Mooie excursie Leon, erg fijn om te lezen: Kudos! Vooral je gedicht gaf mij weer denkvoer. Het is wel duidelijk dat je je erin verdiept hebt.
(Hoewel ik vermoed dat je ook veel aan je vrouw hebt gehad?)
:kwinkslag:
Je verdere reaktie geeft me weer aanleiding tot het stellen van een andere vraag, die -meen ik- hier nauw mee verband houdt. Zie aldaar: "Wat is het geluid van geluid?"
(Een pregnante vraag, want ten tijde van dit schrijven is ze nog niet gesteld.)
Maar ik blijf toch nog met een aantal zaken achter.
Ik vond dit plaatje op
wikipedia:
(Klikbaar voor een nog grotere versie)
Als je er scheel naar kijkt (eso- of exofoor maakt niet uit, hoewel esofoor makkelijker lijkt), zodat je een plus in het midden overhoudt, gebeuren er interessante dingen. Je krijgt (na een tijdje, als je hersens eraan gewend zijn) een "verboden" kleur te zien. Het kan ook zijn dat je kleurwisselingen blijft zien, maar ... ehm ... niet iedereen "overkomt" het, om het eens politiek uit te drukken.
Hoe houdt het zien van die "kleur" verband met het zien van "verboden" getallen?
Het lijkt me een hele mooie metafoor, om mee uit te kunnen leggen hoe complexe getallen eruit kunnen "zien".
Op de x-as heb ik alle waarden van blauw: van 0% tot 100%
Op de Y-as heb ik alle waarden van geel: van 0% tot 100%
(Als jij meent dat je je iets van -100% blauw of -100% geel kunt voorstellen, mag je dat doen, het maakt volgens mij niet uit over wat ik ermee wil zeggen, het is sowieso relatief, in die zin, dat de
mate van geel en blauw relatief zijn, maar je hebt dan wel moeite een oorsprong te vinden.)
Maar laten we voor het gemak stellen dat: ons assenstelsel begint bij 0% blauw en 0% geel. Dat is zwart toch? Binnen deze relativiteit? Of evenzogoed kan het wit zijn: met 0% luminantie. Nou betrek ik er opeens nog een dimensie bij: Het beginnen vectoren te lijken, waarbij de mate van illuminatie de lengte bepaalt.
Maar goed 100% blauw en 100% geel is dan wit, of zwart, naargelang de luminescentie.
Daarnaast, voor het gemak even, heb ik een assenstelsel met rood en groen, met exact dezelfde eigenschappen, 0% rood en groen, &c. en zij bezitten ook luminescentie.
Die luminantie-as, want dat is wat beide stelsels gemeen hebben, overlapt en is gelijk aan alle grijswaarden.
Dat is zowel heel makkelijk als heel moeilijk voor te stellen.
Binnen de vier dimensies die grijs kunnen vormen, lijkt grijs haast wel twee-dimensionaal.
Kan een vlak 4 dimensies parallel doorsnijden? Of wordt ze dan automatisch een bolvormig?
Kun je het met me eens zijn dat de luminantie-as gelijk is voor de waarde van alle kleuren? DWZeggen (dank je yopi!) dat er dus slechts vier kleurwaarden zijn? Met elk een luminantie?
Dat het vlak, door alle kleurwaarden, waar de vergelijking (b+G)=(r+g) een grijsgebied kan voorstellen? (blauw, Geel, rood en groen) Met luminantiewaarden variërend van 0% tot 100% en van alle kleuren een waarde?
Dat dus "puur wit" op de lijn van alle kleuren bij elkaar en 100% illuminantie ligt?
Gaat je een licht op?
psi(t)=<rb | Gg> in bra-ket notatie. En tegelijkertijd geldt:
psit(t)=<rG|gb> sterker nog: die twee zijn equivalent:
De kleur van psi op tijdstip t, hangt af van wat Geel en groen waren, toen ze rood en blauw ontmoetten. En rood en blauw hangen af van Geel en groen.
Het hangt er maar net vanaf welke intensiteit jij aan psi(t) toekent.
Daarom kan ik over psi(t+1) geen uitspraken doen.
En dat is de makke.
Dat "licht", ligt buiten het vermogen van onze ogen, maar wel binnen dat van onze hersenen.
Nu ga ik die beide stelsels mengen.
Valt er een oorsprong aan te wijzen?
Kan ik vlakken van dezelfde kleur (grijsheid?) benoemen?
Mag ik dan stellen dat een bepaalde tint grijs uit fracties van alle kleuren opgebouwd is?
Is het dan raar dat grijs soms geel en soms blauw lijkt?
En hoe zit dat met de illuminatie?
Verklaar het maar
Blauwig-geel of Gelig-blauw, wordt het ook wel beschreven.
Maar geen groen, of misschien beter: geen "werkelijk" groen. De kleur groen, zoals die zich in het lichtspectrum ophoudt, kunnen we dus eigenlijk niet zien als opgebouwd uit geel en blauw (dat geeft zwart immers, of wit). We maken er een mentale voorstelling van, met dat nog lang niet uitgeëvolueerde zintuig, dat ons oog is. Maar waarom zou het verder evolueren? We weten toch wat groen is? Een beetje blauw en een beetje geel bij elkaar. Of het via het HSV of HSL systeem uitlegbaar. (Of, in TV-spraak: NTSC, "Never The Same Colour", PAL "Perfect At Last", die maken beide gebruik van een mix van de beschikbare systemen.)
Pak nu eens 50 jaar TV evolutie en de waarneming van kleuren van een NTSC-gebaseerde mens en een PAL-gebaseerde mens.
Dat is eigenlijk best raar: op de kleuter- en basisschool, op sesamstraat en het klokhuis, wordt je geleerd dat blauw en geel groen worden.
Op de TV zie je gebeuren, dat additieve menging het omgekeerde is van substractieve menging, als je niet (of juist wel) oppast zie je de TV als een omkeerder, maar dan wel een hele rare: Het is geen spiegel, noch een lens.
Het is een kleurenschifter/discriminator en - blender tegelijk.
Kleuren-TV is het summum van zwart-wit-TV.
HM.
Waarom is één oog wel in staat groen te zien (te interpreteren), maar zodra je je linker- en rechterhersenhelft gaat vragen uit blauw en geel groen te maken (met behulp van je twee ogen) mislukt het? Althans bij mij, maar YMMV, zeggen ze wel eens.
Via de vraag van de kleur van kleur, kun je ook terecht komen op de vraag van de kleur van een spiegel: Wat is de kleur van een spiegel eigenlijk? Hoe beeld je, als schilderaar/kunstenaar een spiegel af, of, hoe kun je hem weergeven? Welke kleuren van het palet zijn ervoor geschikt?
Of kan het eraan liggen dat toch "iedereen" "weet", hoe een spiegel eruitziet maar niemand er ook werkelijk naar heeft gekeken, zodat je maar kan schilderen wat je wilt? Toch zijn op foto's en dergelijke spiegels altijd herkenbaar. Een spiegel te moeten schilderen lijkt mij net zo moeilijk, zo niet moeilijker, als wolken schilderen, of de branding.
Iedereen weet hoe het eruitziet, maar niemand weet het je voor te schilderen, zeg maar.
Ik vond twee voorbeelden, de eerste dankzij yopi, een tijd geleden alweer (waarvoor nog dank yopi) en de tweede vond ik tijdens het zoeken naar een geschikt plaatje om het eerste weer te geven:
Het doet me wel iets: alsof er een soort van veronderstelde verbinding tussen die twee bestaat.
Ik zie nu ondertussen ook een nieuwe tak van schilderkunst voor me: het autostereogram met verboden cq onmogelijke kleuren.
(Daar heb ik nog geen plaatje van gevonden, dat zal ik misschien zelf moeten maken, of misschien is een ander me binnenkort wel voor.)
Het geeft wel weer een nieuwe dimensie aan kunst, of op zijn minst aan de kleurenleer.
Of zoals yopi het zo lekker uitdrukte:
Dus: Hoe de vervreemding opheffen tussen wetenschap en kunst?
Alhoewel ik bang ben, dat de vervreemding er alleen maar groter door wordt.
Maar er speelt nog een andere belangrijke factor mee.
De beelden die ik nu toon, die nu op een beeldscherm zichtbaar zijn, zijn lichtbeelden.
Vooral die van blauw-geel is raar, je ziet namelijk geen geel, je ziet een additieve mix van RGB pixels.
Waarom zie je dan tóch geen groen?
Ik heb zelf geen kleurenprinter, misschien zou je het thuis uit kunnen printen met een CMY printer en kijken of je dezelfde resultaten bereikt?
Alvast dank.
yopi schreef:En ik zou willen weten, wat een minder intellectueel ingesteld iemand daar nou van vindt.
(...)
Dwzeggen, dat ze binnen het spectrum van hun bereik op de lineaire schaal van de electro-magnetische lineaire schaal, hun beleving afronden op het gebied van de beleving.
Dat klinkt niet als lekentaal, yopi:
Het lijkt me, naast de schiere onmogelijkheid ervan, dat een
bidsprinkhaan en een mens het ooit eens kunnen worden over de kleur groen.
Alleen al omdat de eerstgenoemde meer receptoren, "kegeltjes", heeft voor diversere golflengten.
Wat me weer op de evolutie van het oog terecht doet komen.
Waarom slechts drie? en waarom maar zo'n beperkt stuk van het spectrum?
Kunnen onze hersenen niet meer aan? Of is het genoeg?
Waarom heeft zo'n "simpel" wezen als een bidsprinkhaan dan zo'n superieur oog? Om de hersens te ontlasten?
Maar ja, ik voel aan dat ik met het stellen van een dergelijke vraag me begeef op het gebied van mijn oorspronkelijke: Wat is de kleur van kleur.
Of, om wat ik onlangs van Leon geleerd heb in praktijk te brengen:
Hoe komt (de waarneming van) kleur tot stand? Vooropgesteld dat er kleur is, natuurlijk. (!)
Ohm!