Neus:
Als je eenmaal doorkrijgt dat de laatste fase van almacht het laten is, waarom zou je dan nog proberen eerst te komen tot alles kunnen. Je maakt het jezelf alleen maar moeilijk om alles weer af te leren.
Dat snap ik. Maar ik bracht het juist te berde omdat ik denk aan die onmacht die je ook ter sprake bracht. Dat laatste als iets dat juist te maken heeft met niet alles kunnen. (De ladder van Wittgenstein die wel beklommen moet worden en dan pas weggegooid kan worden.
Het is wel de vraag of niet een beetje macht dan toch beter is dan almacht, als almacht toch niet inhoudt dat je alles kan.
Wat is almacht dan? Dat is toch alles kunnen én alles kunnen laten.
De component vrijheid is hier het ultimo van. Toch?
Misschien is er een verplichting dingen te laten en is het vrijheid dingen (fout) te doen.
Een omdraaiing die alleen kan bestaan vanuit de positie van almacht, maar die niettemin klopt voor mensen die denken de almachtige te kennen.
Zoals dus een rechtvaardige God alles aan het toeval overlaat, maar onze wil er uit bestaat het toeval te overwinnen.
Dat klop wel met mijn reactie hier vlak boven. Behalve dat je hier de rechtvaardigheid hier weer ultimo laat samenvallen met alles aan het toeval overlaten.
Schuldig zijn aan onrechtvaardigheid, is het enige dat we kunnen als we niet almachtig zijn.
Dat is dan wel de consequentie van jouw gedachtegang. Maar ik vind dat je in beoordeling de positie op de ladder mee moet nemen.
Misschien dat ik dan inderdaad een voorkeur voor laten heb en dromen, om minder schuldig te zijn, hoewel dat natuurlijk ook een keuze is die de ander tot het tegenovergestelde dwingt Je bent hoe dan ook schuldig en hoeft je daar dus niets meer van aan te trekken.
Dat niet-schuldig voelen is het moeilijkste om te laten, daarvoor moeten wij toch denken.
Ik denk toch dat je nooit onderaan de ladder (of onderweg) naar de bovenste sport moet kijken en nadenken hoe het daar is.
Misschien is toch voor het onderscheid tussen kennen en kunnen van belang in dit verband.