"Het Heelal als Zelfverlichting in Schijnvrijheid"
Geplaatst: 08 mei 2020, 00:21
Met "zelfverlichting" bedoel ik het volgende. In de eerste plaats bedoel ik met "verlichting" het tegendeel van "verzwaring", niet van "verduistering". En met "zelf" bedoel ik in de eerste plaats niet een "zelf" ("je zelf"), maar de verlichting zelf: "zelfverlichting" betekent hier in de eerste plaats de verlichting van de verlichting.
Deze verlichting verlicht zich namelijk van zichzelf in "schijnvrijheid", de schijnbare vrijheid om te schijnen (stralen). Dit verwijst naar mijn theorie van de dualiteit van ruimte en licht (vergelijk voor de vorm, doch niet voor de inhoud, de term "dualiteit van golven en deeltjes").
Ruimte is de schijnvrijheid van lichamen; ieder lichaam is een lichtbron, of althans stralingsbron (het hoeft voor ons geen zichtbaar licht te zijn). De "uitdijing" van het heelal is in werkelijkheid het feit dat alle lichamen zelfverlichtingen in schijnvrijheid zijn, hetgeen zoiets wil zeggen als "zelfverdampingen in aether": het heelal dijt niet echt uit, het is altijd oneindig geweest, maar zijn inhoud—de genoemde lichamen—worden steeds kleiner, stralen zich steeds verder uit in ruimte/licht.
In de tweede plaats bedoel ik dat alle lichamen zelfverlichtingen zijn in de zin van een verlichting van hun "zelf", hun ego, hun lichaam: ze zetten zichzelf steeds meer om in geest, bewustzijn: ruimte en bewustzijn zijn hetzelfde. De "uitdijing" van het heelal is de bewustwording van het heelal, en in het bijzonder zijn zelfbewustwording: het wordt zich steeds meer bewust van zijn bewustzijn zelf.
Deze verlichting verlicht zich namelijk van zichzelf in "schijnvrijheid", de schijnbare vrijheid om te schijnen (stralen). Dit verwijst naar mijn theorie van de dualiteit van ruimte en licht (vergelijk voor de vorm, doch niet voor de inhoud, de term "dualiteit van golven en deeltjes").
Ruimte is de schijnvrijheid van lichamen; ieder lichaam is een lichtbron, of althans stralingsbron (het hoeft voor ons geen zichtbaar licht te zijn). De "uitdijing" van het heelal is in werkelijkheid het feit dat alle lichamen zelfverlichtingen in schijnvrijheid zijn, hetgeen zoiets wil zeggen als "zelfverdampingen in aether": het heelal dijt niet echt uit, het is altijd oneindig geweest, maar zijn inhoud—de genoemde lichamen—worden steeds kleiner, stralen zich steeds verder uit in ruimte/licht.
In de tweede plaats bedoel ik dat alle lichamen zelfverlichtingen zijn in de zin van een verlichting van hun "zelf", hun ego, hun lichaam: ze zetten zichzelf steeds meer om in geest, bewustzijn: ruimte en bewustzijn zijn hetzelfde. De "uitdijing" van het heelal is de bewustwording van het heelal, en in het bijzonder zijn zelfbewustwording: het wordt zich steeds meer bewust van zijn bewustzijn zelf.