Plicht is een nocebo. (Mijn mot-du-jour.)
Recht evenzo.
Stemplicht of -recht is dan als de Banach-Tarskiparadox:
(Uit de school klappen om eraan te verdienen en binnen de school blijven om er aan te verdienen.
Wanneer krijg je meer? Als het daarom gaat, kan het best wel eens lonen van mening veranderen, maar maakt uiteindelijk voor het geheel weinig uit.)
Hoe dan ook: Je stemt op één, maar krijgt er twee! Daar is de paradox.
(Of meer! Maar da's weer meer de: memeticae-Banach-Tarskiparadox.)
Maar ja ... dan sta je weer voor de keuze welke van de verplichte, recht- of stemvaardig gevormde bollen nou eigenlijk de bol van vrijheid voorstelt?
Aaargh! Ik zie door al die bollen "de Bol" niet niet meer!
(En dat, terwijl ze notabene allemaal exact hetzelfde zijn?!)
Teveel keuzes, teveel vertegenwoordigers, nooit meer oplossingen van problemen? Een ware democratie.
Het lijkt wel bijna een soort van religie.
En toch gebeuren er dingen om mee eens of oneens te zijn.
Zolang ze je niet al te veel schaden, is er eigenlijk niets mis met die democratie.
Van alle religies misschien de minst "indoctrinerende"?
Alsof het een soort van plicht van de meerderheid betreft, met de minderheid rekening te houden?
En zodra iemand dood is, moeten zijn bezittingen gelijk gemeengoed worden, niks familie, anarachie.
(maar ja, binnen een anarchie is iets bezitten natuurlijk alweer een lastig concept)
Ik vraag me wel eens af, tot welke uitwas ik behoor, met mijn stemgedrag.
Misschien is democratie een soort van duocratie, en verschillen we enkel van mening over de mate van vrijheid die de
oorspronkelijke bol in zich had.
Dan zie ik toch weer een twistappel: "tē kallístē", zei Eris al.
Kom maar hier dan met die gouden appel.
De enige zorgen die ik me dan nog hoef te maken, zijn die over mijn nageslacht. Hoe zij de appel als erfenis moeten verdelen.
Ik heb geen nageslacht, als het goed is.
En verdwijnt de twistappel met mij in het vuur, zijn we allemaal de mooiste en valt er niks meer te twisten.
Als een soort van mis-verkiezing, zeg maar.
Of wil jij hem hebben yopi?
Daarom: steunt allemaal de Partij van de Dieren.
De enige partij die tot doel heeft zichzelf op te heffen.
Als dat gebeurd is, hoeven we niet meer te stemmen en wordt iedereen met respect behandeld.
(althans, dat is de hoop, hoop ik, je weet het immers maar nooit, met die politici, Indianen noemen dat: een gespleten tong.)
Binnen een democratie, zijn de anderen vijanden, want tegen dierenbelangen.
(Ik denk niet dat je PvvD mag verwarren met terroristen als PETA ofzo, de PvvD kiest volledig de democratische weg, net als Donner.)
(Ik zou graag willen dat er eens wat koeien en schapen door mijn straat liepen, hoef ik tenminste niet zelf mijn tuin meer te snoeien, nu alleen die beesten nog zindelijk zien te krijgen, op de juiste plekken.)
Misschien is de grootste vijand van democratie wel de partij die vooropstelt zichzelf democratisch uit de democratie te willen krijgen.
Misschien is diezelfde partij ook wel de grootste vriend van democratie, als ze dat voor elkaar weet te krijgen.
Wie weet?
Ik stem erop, omdat ik toch wil stemmen; het schijnt een burgerrecht te zijn.
En iedere keer doen de uitslagen me toch hoop winnen, en tegelijk verliezen.
Dan denk ik: "Ja mijn stem heeft nut gehad. Net zoveel nut, als toen ik mijn exemplaar van "Mein Kampf", in mijn eentje, in mijn achtertuin verbrand heb.
Friedrich, Marx en Engels erbovenop en wat wapperen met Wittgenstein om het vuurtje aan te wakkeren.
Nog wat oude grieken erbovenop en ik had het lekker warm.
Toen ik Nietzsche erin gooide kreeg ik bijna vuurwerk.
Toen ik het koud kreeg heb ik toch ook Wittgenstein er maar in gegooid, hij hield me tot het laatste warm.
(Ik heb met Gödel nog wat nagewapperd, helaas vatte die zelf vlam)
Daarna ben ik weer teruggekeerd naar de realiteit van mijn huis.
Heb de thermostaat op 21 gezet, een wiskundeboek opengeslagen, en voel me wel.
Want, wat welke filosoof ook maar mag zeggen, de metavisie bestaat binnen de wiskunde.
Zolang het bestaat, binnen iedere filosofie, die filosofie wiskundig uit te drukken, bestaat de Banach-Tarskiparadox.
Of korter gezegd: binnen ZF valt alles te bewijzen, binnen ZFC enkel dat wat van de C afhangt.
Maar ja, wie ben ik?
Niemand hoeft mij na te doen, om zich lekker(der) te voelen.
Ik zoek slechts naar een zich niet zelfvervolledigende, niet zelfbeschrijvende, niet zelfbewijzende, niet zelfvervullende, filosofie.
ZF(NOT)C, zo u wilt.
En dat is al moeilijk genoeg, met alle ideeën die er al bestaan.
Dan heb je ook nog dichters en muzikanten ... kunsternaars.
Bah.
Moet je eerst al hun ideeën gaan weginterpreteren, voordat je tot een conclusie kunt komen.
Stilte.
Lijkt tegenwoordig zo onderschat en onbegrepen te worden.
Dat ik mezelf in een Bommelverhaal voel:
"de mobbeweging"
Stilte.
Ken U dat nog?
::
Om het toch weer enigszins op een socratisch gesprek te laten lijken:
"Stiltetekort en waakoverdaad"
Waarom kunnen dat, binnen een democratie, überhaupt geen bestaande begrippen zijn?
Waarom is het omgekeerde dan wel mogelijk?
Ik hoop ten overvloede, maar toch: "Lawaaioverlast en slaaptekort".
Dan heb ik het over houtvuren nog niet eens gehad.