Ik schrijf je deze brief vanuit de Noord-Pool.
Een ijskast heb ik hier niet nodig.
Echt warm kan ik het hier niet krijgen, maar gelukkig heb ik mijn gedachtes aan jou, die me meer verwarmen dan welk vuurtje dan ook.
Ik pretendeer niet dat ik daarmee jouw hartje kan verwarmen.
Het zijn meer mijn eigen gedachtes aan jou die mijzelf verwarmen.
Dat heeft ook te maken met mijn buurvrouw hier. In de wereld bekend als de ijskoningin. Een verre verwant van Oranje.
Over de details daarvan spreek ik niet.
Privacy weet je wel.
Ik heb van jou naar een idee in mijn kop, die zich niet laat weg redeneren. Een onecht kind of zo.
Het is maar een gedachte. Maar ik weet dat je mijn brief pas heel laat gaat ontvangen. Daarom spreek ik me uit.
Verder is hier ook niet zoveel te doen. Mijn mobiel heeft geen bereik.
Internet is iets uit mythes die hier de ronde doen.
Het geloof in de realiteit hiervan vervaagt steeds meer.
Dat ik toch schrijf heeft te maken dat af en toe toch de zon een poging doet om hier op te komen.
Dus deze brief moet vooral mijn hart opwarmen, vergelijkbaar met iemand op een onbewoond eiland die een brief in een fles verstuurt.
Omdat het allemaal nog zo pril is kan ik nu niet verder.
Als er geen antwoord komt van wie dan ook ga ik in snel tempo mijn voorraadje wodka opdrinken:
Beter als het pistool van Werther.
Het liefst ben ik dan aan het vissen in zo'n wak in het ijs.
En glij dan langzaam de eeuwigheid in.
........
PS:
Sorry dat ik me zo laat gaan, maar dat heeft te maken met het besef dat het onrealistisch om te denken dat je je bij mij gaat voegen.
Ondertussen zorgt die buurvrouw wel goed voor mij.
Die was er al veel eerder als ik, en kent de omstandigheden:
Een IJskoningin als stiefmoeder.
Je mocht willen dat je onrust daarmee tot bedaren kwam.
