: binnen kapitalistische orde is ze te koop. Vandaar ook de seductieve macht van producten. Vandaar ook dat we ons bekeken voelen als we op deze manier libidinaal investeren; net als op het niveau van het seksuele is er, als we ons inlaten met de charme van het product en haar ala symbolische functie tentoonstellen sprake van schaamte, maar wel van 'stoute' schaamte, uiteraard.
Een kapitalistische samenleving is gewoon hartstikke pervers.Dat al miljoenen mensen Paris Hilton bezig hebben gezien spreekt in dit opzicht boekdelen. Pornografie is dan ook een vereiste om een samenleving als de onze te laten functioneren, net als voetbal, de film en de auto. Er moeten gecontroleerde element van transgressie aanwezig zijn, waarbij de kans op straf altijd potentieel aanwezig moet zijn. De meester-slaaf relatie van onze tijd.
Leuke post in ieder geval.
'Onsterfelijk zijn heeft niets om het lijf; met uitzondering van de mens zijn alle schepsels het, want zij weten niet van de dood af.'
Jorge Luis Borges
Jorge Luis Borges
You're welcome. (--> Jij eveneens bedankt voor je reply!)Sado schreef:Bedankt voor je uitgebreide reactie (geeft genoeg aanzetten tot denken, over je eigen denken!).
Yep, een leeg verlangen is een ondraaglijke of onmogelijke toestand. Het verlangen moet eerst ingevuld worden en kan dan pas gedragen worden met de inherente belofte van vervulling van die invulling. Echte invulling van verlangen is zodoende goed mogelijk. Echte vervulling van verlangen blijft vaak slechts een belofte, omdat bij de vervulling altijd een exces of tekort zal ontstaan. Een exces of tekort dat de bron van een nieuw ingevuld en onvervuld verlangen. Keeps the world turning.Vergeet niet dat in het huidige systeem demand destruction en ex-nihilo demand heel gewone marketingtaktieken zijn geworden. Zizek merkt dit ook op, en geeft het voorbeeld van de film, een obscene perverse kunst die mensen leert hoe te verlangen. Verlangen naar een particulier object van consumptie is er dus niet zomaar, het moet aangeleerd worden. Men moet worden geleerd hoe te verlangen, en nog belangrijker, wat te verlangen.
Yep. Er is natuurlijk ook altijd de ongeziene en ongehoorde 'underground' . Maar zelfs die ongeziene en ongehoorde underground lijkt in zijn muziekvorm gekapitaliseerd. Wanhopige OD van artiest maakt legendarisch, verkoopt ook nog eens, en domesticeert - als zogenaamd tragisch voorbeeld, zoals het dus niet moet - ook nog eens.Zeker, waarbij ik graag nog wil zeggen dat het overduidelijk is dat in dit opzicht het gunstig is voor het systeem dat cynisme en relativisme zo wijdverspreid en algemeen geaccepteerd is, juist omdat dit een betere consument kweekt. Iemand die overal open voor staat kan je, zoals je zegt, alles aansmeren. Iemand die hier niet op zit te wachten valt dan al snel buiten de sociale boot en is oudbollig. Het is het algemene gevoel van progressie dat direct aansluit op de veronderstelde potentiele eeuwige groei van de economie onder een kapitalistisch systeem.
Ik erken dat dit mechanisme werkzaam is. Ik erken het ook/zelfs in mijzelf. Toch is er veel herkenning en ook veel weerstand hiertegen hoor. We zijn misschien nog net niet ongelukkig genoeg ermee. Alhoewel...................Het gemis is inderdaad onbewust nog wel dergelijk aanwezig, en de mens blijft van nature een sociaal wezen dat uiterst gevoelig is voor aanpassingen in deze sfeer. De mens heeft het nodig sociaal te zijn. Helaas worden door de moderne communicatiemethoden dit soort verlangens gekortwiekt, en omgeleid. Zo zijn we geeindigt met een setup waarin het geld kost om met een ander te kunnen praten en het bijna enkel nog indirect (via een mobiele telefoon of een computer) kan geschieden. Vrije tijd die mensen besteden moet evenveel geld verslinden als zij kunnen opbrengen - excessen moeten snel op een of andere manier weer verdwijnen. De instorting van de economie nu draait enkel om het instorten van precies die excessen.
Hierin deel ik dan het gekozen optimisme van Zizek. Het kapitalisme graaft uiteindelijk zijn eigen graf, zoniet dan is het kapitalisme ook het wezenlijke einde van de geschiedenis, die alleen maar nog kleine beetjes aangepast moeten worden. Het geloven in een sprookje dat we diep verborgen in onze natuurlijke aard iets zouden moeten bezitten, dat perfect zou passen bij een humanistische aard moet echter wel sterk ter discussie gesteld worden.Precies, dat denk ik ook. Daarom ook Baudrillard's pessimisme over het kunnen terughalen van een realiteit van prekapitalistische orde: dit is simpelweg onmogelijk geworden, omdat het kapitalisme, als het ware, is doorgedrongen op het niveau van de absolute geest. Het kapitalisme zal nooit in een museum eindigen: ze zal het museum zijn. Parijs is hier een goed voorbeeld van.
Diep in ons zit mischien wel een bepaalde aard verborgen. Maar ik denk vooralsnog dat als die al vastgesteld zou kunnen worden, dat deze monsterljker (of in ieder geval wezenlijk anders ) is dan de aard die nu beschermd wordt in de zogenaamde mensenrechten.
NeoCartesiaan:
"Ik denk (mezelf), dus ik ben (een bedachte gedachte)."
"Ik spreek (tegen mijn begeerde geliefde), dus jij bent (een besproken sprookje)."
"Ik vecht (tegen mijn gevreesde vijand), dus jij bent (een omstreden strijd)."
"Ik denk (mezelf), dus ik ben (een bedachte gedachte)."
"Ik spreek (tegen mijn begeerde geliefde), dus jij bent (een besproken sprookje)."
"Ik vecht (tegen mijn gevreesde vijand), dus jij bent (een omstreden strijd)."
Natuurlijk, maar het draait er ook een beetje om welk soort kapitalisme we mee te maken hebben. We verschuiven van 'functioneel' kapitalisme (waarin de auto en de snelweg tot doel hebben de werknemer sneller op zijn werk te krijgen, waar de autofabrikanten dan winst mee kunnen verdienen) naar een soort van 'narcistisch' kapitalisme, waarbij er vooral wordt ingespeeld op de menselijke behoefte zichzelf constant te bevredigen. De auto wordt dan automatisch een extensie van het ego, die allicht net iets minder opaque dan haar is omdat ze reeds is gematerialiseerd en enkel nog interpretatie behoeft van de andere mensen in dezelfde file staan.Is dat niet kapitalisme ten top?
Ik denk dat het fatale van de huidige situatie is te geloven dat er nog een toekomst is die op ons wacht, maar ik meen dat zij al lang is aangebroken. De toekomstmuziek speelt vandaag de dag al, in de vorm van hiernogmaals-type popmuziek. Steeds meer onderdelen van de wereld worden ondergebracht, krijgen een plaatsje, binnen de algehele globale simulacratieve economie. De clou is natuurlijk dat, per Lacan, deze economie nooit het 'kritieke' punt kan bereiken, zichzelf nooit kan realiseren, juist omdat ze afhankelijk is van haar eigen instabiliteit. Ze moet altijd uitgedaagd worden door een antagonisme, net als dat een natie een vijand nodig heeft om zich te kunnen onderscheiden en enigzinds over te kunnen komen als zijnde eensgezind en unilateraal.Als ik jouw paragraaf zo lees, dan zou je dus kunnen stellen dat de voortschreidende technologische ontwikkeling meer en meer leidt tot een allesoverkoepelend simulacrum of zo. ? Als ik dan ook even denk aan virtual reality en via cerebrale chips inloggen op internet, en al dat soort toekomstmuziek.
Ik beloof nog een aparte blogpost betreffende dit onderwerp; ik moet het zelf nog verder ontwikkelen.Dit mag je wat mij betreft wat verder uitbouwen en toelichten als je wilt.
Niet echt, die opmerking is gemaakt in een grotere context. Waar het juist om draait is de interne spanning (of liever, cognitieve dissonantie) die je krijgt als twee mensen met elk een eigen wereldbeeld met elkaar in debat gaan. In voorbijgaande tijden was het zo dat dit debat uitliep tot een bloedbad zodra iemand handelde vanuit de overtuiging van zijn haar eigenlijk universalistisch gelijk, en de ander dus niet kon integreren in dat wereldbeeld omdat deze overduidelijk dat universalisme om zeep hielp, bijvoorbeeld bij het voorbeeld van de Spanjaarden en de Indianen. Juist het feit dat de Indianen nog nooit van het woord van God hadden gehoord, zorgden ervoor dat ze uit de weg moesten worden geruimd, en dat elk spoor van hen moest verdwijnen. Men wilt niet enkel vasthouden aan eigen wereldbeeld en hier vrij in zijn, nee, men wilt juist de ander die deze niet deelt onderwerpen. Sinds de verlichting is deze drang tot onderwerpen minder geworden, omdat we nu simpelweg opgroeien met het idee van relativisme (bittere noodzaak dus in een kapitalistisch systeem als de onze), maar de interne spanning blijft.Hier zeg je eigenlijk gewoon dat men graag vasthoud aan het eigen (wereld)beeld/overtuiging.
Zeker, dit is het kernpunt van mijn betoog, eigenlijk. De drang tot dominantie vloeit over naar een andere manier van heersen, namelijk de symbolische overheersing over het bezitten van de enigmatische phallus.Dus omdat we de holbewonersmanieren en de middeleeuwen achter ons hebben gelaten, zijn we nu geobsedeerd door mode, fotomodellen en glamour. Omdat we niet meer kunnen domineren en doen wat we willen (kortom: verantwoordelijk en sociaal moeten zijn), worden we onverzadigbare consumenten.
Ik denk dat het expliciet maken van de huidige post-historische situatie door Baudrillard, Zizek, Peter Sloterdijk en misschien ook wel anderen misschien de kiem kan gaan vormen voor een post-post situatie.
Maar hoe precies is me behoorlijk onduidelijk.
Fukuyama or not fukuyama in combi met een omwerking van Hegel's opvatting over geschiedenis. (Zizek?)?
De theorie van de 'onderdompeling' bij Sloterdijk en zijn esthetisering van de blik door de hele binnenruimte van het kapitalisme als een installatie in een museum te bekijken?
Heeft Baudrillard nog wat in petto behalve dat sadistische doemdenken?
Maar hoe precies is me behoorlijk onduidelijk.
Fukuyama or not fukuyama in combi met een omwerking van Hegel's opvatting over geschiedenis. (Zizek?)?
De theorie van de 'onderdompeling' bij Sloterdijk en zijn esthetisering van de blik door de hele binnenruimte van het kapitalisme als een installatie in een museum te bekijken?
Heeft Baudrillard nog wat in petto behalve dat sadistische doemdenken?
"Eruditie is alleen weggelegd voor loosers".
(Umberto Eco: Het Nul-Nummer)
(Umberto Eco: Het Nul-Nummer)
Behalve zijn eigen dood en verdwijning...?Heeft Baudrillard nog wat in petto behalve dat sadistische doemdenken?
...Dan de recuperatie van zijn gedachtegoed. Openlijke uitdaging van het systeem aan de hand van zijn logica. Niet zoals in 'The Matrix', meer eerder dus in zijn idee van de fatale gift, waar het systeem niet op kan reageren anders dan met haar ineenstorting.
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 3 gasten