Zes misvattingen over het Nederlands van Piet van Sterkenburg
- Het Nederlands verloedert.
„Elke taal is aan een lawine van verandering onderhevigâ€, noteert Van Sterkenburg. Dat komt onder meer door maatschappelijke ontwikkelingen en technische vindingen. Nieuwe woorden duiken op (â€alternatieve levensvormenâ€, â€kernreactorâ€, â€stormvloedkeringâ€), andere worden afgedankt en verdwijnen geruisloos van het toneel (â€belastingplaatjeâ€, â€bewaarschoolâ€, â€gaskousâ€). En weer andere veranderen van betekenis (â€hoofddoekâ€, â€succesâ€). - Het Nederlands verengelst.
„De vitaliteit van onze woordenschat wordt niet bedreigd door ontlening van woorden aan andere talenâ€, noteert Van Sterkenburg ferm. „Leenwoorden die tot de Nederlandse woordenschat worden toegelaten, zijn meestal namen voor nieuwe begrippen. Ze verrijken onze taal. Zelden of nooit wordt een bestaand Nederlands woord vervangen door een nieuw leenwoord.†- De Europese eenwording en de globalisering vormen een bedreiging voor het Nederlands.
De angst voor de globalisering leidt juist tot boeiende neveneffecten, constateert Van Sterkenburg. Eén daarvan is de toenemende belangstelling voor de eigen cultuur. „Het Wilhelmus wordt populairder dan ooit en van internationals wordt verondersteld dat zij de nationale hymne aan het begin van een wedstrijd uit volle borst meezingen.†- Sms- en twittertaal laten zien dat de Nederlander gehaaster is dan vroeger en zich moeilijker kan concentreren op bijvoorbeeld lange teksten.
„Onze aandachtsboog verslaptâ€, geeft Van Sterkenburg toe. Hij illustreert dat met de gemiddelde duur van een reclameboodschap op de televisie. Twintig jaar geleden was die nog dertig seconden, tegenwoordig zo’n vijftien seconden. Toch is daarmee niet alles gezegd. „De tijd die we aan puzzelen en sudoku in het bijzonder besteden, is langer dan we willen toegeven. In 2005 waren de best verkochte boeken gemiddeld meer dan honderd bladzijden dikker dan tien jaar eerder.†- Het Nederlands verdwijnt.
Voorlopig is daar geen sprake van. Van Sterkenburg: „Hedendaags Nederlands verandert niet zo spectaculair als men het in de discussies wel wil doen voorkomen. Er blijft altijd veel meer gelijk dan er verandert. Daarvoor hoef je maar te kijken naar teksten die een eeuwenoude geschiedenis hebben, zoals de psalmvertalingen. Met een beetje training kun je de vertalingen uit de achtste, dertiende of zeventiende eeuw begrijpen.†- De ontwikkeling van het Nederlands kan gerust worden overgelaten aan de vrije markt.
„Tegen taalverandering op zich heb ik geen enkel bezwaarâ€, geeft Van Sterkenburg aan. Toch zijn er volgens hem zaken waarin hij wel heel duidelijk positie wenst te kiezen. Dat betreft met name de geschreven taal. „Ik wil af van de onverschilligheid en de gemakzucht waarmee spelling wordt afgedaan. In het domein van de schrijftaal ben ik wars van geluiden dat alles moet mogen. Mag er ook eens iets moeten! Hier geen zelfregulerende markt.â€