Genocide: iedereen doet wat hem wordt opgedragen
Geplaatst: 13 jul 2009, 10:57
Het idee bestaat dat de overgrote meerderheid van Duitse volk niets wist (of wilde weten) van de genocide en de wreedheden. Ik moest denken aan de inleiding die Jonathan Littell schreed in De Welwillende (2008) over genocide en totale oorlog. Hij schrijft dat de moderne geschiedenis afdoende heeft bewezen dat iedereen, of vrijwel iedereen, in een bepaalde combinatie van omstandigheden doet wat hem wordt opgedragen.
Hieronder het (lange) citaat:
Hieronder het (lange) citaat:
- "Zoals volgens Marx geldt dat de arbeider vervreemd is van het product van zijn arbeid, zo geldt voor de genocide of voor de totale oorlog in hun moderne vorm dat de handelende persoon vervreemd is van het product van zijn handelen. Dat is zelfs zo wanneer de ene mens een geweer tegen het hoofd van de andere mens drukt en de trekker overhaalt. Want het slachtoffer is daar door andere mensen gebracht, tot zijn dood is door nog weer anderen besloten, en de schutter weet dat hij slechts de laatste schakel is in een lange keten, dat hij zich niet méér vragen hoeft te stellen dan het lid van het vuurpeleton dat in vredestijd iemand fusilleert die hiertoe krachtens de regelen der wet is veroordeeld. Het is toeval, weet de schutter, dat hij degene is die schiet, dat zijn kameraaddeel uitmaakt van het kordon en dat de derde man de vrachtwagen bestuurt. Hoogstens kan hij proberen om met de bewaker of de chauffeur can plaats te ruilen. Nog een voorbeeld, niet ontleend aan mijn persoonlijke ervaring, maar aan de historische teksten die in overvloed voorhanden zijn: het vernietigingsprogramma voor zwaar gehandicapten en geesteszieken die in Duitsland werden verpleegd, het euthanasieprogramma. Hierbij werden de zieken, die op grond van een wettelijke regeling waren geselecteerd, in een gebouw ontvangen door beroepsverpleegsters, die hun gegevens noteerden en hen uitkleden; artsen onderzochten hen en brachten hen in een afgesloten ruimte; een medewerker zette de gaskraan open; anderen maakten de ruimte schoon; een politieman stelde de akte van overlijden op. Na de oorlog ondervraagd, antwoorden al deze personen stuk voor stuk: ik, schuldig? De verpleegster heeft niemand om het leven gebracht, zij heeft niets anders gedaan dan zieken uitkleden en kalmeren, handelingen die bij haar beroep horen. De arts heeft evenmin iemand gedood, hij heeft eenvoudigweg een diagnose bevestigd aan de hand van criteria die door andere instanties waren opgesteld. Degene die de gaskraan opendraait, die dus qua tijd en plaats het dichtst in de buurt van een moord komt, verricht een technische taak onder toezicht van zijn superieuren en van de artsen. De schoonmakers die de ruimte leeghalen, doen een karwei dat niet alleen noodzakelijk is voor de hygiëne, maar ook nog buitengewoon weerzinwekkend. De politieman houdt zich aan de voorgeschreven procedure door de dood te constateren en te noteren dat die is opgetreden zonder schending van de geldende wetten. Wie draagt er dan schuld? Allemaal, of niemand? Waarom zou de arbeider die het gas moet opendraaien, schuldiger zijn dan dan de arbeider die met de zorg voor de verwarmingsketels, voor de tuin of voor transportmiddelen is belast?
[...] Nog eens, voor alle duidelijkheid: ik probeer niet te zeggen dat ik aan bepaalde feiten niet schuldig zou zijn. Ik ben schuldig en u niet, mooi zo. Maar u zou toch in staat moeten zijn tegen uzelf te zeggen dat u ook zou hebben gedaan wat ik deed. Misschien met minder inzet, misschien ook met minder wanhoop, maar tocj op de een of andere manier. De moderne geschiedenis heeft meen ik intussen afdoende bewezen dat iedereen, of vrijwel iedereen, in een bepaalde combinatie van omstandigheden doet wat hem wordt opgedragen: en neemt u mij niet kwalijk, maar er is weinig kans dat u een uitzondering bent, net zomin als ik. Als u geboren bent in een land en in een tijd waarin niemand uw vrouw en kinderen komt vermoorden, en waarin ook niemand u komt vragen andermans vrouw en kinderen te vermoorden, prijs dan de Heer en ga in vrede."