Vertalingen van een Griekse tekst (P.Sl.)
Een mooi citaat!"--Heeft iemand, eind negentiende eeuw, een duidelijk begrip van wat dichters uit sterkere tijdperken _inspiratie_ noemden? [...] Alles geschiedt in de hoogste graad onvrijwillig, maar als in een storm van vrijheidsgevoel, van onvoorwaardelijkzijn, van macht, van goddelijkheid..." (Nietzsche, _Ecce Homo_, "Aldus sprak Zarathoestra", paragraaf 3.)
Je kunt ook zeggen de roes is onvrijwillig, maar soms vrijwillig gekozen.
Dionysos - god van de roes - geeft dus een overdaad aan beweging, waarin allerlei beelden ook opdoemen.
He apollinische is dat een vorm gemaakt wordt die stabiel is, door de roes op afstand te zetten en in een vrij scheppen die vorm in een gedachte, kunstwerk of anderszins te gieten. Een menselijke materialisatie.
De stollingen van de wereld zijn ook zulke scheppingen met een eigen leven.
Daarin kun je dus de dood van Dionysos zien door zijn verscheurd worden in al die vormen. Als levend stuk is hij nog in mensen te ontdekken, net als de oorspronkelijke chaos dat is. Of dit tot de opstanding van de hele god gaat leiden of tot terugkeer naar de chaos is de vraag.
Hopeliijk blijft de situatie meer stabiel door beheersing van een en ander.
Een ander soort blijvende als de oude goden en krachten.
"Eruditie is alleen weggelegd voor loosers".
(Umberto Eco: Het Nul-Nummer)
(Umberto Eco: Het Nul-Nummer)
Interessant dat je mijn voorbeeld van een steen vervangt door het voorbeeld van de zon. Zo schrijft Lampert, in zijn bespreking van de eerste paragraaf van Zarathustra's Voorrede:neus schreef:Ja zo zou ik dat zien. De zon heeft de macht iemand te verbranden. Hoewel macht meestal geassocieerd wordt met intentionele wezens, en bij de zon bijvoorbeeld dan van kracht gesproken wordt.
- "[T]he sun is not superhuman but subhuman, not a god but a stone." (Lampert, Nietzsche's Teaching, pag. 15.)
- "The transformation of the world-denying way of thinking into the opposite ideal is connected with the realization or divination that the stone, the stupidity or the Nothing to which God is being sacrificed, is in its 'intelligible character' the will to power (cf. aph. 36)." (Strauss, "Note on the Plan of Nietzsche's Beyond Good and Evil".)
"On the face of it, will to power would seem to be the drive to acquire power; yet [Nietzsche repeatedly asserts] that it essentially concerns the expenditure ('discharge,' 'sacrifice,' 'overflow and squandering') of power, 'even to the point of absurdity.' [...] For both Bataille and Nietzsche, the source and archetype of this expenditure is the sun and its prodigality[.]" (Christoph Cox, Nietzsche: Naturalism and Interpretation, pp. 230-31.)
http://www.ilovephilosophy.com/viewtopi ... 8#p2357568
- "In de mens is schepsel en schepper verenigd: in de mens is stof, brokstuk, overvloed, leem, vuil, onzin, chaos; maar in de mens is ook schepper, beeldhouwer, hamerhardheid, toeschouwersgoddelijkheid en zevende dag:—begrijpen jullie deze tegenstelling? En dat jullie medelijden het 'schepsel in de mens' betreft, dat wat gevormd, gebroken, gesmeed, gescheurd, gebrand, gegloeid, gezuiverd moet worden,--dat wat noodzakelijk lijden moet en lijden zal? En ons medelijden--begrijpen jullie 't niet, wie ons omgekeerde medelijden betreft wanneer het zich tegen jullie medelijden weert als tegen de ergste van alle vertroetelingen en zwakheden?" (Nietzsche, Voorbij goed en kwaad, aforisme 225.)
Eén dingetje nog:
Misschien een beetje los van interpretatie.
De overdaad van de zon lijkt me staan voor de overmaat aan vormen die te zien zijn en door zijn kracht ontstaan. Apollo - de zonnegod - staat voor de vormen. Samen met de kracht van onderop - Dionysos - vindt het scheppende plaats.
...
(Neus is op vakantie)
Misschien een beetje los van interpretatie.
De overdaad van de zon lijkt me staan voor de overmaat aan vormen die te zien zijn en door zijn kracht ontstaan. Apollo - de zonnegod - staat voor de vormen. Samen met de kracht van onderop - Dionysos - vindt het scheppende plaats.
...
(Neus is op vakantie)
"Eruditie is alleen weggelegd voor loosers".
(Umberto Eco: Het Nul-Nummer)
(Umberto Eco: Het Nul-Nummer)
Fijne zin. Scheppingen die de machtige stem van de natuur volgen en zo een eigen leven leiden. Stollingen zijn immers het brandpunt van de wil. Je zou het ook om kunnen draaien: geen voortplanting zonder stolling.yopi schreef:"
De stollingen van de wereld zijn ook zulke scheppingen met een eigen leven.
Ik zou zelfs nog verder willen gaan en beweren dat stolling het doel is van onze soort, dat we als individu hiermee onze grenzen overschrijden.
Stolling; het is een mooi gekozen woord. In het dierenrijk wordt het mannetje na de stolling vaak gedood of doodt zichzelf, zijn doel is bereikt. Aangedreven door de motor van de natuur, staat hij nu volkomen onverschillig tegenover zijn ondergang, het behoud van schepping is het behoud van de soort, het leven in het algemeen en niet individueel.
Het menselijk individu wil niet alleen voortplanting maar boven zichzelf uit scheppen. Dat is de idee van 'bovenmens' bij Nietzsche. Daar hoort ook zelfverachting bij. Dus het lijkt er wel op.In het dierenrijk wordt het mannetje na de stolling vaak gedood of doodt zichzelf, zijn doel is bereikt. Aangedreven door de motor van de natuur, staat hij nu volkomen onverschillig tegenover zijn ondergang, het behoud van schepping is het behoud van de soort, het leven in het algemeen en niet individueel.
Wetenschappelijk gezien heeft de evolutie geen doel. De soort is een concept dat pas heel laat (en) door mensen bedacht is; een levend wezen geeft van nature niets om zijn soort. Uiteindelijk gaat het alleen om "selfish genes". En filosofisch gezien: als schepping alleen, of op haar best, de schepping van nieuwe individuen is, dan heeft de soort geen zin, want haar "zingeving" is dan slechts een doorgeven van de vraag naar de zin van het leven; de zin van de soort kan dus alleen in het individu liggen dat iets hogers schept dan nieuwe individuen. Dit betekent overigens niet dat Nietzsches Uebermensch als een door mensen geschapen nieuwe soort moet worden gezien; hij is het type mens dat het bestaan ziet zoals het hoogstwaarschijnlijk is en dit onvoorwaardelijk be-vestigt, absoluut doet stollen in zijn geest.Belinda schreef:Fijne zin. Scheppingen die de machtige stem van de natuur volgen en zo een eigen leven leiden. Stollingen zijn immers het brandpunt van de wil. Je zou het ook om kunnen draaien: geen voortplanting zonder stolling.yopi schreef:De stollingen van de wereld zijn ook zulke scheppingen met een eigen leven.
Ik zou zelfs nog verder willen gaan en beweren dat stolling het doel is van onze soort, dat we als individu hiermee onze grenzen overschrijden.
Stolling; het is een mooi gekozen woord. In het dierenrijk wordt het mannetje na de stolling vaak gedood of doodt zichzelf, zijn doel is bereikt. Aangedreven door de motor van de natuur, staat hij nu volkomen onverschillig tegenover zijn ondergang, het behoud van schepping is het behoud van de soort, het leven in het algemeen en niet individueel.
- "In de mens is schepsel en schepper verenigd: in de mens is stof, brokstuk, overvloed, leem, vuil, onzin, chaos; maar in de mens is ook schepper, beeldhouwer, hamerhardheid, toeschouwersgoddelijkheid en zevende dag:—begrijpen jullie deze tegenstelling? En dat jullie medelijden het 'schepsel in de mens' betreft, dat wat gevormd, gebroken, gesmeed, gescheurd, gebrand, gegloeid, gezuiverd moet worden,--dat wat noodzakelijk lijden moet en lijden zal? En ons medelijden--begrijpen jullie 't niet, wie ons omgekeerde medelijden betreft wanneer het zich tegen jullie medelijden weert als tegen de ergste van alle vertroetelingen en zwakheden?" (Nietzsche, Voorbij goed en kwaad, aforisme 225.)
Yopi, ik ben er aanvankelijk van uitgegaan dat de bovenmens het mannetje is en ik had alle hoop dat na de hedendaagse vertaling van de derde paragraaf van zarathoestra dat zo zou blijven. Nietzsche gaat in zarathoestra ook uit van een perzische wijsgeer, altijd weer bovenmannen.
Maar nu ben ik er eigenlijk vrij zeker van dat het mannetje vrouwelijk kan zijn en andersom. De bovenmens moet nog wel vallen in het zand.
Sauwelios, het hele werkwoord 'zijn' wordt hier wel ondergeschoffeld wat beslist niet ten goed komt aan het onkruid dat nu wellicht nog weelderiger gaat tieren. Zo heeft schoffelen een doel en is bovendien evolutionair maar om nu te zeggen dat een geschoffelde status de status van het zijn is gaat mij een stap te ver.
Maar nu ben ik er eigenlijk vrij zeker van dat het mannetje vrouwelijk kan zijn en andersom. De bovenmens moet nog wel vallen in het zand.
Sauwelios, het hele werkwoord 'zijn' wordt hier wel ondergeschoffeld wat beslist niet ten goed komt aan het onkruid dat nu wellicht nog weelderiger gaat tieren. Zo heeft schoffelen een doel en is bovendien evolutionair maar om nu te zeggen dat een geschoffelde status de status van het zijn is gaat mij een stap te ver.
Ik kan niet zeggen dat ik dit volg, als dat al mogelijk is. Wel vermoed ik een verwijzing naar Heideggers idee van de Seinsvergessenheit bij alle filosofen van Plato tot en met Nietzsche. Ik denk echter dat Heidegger Nietzsche fundamenteel verkeerd begrepen heeft. Toch schreef hij regelmatig steengoeie passages over hem, bijvoorbeeld:Belinda schreef:Sauwelios, het hele werkwoord 'zijn' wordt hier wel ondergeschoffeld wat beslist niet ten goed komt aan het onkruid dat nu wellicht nog weelderiger gaat tieren. Zo heeft schoffelen een doel en is bovendien evolutionair maar om nu te zeggen dat een geschoffelde status de status van het zijn is gaat mij een stap te ver.
- "Every living being, and especially man, is surrounded, oppressed, and penetrated by chaos, the unmastered, overpowering element that tears everything away in its stream. Thus it might seem that precisely the vitality of life as this pure streaming of drives and pulsions, proclivities and inclinations, needs and demands, impressions and views, wishes and commands pulls and sucks the living itself into its own stream, there to exhaust its surge and flow. Life would then be sheer dissolution and annihilation.
However, 'life' is the name for Being, and Being means presencing, subsistence, permanence, withstanding disappearance and atrophy. If life therefore is this chaotic bodying and oppressive urging, if it is supposed to be what properly is, it must at the same time and just as originally be the concern of the living to withstand the urge and the excessive urge, lest this urge propel toward mere annihilation. This cannot happen because the urge would thus remove itself and hence could never be an urge. In the essence of this excessive urge lies a kind of urge that is suited to its nature, that urges life not to submit to the urgent onslaught but to stand fast in it, if only in order to be able to be urged and to urge beyond itself. Only what stands can fall. But withstanding the urgent onslaught urges toward permanence and stability. Permanence and the urge toward it are thus nothing alien or contradictory to the life-urge, but correspond to the essence of bodying life. In order to live, the living must for its own sake be propelled toward the permanent." (Heidegger, Nietzsche, Deel III, hoofdstuk 13, vertaling Krell.)
- "In de mens is schepsel en schepper verenigd: in de mens is stof, brokstuk, overvloed, leem, vuil, onzin, chaos; maar in de mens is ook schepper, beeldhouwer, hamerhardheid, toeschouwersgoddelijkheid en zevende dag:—begrijpen jullie deze tegenstelling? En dat jullie medelijden het 'schepsel in de mens' betreft, dat wat gevormd, gebroken, gesmeed, gescheurd, gebrand, gegloeid, gezuiverd moet worden,--dat wat noodzakelijk lijden moet en lijden zal? En ons medelijden--begrijpen jullie 't niet, wie ons omgekeerde medelijden betreft wanneer het zich tegen jullie medelijden weert als tegen de ergste van alle vertroetelingen en zwakheden?" (Nietzsche, Voorbij goed en kwaad, aforisme 225.)
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 2 gasten