http://users.skynet.be/renegirard/nl/ar ... logie.html
Over Girard's mimese en PANIEK
2 De hoogmoed
1.2 De mimetische crisis
Hoe werkt de hoogmoed bij het ontstaan van de cultuur? In het essay God heeft echt bestaan van Jan Populier wordt dat mooi uitgelegd. Ik probeer het hier nog even kort. Wanneer twee hominiden door mimetisme verlangen naar hetzelfde object, ontstaat er een ruzie. De ene wil het van de andere afpakken. De hoogmoed is dan een natuurlijk gedrag. Het bestaat er gewoon in dat de ene de slag van de ander beantwoordt door nog wat harder te slaan of wat meer agressie te tonen. Wanneer de instinctieve dominantiepatronen het begeven onder de druk van het agressieve mimetisme kan er een mimetische crisis ontstaan die Girard beschrijft met als resultaat het zondebokmechanisme en het ontstaan van de religie of cultuur.
We kunnen veronderstellen dat de mimetische crisis relatief snel verloopt. Tussen de eerste ruzie van hominiden en het allen tegen de zondebok, verstrijkt er niet zoveel tijd. Niettemin grijpen er in deze periode een aantal psychische fenomenen plaats die we wel kennen.
De hoogmoed versterkt enorm het agressieve mimetisme. Daardoor ontstaat onder de hominiden een sfeer van complete paniek. Door de angst wordt de waarneming vertekend. Daardoor ontstaan er hallucinaties bij de hominiden. Ze zien monsters in plaats van soortgenoten. Ze zijn extreem achterdochtig. Ze zetten alles op alles om de mimetische tegenstander in hun hoogmoed te verslaan. Eigenlijk is de mimetische crisis een heel snelle opeenvolging van veel psychopathologische symptomen.
2.2 De huidige maatschappij
Girard legt uit hoe de herhaling van het zondebokmechanisme de hominiden langzaam tot een religie of cultuur brengt die hoofdzakelijk bestaat uit rituelen die het zondebokmechanisme herhalen en uit taboes.
Die taboes en die rituelen ondergaan een langzame evolutie. De taboes, die eerst op de meest absurde dingen sloegen, zoals bij voorbeeld bij Pythagoras volgens wie je absoluut geen bonen mocht eten, worden tenslotte wetten die hoofdzakelijk dat soort gedrag verbieden dat geweld doet ontstaan: incest, overspel, diefstal, moord…
Girard legt uit hoe de evangelies het zondebokmechanisme blootleggen en dus eigenlijk langzaam de heidense cultuur die ontstaat na het ineenstorten van het Romeinse Rijk ondergraven. Dat uit zich in de wetten. De wetten zijn eerst draconisch. Dat wordt mooi geïllustreerd door de strafboeken bij voorbeeld in het zeventiende-eeuwse Zweedse Vasa schip dat opgevist is en in een prachtig museum in Sockholm staat. Verzet tegen een overste zorgde voor kielhalen. Ruzie met een scheepsgenoot voor het opensnijden van de hand. Maar door de werking van de joods-christelijke geschriften krijgen mensen op een bepaald moment een nieuw bewustzijn waardoor ze bepaalde wetten te streng gaan vinden. Die wetten worden dan vervangen door soepelere, flexibelere en vaak complexere regels. Tegelijkertijd ontstaat er een bijna lichamelijke afkeer voor bepaalde vormen van geweld door dat nieuwe bewustzijn. De mensen gaan vormen van geweld niet meer uiten, maar gaan ze interioriseren.
Zo wordt het mogelijk dat de wetten verslappen en tegelijkertijd het geweld niet uitbarst. Er ontstaat een inhibitie eerst tegen de wreedste vormen van geweld, later tegen fijnere vormen, en tegenwoordig zelfs tegen de zachtste vormen van geweld. Het slaan van een kind wordt nu in ontwikkelde milieus over het algemeen afgekeurd.
Omdat de wetten verzwakken of zelfs verdwijnen, krijgt het mimetisme veel meer vrij spel. Het verlangen kan zich ontwikkelen en zoals Van den Berg in zijn essays over metabletica of leer der historische psychologie uitlegt, leidt dat verlangen tot het ontstaan van het individu. Zolang dat individu een minimum aan wetten respecteert kan hij in onze maatschappij zijn verlangen cultiveren. Hij kan groeien, leren, bezittingen verwerven enz. De problemen ontstaan wanneer het mimetisme dat steeds meer vrij spel krijgt door de hoogmoed enorm versterkt wordt.
Tegelijk met de taboes en de wetten verzwakken ook de rituelen. Mensenoffers worden als wreedaardig beschouwd en vervangen door allerlei dierenoffers. Uiteindelijk blijven vooral die rituelen over die functioneel zijn. In de praktijk zijn dat reinigingsrituelen en vooral het kopen. Kopen of zoals dat tegenwoordig heet “shoppen†is een ritueel waarbij een offer gebracht wordt, geld, en in ruil een gunst verleend wordt door de Manon, namelijk goederen.
Daarnaast hebben we nog de kerk, maar iedereen weet dat die steeds leger wordt en dat het ritueel van Christus opeten nog weinig succes heeft.
Anders is het gesteld met sport en popconcerten, die ook voortkomen uit een traditie van het zondebokmechanisme. Daar is het nog mogelijk om met een massa in het geval van voetbal bijvoorbeeld een tegenstander symbolisch te doden door zijn kop in het doel te schoppen, en daardoor een euforie te bereiken die stress wegneemt. Het probleem is vaak dat de tegenpartij door hoogmoedig mimetisme agressief wordt en liever eens op de vuist gaat dan de uitslag te accepteren.
Een ander voorbeeld zijn de dancings, waar door ritmische muziek de mimetische crisis herhaald wordt. Er grijpt geen slachtoffering meer plaats, maar de trance van de muziek creëert een toestand die de “bezetenheid†benadert van het zondebokmechanisme waar op het einde de massa vermoedelijk een gelijk geluid uitstootte dat aan de basis lag van de taal.
Finaal hebben we nog de televisie en de cinema die heel vaak zondebokmechanismen tonen waarbij de dood van de zondebok gerechtvaardigd wordt door diens onmenselijke wreedheid: meestal het doden van onschuldige kinderen. We kennen James Bond en Rambo: de goede helden die de aartsschurken of zondebokken overwinnen.
Wetten verzwakken en rituelen verdwijnen. Daardoor verzwakt ook de hiërarchie. We beleven een ontbinding van de sacrale structuur. Het mimetisme krijgt steeds meer vrij spel in steeds grotere delen van de bevolking. Waar het verlangen vanaf de renaissance een voorrecht was voor de elite, is het verlangen nu tot de jongsten verspreid.
Het verlangen zorgt voor conflicten die in de mate van het mogelijke door de nog bestaande wetten, rituelen en hiërarchie voorkomen of opgevangen worden. Maar aangezien een verlangen of een keuze steeds de illusie wekt spontaan uit de eigen persoon te komen, zijn de mensen zich niet bewust van het mimetisme en geloven ze in een ik-persoonlijkheid. Het individualisme ontstond, zoals geanalyseerd door Van den Berg, in de renaissance en daarmee kwamen er ook steeds meer en steeds sterker geïnterioriseerde conflicten.