Vervolg aan Historie Filosofie

Discussies in je eigen vakjargon.
Gesloten
Valère
Posts in topic: 1
Berichten: 70
Lid geworden op: 18 jan 2010, 10:56
Contacteer:

Vervolg aan Historie Filosofie

Bericht door Valère » 04 mei 2012, 16:10

Deel II : eigen visie op de filosofie en op de realiteit .
----------------------------------------------------------
--Na een kort historisch overzicht van de filosofie, past het om zelf ook tot conclusies te
komen of om dit te proberen : dat is pas aan filosofie doen ..."De mens wil immers weten..."
M.i. is filosofie tot nu toe vooral een strijd geweest tussen enerzijds materialisme (
stoffelijk realisme) en anderzijds spiritualisme en idealisme (een geestelijke dimensie van
de realiteit) . Of misschien ook tussen wetenschap en geloof ; rationalisme en realisme;
religie en Verlichting en atheïsme...
En het was vooral Kant met zijn Copernicaanse wending en zijn antinomieën, die de aanzet
was tot allerlei vormen van idealisme, ook bij mij ... :

Immaterialisme I : Argumentatie tot een vorm van idealisme :
ANTINOMIE :
Processus 1 : Thesis : de ruimte is eindig . Als de ruimte in reële zin, als draagster van
'materiele' substanties, werkelijk bestaat, dan moet ze meetbaar zijn, t.t.z. er moet een
bepaald, beperkt aantal 'x' kubieke km, of zelfs kubieke lichtjaren ruimte zijn en bestaan .
Anti-thesis : de ruimte is oneindig . Als de ruimte dan wel bepaald en gelimiteerd zou zijn,
dan moet ze begrensd en quasi om-muurd zijn . Door wat ? En wat is er dan na of achter die
muur ??? Ja wel, alweer ruimte of uitgebreidheid ;... anders kan men zich dat niet
voorstellen ... Conclusie : de ruimte is zowel eindig als oneindig ; wat een contradictie is ;
een antinomie .. Oplossing : de ruimte 'bestaat' niet in zijn reële zin.; en wordt zeker niet
gepercepteerd via onze zintuigen .; doch is slechts een middel à priori tot de voorstelling
van alle reële, 'materiele' substanties -hetgeen Kant ook al beweerde ... De ruimte is slechts
als idee in de geest en het verstand aanwezig, als middel tot het vormen en voorstellen van
alle zogenaamde 'materiele' zijnden . Bijkomende conclusie : indien er geen reële ruimte
bestaat, kunnen ook geen 'materiele' substanties of lichamen er zich in bevinden en bestaan .
Processus 2 : De 'tijd' is eveneens slechts een ideëel begrip, dat geen enkele blijvende
existentie verzekert . Het 'verleden' is er niet (meer), en bestaat slechts als gedachte, idee ; ook de 'toekomst' is er (nog niet,) en bestaat ook slechts als verwachting en idee in de geest . Het 'NU', daar zouden we het moeten mee doen ; maar het 'nu' is net als de 'punt' een
'nihil', en heeft geen enkele duur ... Dus de Tijd in zijn drie 'tijdsmomenten' verleden,heden
en toekomst is er enkel als idee, gedachte, bewustzijn in de (een) geest ...En aldus, al wat in
de tijd gebeurt of 'is' , doet dit slechts op een ideeële wijze ... Zodoende komen we tot een
volstrekt 'idealisme' ...
Processus 3 : Het enige 'absolute zijnde' kan slechts de 'logica' zelf zijn -ongeveer als de
Logos bij de oud-Grieken- De logica : t.t.z. de eeuwige wetten van de fysisca, van de
wiskunde of de logica zelf . Al het overige , wat is, is contingent te noemen , niet 'absoluut
moeten zijn' en afhankelijk ...Alles moet aldus uit dit enige 'absolute zijn' voortspruiten als ideeële substanties of 'zijnden' . Dit 'absolute moeten zijn' is dan ook te zien als de
onbepaalde, ongekende Wil, -het moeten zijn van de logica- de 'geestelijke', ongekende
energie ; en het ware 'innere der dingen', waaruit alles als voorstelling of idee (vorm)
emaneert . Dit was ook het positief antwoord van Schopenhauer aan Kant, die het 'innere
der dingen'niet kon kennen ...

Besluit : Ons volstrekt idealisme leidt ons naar een 'Denken van het denken' -term van
Aristoteles -; tot een Super-ego, waarin alles, ook wij, als 'moment-gedachten' 'er zijn' en
terug verdwijnen als in één 'groot geheugen' ... Dit noem ik : "SUPRA-SOLIPSISME" .
'Solipsisme' is m.i. een 'brug te ver'; daar het egoïstisch voorkomt, en het eigen ego tot
onwaarschijnlijke hoogten optilt, waar het zichzelf nooit kan terugvinden .
Het nieuwe concept 'SUPRA-SOLIPSISME' is beter aan te nemen ; ALDUS BESTAAT
ALLES SLECHTS ( als het ware ) ALS VOORSTELLINGEN OF GEDACHTEN IN EEN
SUPER-BEWUSTZIJN of SUPER -EGO , WAARVAN ALLES EN OOK ONS EGO SLECHTS
MOMENT-IDEEËN ZIJN ; NET ZOALS WE ZELF MET TIJDELIJKE GEDACHTEN BEZIG
ZIJN, TERWIJL MEERDERE GEDACHTEN OF IDEEËN IN ONS GEHEUGEN OF IN ONS
BREIN AANWEZIG BLIJVEN .
Zie het besluit van de filosofie van Berkeley, "...dat alles slechts in de geest bestaat, ook in een algemene geest, waaraan alles dan deelneemt" .
Of de filosofie van Hegel, ...dat "alles slechts een trap is in de ontwikkeling van de
'absolute Idee' " en " dat de rede niet verstoken is van de werkelijkheid, en de werkelijkheid
niet van de rede" .

Immaterialisme II : ARGUMENTEN zijn wel nog geen BEWIJZEN ; maar dat is nu eenmaal
FILOSOFIE...
Het is duidelijk, dat in mijn onderwerpen en antwoorden steeds een ontologisch idealisme
als basis-principe naar voor geschoven werd . En dikwijls wordt mij gevraagd meer
bewijzen of argumenten, verzameld, op te voeren . Daar wil ik hierbij enigszins aan voldoen
Toch blijft het meta-fysica en filosofie ; dus geen wiskunde, zodat 'bewijzen' niets meer
dan hypothesen en redelijke theorieën kunnen worden . ---Na opzoeking in de
discussiegroepen, waarbij ik aangesloten ben, heb ik volgende argumenten van mij-zelf
teruggevonden .
Arg.1. Uitgangspunt was : 'Van immaterialisme naar idealisme' : een
antinomie van de 'ruimte' .:( herhaling van hierboven ). Processus ; Stelling A. - 'De ruimte
is eindig' : Als de ruimte in zijn, laat ons zeggen , gewone 'materiele' betekenis en zin zou
'bestaan', moet ze een bepaalde omvang hebben ; in principe meetbaar zijn ; een bepaald
aantal kubieke km. of zelfs kubieke lichtjaren tellen ; anders 'is' ze er niet . Stelling B . 'De ruimte is on-eindig' : Indien de ruimte dan een bepaalde omvang moet hebben , moet ze wel begrensd en als het ware om-muurd zijn ...Vraag blijft dan echter : 'wat is er achter die
muur of voorbij die grens ?' ..Ja, alweer ruimte ; anders kan men zich dat niet voorstellen .;
dus een on-eindige ruimte . De ruimte moet aldus zowel eindig als oneindig zijn ... Wat een
contradictie is ... Conclusie : De ruimte kan zodoende slechts 'ideëel' 'bestaan of zijn . ;en is ze ook samen met de 'tijd' slechts in de 'geest' bestaande ; hetgeen Kant zijn beroemde 'à
priorismen' noemde ... Gevolg alle 'substanties', die zich in de ruimte bevinden, kunnen
aldus ook slechts een ideëel bestaan leiden ; en net als de à priorismen zelf, waarin ze zich
voordoen, slechts in dé of in een geest bestaan .Zie ook Berkeley .
Arg.2 : Ook had ik het over het 'stoffelijk' nihiliseren van zowel 'vormen' als 'inhouden' van
alle substanties . Substanties als vormen zelf, geëvolueerd vanuit de punt, dat een 'niets' is, via de lijn, naar het oppervlak, en naar het lichaam (als vorm), waarvan elk element op zich alweer een 'nihil' is, moesten op hun beurten 'onstoffelijke nihils' zijn .; en slechts bestaan als 'ideeën' .
Arg. 3 : Hetzelfde werd gezegd van de inhouden van de dingen of substanties, die we ook
volgens Kant niet kunnen kennen . Want bij het zoeken naar die diepere inhouden stuit men
alweer op vormen en oppervlakten, die een materieel 'niets' zijn ; zelfs bij het splitsen van
de kleinste partikeltjes kan men slechts nieuwe vormen waarnemen ; maar nooit geen
'innerlijkheden' . Die inhouden zelf blijven verborgen buiten alle empirisch onderzoek, en
kunnen slechts ideëel begrepen worden als een soort energie, die men slechts een naam
kan geven .
Arg. 4 : Ook de 'tijd' is gezien geworden, als bestaande uit 3 delen ; nl. het verleden, het
heden en de toekomst. Het verleden, dat niet meer is, en slechts in een geheugen blijft
bestaan . De toekomst, die nog niet is ,en slechts als een verwachting eveneens in de geest
bestaat . En het 'heden' of het 'NU' is net als de punt zonder afmetingen, een moment dat
op zich een 'nihil' is . Zodat ook het begrip 'tijd' als een 'ideêel' iets moet gezien worden
Tijd is eveneens een à priorisme van Kant ...
Arg. 5 : Verder werd gesteld, dat enige vormen van 'intelligentie' in onze wereld zeker niet
kunnen geloochend of ontkend worden . ; zie onze verstandelijke-, en wils faculteiten.
Niemand gaat toegeven, dat hij geen verstand of geen eigen wil heeft . Is het bestaan of het
hebben van een intellectueel- of wils vermogen dan een enig feit in onze cosmos ? Ook als
men, net als de ziel, intelligentie op een materiele wijze zou interpreteren en begrijpen, dan
nog moet men besluiten, dat in 'materie' een vorm van intelligentie of bewustzijn
verscholen moet zitten , en er uit geëvolueerd is . Aldus moet men aanvaarden, dat
zogenaamde 'materie' als inhoud een zeker energiek-onstoffelijk bewustzijn moet bezitten,
insluiten ,of in potentie hebben ..
Arg. 6: Hetzelfde kan gezegd worden over causaliteit, finaliteit, en vrijheid, waarvan bij de
mens zeker enige vorm van te vinden is . Zonder enige vrijheid is geen
verantwoordelijkheid, geen moraal en geen intentionaliteit mogelijk. En vrijheid leidt ons
ongetwijfeld buiten het empirische naar het 'transcendente' en het 'ideeële .
Arg. 7 : We hadden het ook dikwijls over dualismen, of pluralismen in de filisofie ; die dan
volgens mijn opinie niet konden aangenomen worden . ;Dus geen 'denken en
uitgebreidheid', geen 'lichaam en ziel', geen geest en stoffelijke materie samen mogelijk ...;
daar geen enkele 'osmose' tussen meerdere grond- of basisprincipes kan aanvaard worden .
Hoe kan geest op 'stoffelijkheid' inwerken, enz.? "Geest kan wel materie voorstellen ; maar
materie op zich kan geen voorstellingen maken" . Stoffelijke materie is aldus slechts een
verschijningsvorm , een fenomeen van een ongekende, bewuste energie of geest ..;
Bewustzijn zelf is echter niets anders dan voorstelling subject tot object... ---Verder heb ik
nog aangehaald, van : Democritos en zijn a-tomen-leer . Democritos stelde dat de atomen verder ondeelbaar waren .. Is alles wat stoffelijk-materieel is dan niet niet verder deelbaar ? Democritos poneerde hierdoor, dat de inhoud van die atomen niet echt 'stoffelijk' kon zijn; alhoewel hij de eerste materialist werd genoemd ...;
Kant stelde dat het 'innere der dingen' niet empirisch kon gekend of gezocht worden ; zie
zijn antinomieën en zijn à prioriteiten van ruimte en tijd...
Berkeley kan hier nog aan toegevoegd worden met zijn absoluut idealisme, dat hij
concludeerde uit de primaire en secundaire ontologische eigenschappen van de 'dingen' of
de substanties die Locke als empirist uitgevonden had .: Volgens John Locke -Engels
wijsgeer en empirist (1632-1704)- waren uitgebreidheid, grootte, vorm, aantal, beweging
en rust primaire eigenschappen van de dingen of van de substanties waaraan ze werkelijk
toebehoorden ; en de 'zijnden' met deze eigenschappen hadden een reëel bestaan .
Secundaire eigenschappen waren kleuren, geluiden, smaken en geuren, die slechts
subjectief ervaren worden en aldus niet aan de dingen echt toebehoorden . George
Berkeley -Iers wijsgeer en absoluut idealist (1685-1753)- ging een stap verder, door
eveneens de primaire eigenschappen als on-werkelijk te beschouwen: immers, zo zei hij :
"als kleuren ( ook wit en zwart ) geen eigenschappen zijn, die toebehoren aan de
substanties zelf, en aldus niet reëel bestaan, dan zijn er ook geen vormen of uitgebreidheid
mogelijk, want het is eerst door de kleuren-waarneming, dat deze vormen een reëel bestaan
kunnen hebben .Waar zouden zonder de kleuren de grenzen van de waargenomen
voorwerpen dan nog liggen? " De primaire kwaliteiten kennen we alleen door de kennis van
de secundaire, en bestaan dus eveneens alleen als ideeën . Volgens Berkeley waren zowel
de primaire als de secundaire eigenschappen slechts ideeën in en van de dingen; ideeën,
die slechts in de geest konden existeren. "Esse est percipi" ...of "zijn is waargenomen
worden...
Schopenhauer vulde dat innere in met een intellectuele Wil, als oorzaak en beweegreden
van alles .
Hegel zag alles eerder als een evolutie van de Absolute Idee ---"De rede is niet van de
werkelijkheid en de werkelijkheid is niet van de rede verlaten".
Leibniz tenslotte begon zijn Monadologie als volgt : 1. De monade is een eenvoudig 'iets',
een enkelvoudige substantie, dus zonder delen . 2. Er moeten eenvoudige of enkelvoudige
substanties bestaan, omdat er samengestelde zijn ; want samengestelde zijn
samengevoegde enkelvoudige . 3. Daar in de monade geen delen zijn, is geen
uitgebreidheid, geen vorm of deelbaarheid mogelijk . En die monaden zijn werkelijk de
atomen van de Natuur - in een woord de 'elementen' van alle dingen ... Enz.....
Arg. 8: Besluiten voortvloeiende uit de relativiteits-theorie en de quantum-mechanica
hebben aangetoond, dat de stelling van materie als mechanisch en stoffelijk, niet langer
kan weerhouden worden ; gezien het enigszins gelijkschakelen van 'massa en energie' en
vice versa ; en ook anderzijds met het terug invoeren in de wetenschap met een zekere
'creatio ex nihilo' een ontstaan of schepping uit het 'niets' ; namelijk door het waarnemen
van sub-atomaire deeltjes die ontstaan en weer verdwijnen in het 'niets' , enz.. Materie is
voor de quantum-theorie eerder een ideëel 'iets' of begrip dan een 'tastbaar' ding .
Arg. 9: Er bleef enkel nog een vorm van 'energie' over , die dan van een intellectueel,
berwuste aard moest zijn . ; en op zich zelf niets meer dan de 'eeuwige logica'zelf kon zijn .
De logica van de wiskunde, de formele logica of de wetmatige natuurwetten , deze wetten
waren dan het enige 'absolute' in onze cosmos ; en al het overige bestaande moest als
'contingent' worden gezien. Alles moest dus uit die eeuwige absolute Logos - logica
geëmaneerd zijn . Logica is zelf een 'moeten zijn', en intelligente wilsakt als het ware, die
enigszins met de Wil van Schopenhauer kan vergeleken worden . Schopenhauer vond aldus
ook een oplossing voor het 'ongekende innere der dingen' van Kant ...; hij noemde dit
innere een 'Wille' ...
Arg. 10. Die enige energie was dan ook de voorstelling of bewustzijn, dat alles schiep als
'idee', en waaraan wij ook samen met alles deelnemen . Een bewustzijn, dat op zich, zoals
reeds aangehaald, enkel voorstelling is; -een juxta-posering van 'nietsen' als punten en
nu-momenten -.en waarin object en subject samen vallen ...zie Hegel- Alles zien als 'ideeën',
gedachten, voorstellingen of bewuste acten, uitgaande van een allerdiepst, onderbewust
'zijn', lijkt aangewezen .== Idealisme ... "Ken je zelf, dan ken je 'god', of dan ken je het
'principe' van alles" , wordt toepasselijk . Wij zelf , allen en alles zijn dan als het ware,
slechts 'moment-ideeën' van één Super -ego ; 'Het denken van het denken' zelf -..Zie
Aristoteles .

Besluit : Geen egoïstisch solipsisme, maar een SUPRA-SOLIPSISME, als vorm van
idealisme kiezen, blijft een redelijke keuze...
Deze argumenten zijn transcendente 'richtingaanwijzers' ; Maar omtrent het
'transcendente' zelf moet men toegeven, dat het een 'Weten van niet-weten' blijft ...Maar
zeker is : "Er is meer" ...Het blijft echter META-FYSICA .

Immaterialisme III- : ALLES IS LOGISCHE EVOLUTIE--
Stoffelijke materie, zien we als objecten of substanties . Substanties, de dingen dus,
kennen we als vormen en hun inhouden ; of liever als inhouden en hun vormen .
Wat zijn vormen ? Volgens Aristoteles waren vormen ideeën ; ideeën van 'zijnden' . Vormen
of 'lichamen' van substanties kunnen we verder ontleden in vlakken, lijnen en tenslotte in
punten .
De punt is op zich een 'niets' een 'nihil' ; want wat meer is dan de punt moet men reeds een
vlak of zelf een volume noemen .
De 'punt' en het 'nu' zou men de eenheden van bewustzijn kunnen noemen . Bewustzijn,
dat steeds een tegenstelling is van een subject tot een object of van een subject tot een
ander subject .Dus hier van een materieel niets tot een ander niets . Het 'niets nietst' dan
werkelijk .
De Punt stelt zich als het ware een ander punt voor, die dan samen tot een 'voorstelling
van een lijn komen .
Maar ook de lijn is op haar beurt een nihil . Ze is de verbinding tussen twee punten, dus
tussen twee nietsen . Sommigen zien de lijn als een verzameling of een juxta-positie van
punten, dus weeral van nietsen .
Het vlak ontstaat door een verbinding van rechte lijnen tussen minimum drie punten . De
oppervlakte zelf is slechts een onwezenlijke grens van een 'lichaam' of een vorm, dus een
stoffelijk niets; die men slechts als 'idee' kan begri!jpen .
Lichamen en vormen van substanties zijn slechts immateriele vormen of liever ideeën .(
vlgs Aristoteles was een vorm een idee ) .
Ook de inhouden van de substanties kan men zich onmogelijk empirisch voorstellen .
Bij het 'indringen' in iedere vorm of lichaam komt men voor een nieuwe vorm te staan .
Slechts de buitenkant ( de façades) van de dingen kan men waarnemen en begrijpen . Ook
als men de kleinste sub-atomaire deeltjes zou splitsen, zouden we slechts op nieuwe
vormen van die gedeelde deeltjes stuiten . We blijven steeds aan de buitenkant ...
'Het innere der dingen' kunnen we echt niet kennen ; en Kant had dat juist gezien ...
Dit 'innere' begrijpen als een 'energie' blijft eveneens vaag ; want energie-in zijn
'materiele' zin- is slechts waar te nemen of voor te stellen als een vorm van beweging ; en
beweging is een plaatsverandering van substanties, atomen of electronen .; dus van
stoffelijke nietsen ...Materie zien als 'golven' is evenmin evident;want...als golven waarvan? - Quid ?
Zowel vorm als inhoud zijn aldus stoffelijke 'nihils' ; en substanties kunnen slechts als
ideeën of voorstellingen begrepen worden en bestaan .
"Nihil ex nihilo" -niets uit niets- klonk het ; maar er is het scheppingsverhaal -God en de
Bijbel (creationisme) en er is ook het 'evolutionisme' van Darwin ; maar er is ook de Theorie
van de BIG BANG ( de oerknal) , die eveneens zegt dat alles uit een 'stoffelijk' niets is
ontstaan . --Big bang : alles emaneert uit een schijnbaar 'niets' met een massa O en een
oneindige 'energie' . --Een massa O of een volledig stoffelijk-immaterieel begin enerzijds en
anderzijds een oneindige energie ... Vraag blijft hier een oneindige energie teweeggebracht
door wat, door welke materie ; want energie is steeds causaal-veroorzaakt door 'stoffelijke'
bewegingen, anders kan men zich geen energie voorstellen ; altijd valt men terug op enige
stoffelijke beweging zij het in de macro-cosmos als in de micro-wereld van de atomen de
deeltjes en de sub-deeltjes . --Maar als massa O verwijst naar oneindige energie, moet die
energie zelf dan van een immateriele aard zijn ; dus er is een spirituele, intelligente of
bewuste energie aan de basis van alle stoffelijkheid ...; de .formule E=mc2 wordt
E=mc2=Psy ....
En toch 'kennen' of ontmoeten we de dingen als quasi 'materiele' substanties ; maar deze
zijn dan slechts als het ware verschijningsvormen ( fenomenologie )van uit een
transcendente-bewuste-energie; die wij niet echt kunnen kennen .
En die bewuste-energie, misschien wel te vergelijken met de 'Wil' (die Wille) van
Schopenhauer, moet men begrijpen als het enige absolute ; zoals de eeuwige wetten van de
logica of de wiskunde dat zijn ...
Naast die eeuwige logische wetten, die ook in de natuur heersen, is alles contingent,
afhankelijk ; en is dus voortgekomen uit die 'bewuste-energie' en logica, die eenheid, die
het substraat van alles moet zijn .
Die bewuste logica 'schept' als het ware alles in zijn 'voorstelling vanuit het 'niets', de punt zelf, het ego-centrum, dat verder door juxta-posering van deze punten of nihils alle 'zijnden' evolueert .
Want bewustzijn is niets anders dan 'voorstelling' . En het 'moeten zijn' van de absolute
logica is tevens de 'Wil' en de aanzet tot dit alles .
"De Wereld als Wil en Voorstelling".."Het denken van het denken"... ?
Gezien onze beperktheid, en onze deelname aan die logische evolutie is 'dieper inzicht' in
dit alles onmogelijk;
Ook dit blijft "Een weten van Niet-weten" ...
De Logica ( Logos ?) is werkelijk het enige absolute, de eeuwige wet (ten) , waarnaast al
het overige , dat bestaat dan contingent moet genoemd worden ; en emanent uit die logica
moet ontstaan zijn.
Logica- wiskunde, enz. ..2+3 moet 5 zijn ; Pi moet 3,14... zijn, enz. Dat logisch MOETEN
ZIJN is een eeuwige WIL, net als onze Wil die oorzaak is van handelingen , denken en van
de meeste bewegingen in ons . Beweging is 'energie' en dan zien we bij Einstein een
gelijkwaardigheid van 'Energie' en Massa' of materie ....
-Vandaar een filosofische formule "" E = mc2 = Psy ( 'Psy' staat dan voor een ongekend
bewustzijn ) ., een formule die niet wiskundig kan bewezen worden, maar enkel
meta-fysisch aan te nemen is ...
De wil en het 'denken' van een absolute Logica zien als substraat van 'alles', kan ook tot
oplossing van meerdere problemen in de filosofie zorgen :

(zie verder deel II)

DETERMINISME en WILSVRIJHEID van de mens : De mens als deel van een Super-bewustzijn , of logica of Super-ego ; is ook op zich een 'onbewogen beweger' en kan dus zelf causaal handelen zonder enige andere oorzaak . Maar
tegelijker tijde wordt ook hij causaal be-invloed door anderen of het andere ; zodat we de
mens zowel 'vrij' als onvrij' of gedetermineerd kunnen noemen . --Vandaar de
verantwoordelijkheid van de mens voor zijn daden, voor zijn 'moraal' voor de ETHICA ; die
we het best omschrijven als de beste toepassing van de logica voor de handelingen en
daden van de mens als individu en in gemeenschap - de mens is immers een sociaal wezen .
"Handel juist, zo handel je goed" ...

Kan onze ‘vrije' keuze dan toch gedetermineerd zijn ?

-Een andere kijk op de wils-vrijheid .
Volgens Aristoteles -in zijn werk 'Over de ziel'- beweegt de ziel de mens door zijn ‘verlangens en zijn begeerten' .
Verlangens en begeerten zijn in het geheugen opgeslagen als processen, waarop men kan inzoomen ,terug wil en kan verwezenlijken .
Begeerten en verlangens zijn aldus zelf onbewogen bewegers en bronnen van energie en beweging . De begeerte, die het meest energie heeft en het sterks is, zal het logischer wijze halen op de andere .
En na een wikken en wegen en logisch overwegen, -ook het geweten is daar een voorbeeld van- zal tenslotte de best geschikte en krachtigste keuze gevolgd worden .
Kan, mag of moet men zodoende niet spreken van een loutere determinatie van onze zogenaamde vrije wil en keuze, die tenslotte bepaald wordt door de allerlaatste en krachtigste logica of logische overweging in ons brein of onze ziel ; een determinatie en bepaaldheid door de grootste aantrekkingskracht, als men dit zo kan noemen .
En is onze zogenaamde vrije wil en keuze, dan toch bepaald door een logica, waaraan we zelf ook gehoorzamen of dat zouden moeten doen ; en ligt onze vrijheid dan misschien in het eens zijn met die logica ???-
M.a.w. is het logisch volgen van de beste keuze, die het meest aantrekkingskracht in ons brein teweeg brengt, dan ook onze ‘vrijheid' om die beste keuze te volgen ; of geeft die keuze ons de indruk van het beste gevoel en van vrij te zijn ?
Zijn we zodoende dan toch enigszins gedetermineerd ; en zijn we inderdaad slechts een deeltje in één groot logisch proces ???

TRANSCENDENTIE VAN DE MENS - DE ZIEL : als deel van het 'super-ego' of
super-bewustzijn of van het Ene of van het Transcendente, of hoe je het ook zou noemen, ;
blijft de PSY als geestelijke energie ..."Na de dood valt onze Psy als een druppel water terug
in de oceaan" ...

GODSBEWIJS : god zien als dat Ene - super-ego - dat we zeker niet te persoonlijk kunnen
opvatten, leidt ons naar een vorm van 'IETSISME', dat we net zoals het begrip TAO niet
verder kunnen of moeten definieren ...
--Tenslotte blijft het een weten van niet-weten ; maar zoals in de "Grot van Plato" ; waar
men slechts de dingen als schaduwen kon zien , kon men toch een 'LICHT' vermoeden
achter de fenomenale werkelijkheid van de 'schijn' ..
--"...er is meer..." en--Nieuwe concepten waren hier onder andere ’Supra-solipsisme’ en de
filosofische formule ’E=mc2=Psy’ …

-Ten slotte is er ook nog het 'godsbewijs van de logica' : door te stellen, dat de absolute logica en eeuwige wetmatigheden het enige absolute moet zijn, moet bijgevolg alles daaruit ontstaan zijn en daaraan contingent genoemd worden .


Deel III: Filosofische problemen-Methodische benadering .
-------------------------------------------------------
Filosofie : een definitie : het woord komt van 'Filo' - liefde tot, en van 'sofia'- wijsheid ; dus liefde tot de wijsheid of wijsbegeerte . Filosofie is een rede-wetenschap, die op zoek gaat naar de principes en diepere gronden van alle 'zijn' en 'zijnden' ; dit komt vooral aan bod in de kenleer, de ontologie, de metafysica en de psychologie ; en gaat ook op zoek naar de diepere gronden en basissen van het' behoren' ; dit komt dan aan bod in de ethiek of moraal-wetenschap ; maar ook in de logica of denkleer en zelfs in de esthetica (leer van de schoonheid en de kunst); deze laatste de ethiek, de logica en de esthetiek noemt men dan praktische filosofie ; omdat er praktisch iets kan mee gedaan worden door de mens . Filosofie was ook in de oudheid de eerste wetenschap, waaruit alle wetenschap-disciplines zijn ontstaan ; en dit vooral na Aristoteles, een van de grootste filosofen en ook wetenschapper avant la lettre . Volgens Aristoteles ontstaat filosofie met de verwondering ; maar volgens Augustinus en Descartes ook met de twijfel .

Onderverdeling en deeldisciplines van de filosofie zijn : I. Kenleer ( critica) II. Denkleer (logica) III. Cosmologie (meta-fysica van cosmos en zijnden) IV.Psychologie (zielkunde) V. Ontologie (leer van het zijn en de zijnden) VI.Theodicee (natuurlijke en redelijke leer omtrent God) VII. Moraal -ethica ( zedenleer) . VIII. Esthetica ( leer van schoonheid en kunst) .

I. Kenleer of critica

Verantwoording : Wij achten het mogelijk om tot de diepere principes en gronden van alle zijn, zijnden en behoren ( moraal) te komen via een beroep te doen op onze rede . Vraag : wat is kennis, kennis van de waarheid, wat is de waarheid ? Waarheid of ware kennis is de gedachte of idee, die overeenstemt met de dingen, zoals die zijn buiten alle denken en gedachten om ; dit is de visie volgens het realisme . Reële kennis (realisme) ontstaat naar aanleiding van onze zintuigen, die de sensibele realiteit opslaan in de hersenen of onze geest alwaar ze omgevormd worden tot ideeën of gedachten . Dit was ook de Aristotelische-Thomistische visie . Kant was ook van mening, dat er een sensibele realiteit bestaat 'das ding an sich'; maar dat onze begrippen en voorstellingen anders zijn; zodat hij besloot met de uitspraak "das innere der dingen kannt man nicht" ... Volgens hem zijn de dingen voor ons niets anders dan in onze geest gevormde voorstellingen, die we dan zelf als werkelijkheid projecteren . In onze geest waren de à priorische principes zoals ruimte, tijd en causaliteit e.a. de werkmiddelen om tot gedachten en ideeën te komen . De 'waarheid' is hier geen overeenstemming meer van de gedachten met de realiteit, maar een onderlinge overeenstemming van gedachten of ideeën .

Berkeley ging nog een stap verder door zelfs 'het ding an sich' niet meer te aanvaarden als een realiteit; hetgeen leidde tot een volkomen idealisme en solipsisme .

Hoe komt men nu tot waarheid ? 1. volgens de rationalisten is het het zuivere rede-denken, los van alle waarneming, die ons tot ware kennis leidt . 2. volgens de empiristen komt de kennis alleen voort uit de ervaring . 3. Kant gaf een synthese, door te stellen, dat de zinnen het individuele vatten, terwijl onze begrippen op een universele wijze ontstaan volgens de à priorische vormen in onze geest van ruimte, tijd en ook causaliteit e.a. ... volgens de scholastische filosofie :" is er niets in het verstand of intellect, dat niet eerst in onze 'zinnen' was ...".

II . Denkleer of Logica.

Zoals hiervoor gelezen, hebben we enerzijds gewaarwordingen en anderzijds begrippen . Het begrip is dat wat de zaak is : bv. de mens, het dier, de substantie . We redeneren met begrippen, die de dingen ook op een universele wijze kunnen voorstellen .

Men onderscheidt : 1. het nominalisme = de mening, dat begrippen geen reëel bestaan hebben en enkel namen zijn . 2. absolute realisten = menen dat begrippen buiten de geest als zodanig ook bestaan . Voor Plato waren de ideeën de ware realiteit ; de dingen, zoals we die kennen, waren slechts een afbeelding van die eeuwige ideeën (zie ideeën-leer) . 3. gematigd realisme = zegt, dat het ding op een individuele wijze bestaat in de raliteit, en in de geest ook op een universele wijze aanwezig is ( Aristoteles) . Begrippen zijn namen of onderwerpen in zinnen, die men kan verbinden aan een predikaat of gezegde (men zegt dan iets van iets of van iemand) . Zinnen of proposities kunnen verbonden worden en leiden tot bv. een bewijsvoering of sluitrede . Van Aristoteles hebben we het syllogisme- de sluitrede- in meerdere vormen . Klassiek voorbeeld : Alle mensen zijn sterfelijk - Major praemisse Socrates was een mens - Minor praemisse Dus Socrates was sterfelijk - conclusio -besluit ...

Aristoteles onderscheidde verder ook de deductieve manier van besluitvorming - ook het syllogisme is een deductie ; en anderzijds de inductieve methode -de inductie om tot een algemeen aanvaarden of bewijs te komen vanuit meerdere, bijzondere feiten .

III. Meta-fysica-: ontologie of leer van 'zijn' en van de zijnden in onze cosmos ... De Ontologie is het hart van de meta-fysica, daar zij tracht door te dringen tot alle 'zijn' en 'zijnden' . Cosmologie bestudeert dan eerder het bestaan van onze cosmos en de orde of wanorde (chaos), die er heerst .. De ontologie onderzoekt de positieve eigenschappen van de dingen, het fysieke lichaam, dat in het bereik van onze zinnen valt . Het meest merkbare verschijnsel is de beweging of de verandering en evolutie van de dingen of substanties . Het corporele lichaam of substantie is opgebouwd uit stof of materie en vorm (vlgs de Aristotelisch-Thomistische wijsbegeerte ) . Er is stof en vorm : de prima materia (eerste stof) en de substantiele vorm . Eerst door toevoeging van de substantiele vorm aan de prima materia ontstaan de substanties of de 'dingen' .

-Hierna enige 'top-ideeën' uit de scholastieke meta-fysica ...in het Latijn met vertaling .
-----------------------------------------------------------
A. Meta-physica generalis (algemene meta-fysica) .

Ontologia ( ontologie ) : -Ontologia cum sit scientia de ente communissimo est scientia una et scientia realis . ( ontologie, die de wetenschap is omtrent het zijn en de zijnden in het algemeen, is een reële wetenschap ) -

Ens est id quod habet esse quadam modo ( het zijnde is dat wat het 'zijn' heeft op een zekere wijze ) .

Divisio entis ( soorten van zijn of zijnden) : esse realis, seu physicam (res)-esse intentialis- esse rationalis -esse moralis- esse artificialis -(... reëel zijn : de zaak de substantie -potentieel zijn- redelijk zijn - moreel zijn- kunstmatig zijn, enz.) . Esse realis est esse essentia et esse existentia (Reëel-zijn bestaat uit existentie en essentie ) . Non-esse : Ente oppunitur non-esse, nihilum (Niet-zijn of het nihil is het tegenstelde van het zijn of het zijnde ) .

Principia quae a notione entis derivantur : (principes af te leiden vanuit het wezen of het zijnde . a. principium identitatis ( principe van identiteit) ; quod est, est ( wat is, is) . b. principium contradictionis (principe van het tegendeel) :quod est non non-est ( wat is, is niet niet) c. principium tertii exclusi (principe van het derde uitgeslotene) : non medium est inter ens et non-ens ( er bestaat geen derde tussen of naast zijn en niet-zijn ) .

De Unitate : (over de eenheid) . Unum per se est id quod est indivisum ( op zich is de eenheid, dat wat niet kan gedeeld of verdeeld worden) . "Omne ens est unum unitate formali" (alle zijnde is een eenheid naar vorm) . Multitudo est concrete sumpta ( veelheid bestaat als geheel gezien) ; multitudo menserata per unitatem (of veelheid naar de eenheid gemeten).

De veritate ontoligica ( over de ontologische waarheid) . Veritas in genere est quaedam confirmatis intellectus et rei ( de waarheid is de gelijkvormigheid van de zaak met het intellect) . Omne ens reale est verum ( alle reëel zijnde of zijn is waar ) . De Bono ( over het goede) . Bonum est id quod omnia appetunt ( goed is wat iedereen en alles nastreeft ) . Malum est bonitati oppositum ; non est ens, sed privatio ( Kwaad of slecht is het tegengestelde van goed; maar is geen zijnde, maar eerder een beroving van het goede ) . Malum morale (zedelijk kwaad) . De ordine : ( over de ordening of de orde) . Ordo abstracta est apta dispositio plurium secundum aliquid quod dicitur principium ordinis ( Orde is een schikking van het vele naar één ordend principe) .

De Potentia et Acta : (over potentie en act --zie Aristoteles) - Quidquid est physice mutabile, est physice compositum ex actu et potentia in eo ordine, in quo est mutabile . (alles wat fyisch aan verandering onderhevig is, bestaat uit act en potentie) .

Omne quod movetur ab alio movetur ( alles wat beweegt, beweegt door iets anders) ...sive 'deus' (uitgezonderd god) ...de 'eerste onbewogen beweger' ?

De Substantia (over de substantie) . Substantia illud quod primo stat sine determinationibus secundariis ...(substantie is dat wat zelfstandig bestaat...). Substantia dividitur in materialis et immaterialis (er zijn materiele en immateriele substanties) ... De qualitate substantiae est omnis determinatio, quae ens fit tale (Het wezen van de substantie is het er zijn op een bepaalde wijze) . De relatione ( over de relatie) : relatione est ordo respectur unius ad aliud . (relatie is een orde van het ene naar het andere) .

De entis Causis : (over de oorzaken) . Causa est principium per se influens esse in aluid ( oorzaken zijn een principe, dat 'zijn' in iets anders verwezenlijkt) . Causa finalis : id propter quod ( de doel-oorzaak of finale oorzaak : waartoe of waarom ?) Causa efficiens, tantum amore finis, eam moventis, agit (de werkoorzaak handelt uit liefde voor een doel ) . Omne agit propter finem (alles gebeurt met een doel) . Nihil est sine ratione sufficiante ( niets is er zonder voldoende reden) . En 'Nihil est sine causa ...sive Deus' ( en niets is zonder oorzaak, behalve god) ...

B. Meta-physica specialis ( bijzondere meta-fysica) .

Cosmologia : scientia mundi per supremas ejus causas, naturali lumine comparata . (cosmologie de wetenschap van de cosmos- de wereld- vanuit een natuurlijk standpunt gezien) .

De Quantitate : (over de hoeveelheid) quantum dicitur id quod est divisibile in unitate ( een hoeveel is dit wat kan in eenheden verdeeld worden ) . Quantum est discretum aut continuum ( een hoeveelheid bestaat afgezonderde eenheden of is een continuiteit) .

Continuum non constat ex divisilibus ( een continuum kan niet verdeeld worden ) . Primarius effectus formalis quantitatis est extensio actualis (het eerste effect van de vormelijke hoeveelheid is de uitgebreidheid) .

De Loco ( over de Plaats) ; Locus est terminus corporis ambientis immobilis primus (plaats is de ruimte, die een lichaam, dat niet in beweging is, inneemt ) . De Spatio : ( de afstand) spatium absolutum non est ens reale ( afstand is geen reëel wezen) .

De Qualitate ( over de hoedanigheid) . Corpora vere mutantur secundum locum, quantitatem et qualitatem ( een lichaam kan veranderen van plaats, van grootte of hoeveelheid en van hoedanigheid of van wezen ) .

De Motu (over de beweging) - Motus lato sensu est quaelibet mutatio seu quilibet transitus de potentia ad actum (beweging of verandering is een overgang van potentie naar act ) ...Aristoteles .

Ook van hem is " Tempus est numerus motus secundum prius et posterius" -( Tijd is de maat van de beweging volgens voor en na) ...

Hylemorphisme :

Materia prima et Forma substantialis : Materia prima dicitur causa formae in quantum forma non est nisi in materia ; et similiter forma est causa materiae in quantum materia non potest esse in actu nisi per formam ( vorm en materie hebben wederzijds elkander nodig om een substantiele vorm en lichaam te vormen) .

Tot zover een samenvatting van de Scholastische meta-fysica ...

IV. Psychologie of zielkunde .

Object van de metafysische Psychologie of de zielkunde is de werking van de ziel ; er bestaat ook een praktische psychologie, die het heeft over het menselijk karakter en eerder een praktische leer is .

Psychologie als onderzoek naar de werking van de ziel gaat dan vooral naar de werking van onze zintuigen- het waarnemen - en de verwerking van de impressies in ons brein of onze ziel tot gedachten, ideeën en wilshandelingen . De ziel is datgene wat achter het denken, het willen, het voorstellen staat en er het werktuig van is .

Sommige van onze begrippen zijn vrij van alle stoffelijkheid : zoals de ideeën van het goede, het ware of het schone . Deze ideeën veronderstellen een geest of ziel in ons, in ons 'ik' of ego . De ziel is niets anders dan de vorm van het lichaam (Aristoteles) ; en is aldus een middelpunt tussen materie en energie .

Faculteiten van de ziel :

a. Kenvermogen - zie deel I - Aristoteles erkende achter of naast de zintuigen, die de waarnemingen ontvangen en opslaan in de hersenen, het brein of de ziel, ook een onstoffelijk gedeelte, dat die impressies omzette in begrippen en voorstellingen, dat noemde hij het 'Intellectus agens', dat volgens hem goddelijk moest zijn . (eigen noot = misschien is dit 'goddelijke' wel het niet te kennen 'innere der dingen' van Kant, dat dan een transcendente, verborgene energie of bewustzijn is, de ware ziel van alle materie ?) . Kennis ontstaat tenslotte via gewaarwordingen en leidt tot oordelen en besluiten ( zie deel over de logica) . b. Streefvermogen of de Wil . Ieder wilsmotief omvat de objectieve gewaarwording - de voorstelling- het oordeel als beweeggrond-en de gevoelsneiging als drijfsveer tot handelen... Volgens Aristotels en Thomas is het streven eerder een functie van het intellect ; terwijl Schopenhauer bv. de wil zag als een aandeel in een algemene irrationele wil (voluntarisme) .

De Wilsvrijheid van de mens . Was steeds een belangrijk probleem vooral voor de ethiek of de moraal . Er is het determinisme, dat beweert dat de wil van de mens bepaald is door aanwezige beweeggronden of motieven in onze geest . In hoeverre is de mens dan nog verantwoordelijk voor zijn daden ? Wilsvrijheid kan men ook zien als een zelfgewild, vrijwillig volgen van een bepaalde wilsneiging .

Soms zegt men, dat de mens uitwendig naar zijn 'empirische kant' gedetermineerd is ; maar innerlijk naar zijn intelligibele, geestelijke kant vrij is .

V. Theodicee - rechtvaardiging van 'god' .

Theodicee is de natuurlijke theologie ; d.i. de wetenschap omtrent god, verkregen door de rede .

Het bestaan van God kan bewezen worden door de rede, los van allle openbaring of geloof . Zie de 5 wegen van Thomas van Aquino (zie daartoe deel I) . Agnosten beweren dat onze rede daar niet toe in staat zou zijn . Pantheïsten geloven eerder in een al-godheid : god als de natuur ; of volgens Spinoza God als de enige Substantie met vele modi : alles is een verschijning van de godheid . Atheïsten loochenen het bestaan van een of vele goden . Er zijn monotheïsten en polytheïsten : ene god of veelgodendom .

Voor anderen is het bestaan van het 'kwaad' in de wereld een bewijs tegen het godsbestaan en tegen zijn toegekende almacht en goedheid ...(noot : ook een God moet zich aan de absolute logica onderwerpen ) -

VI. Ethica of Moraalfilosofie.

Ethica of moraalfilosofie is de wetenschap, die zich bezighoudt met het 'behoren' ; wat moet, of wat behoort de mens te doen, en hoe moet hij handelen zowel als individueel persoon als in een sociale gemeenschap . Wat is goed en wat is kwaad ? Dat is de hoofdvraag ...

Tot de ethica behoort ook de rechtsfilosofie . recht samengesteld via menselijke wetten noemt men positief recht . Daarnaast is er de Natuurwet of natuurrecht ; recht, dat uit de aard van de natuur zelf voorkomt en quasi evident is ... De ware opdracht van de ethica of ethiek is de zedewet te maken of op te zoeken , t.t.z. de normen die dienen gevolgd te worden om goed te doen en goed en rechtvaardig te leven . Een juist inzicht in het goede leidt ons tot de deugd en de deugd naar het geluk .

Geluk : datgene waarnaar iedereen streeft ; wat is geluk ? Het geluk is een door het bezit van alle goeds volmaakte toestand . Geluk vereist aldus : -afwezigheid van het kwade - bezit van al het goede- het bewustzijn hiervan - en de zekerheid, dat deze toestand zal blijven duren . Niets voldoet hier op aarde aan deze eisen - volgens de godsdiensten dient daarom het absolute goed te bestaan in het beschouwen van God in een hiernamaals . Elke handeling is dus goed als ze ons dichter bij dit doel brengt ...?

Volgens Aristoteles bestaat het geluk in het kennen van God en de goddelijke dingen en bezigheden ; vooral door het beoefenen van de filosofie . Het volgen in alles van 'een gulden middenweg' was voor Aristoteles ook de gulden regel van de moraal .

Volgens de Stoïci bestond het geluk in de deugd, en vooral in een leven volgens de natuur, en dus ook volgens de rede, daar de mens een deel van die natuur was ; de natuur die zelf een goddelijke status aangemeten werd . Verder leidde ook een grote gemoedsrust tot geluk (apathie en ataraxie) .

Andere opvattingen over het geluk waren het bezit van rijkdom, genot, roem ; of utilarisme als universeel eudemonisme : of het hoogste goed voor het groots mogelijk aantal ( de mens is een sociaal wezen ) . Dit inzicht moet dan ook de basis worden voor een goed politiek bestel en systeem . Een politiek bestel is monistisch of kan een republiek zijn ; maar het minst slechte systeem was en is de democratie, dwars van alle tyrannie of anarchie .

Volgens Kant was het doel van de deugd het geluk ; dit veronderstelt een handelen volgens de zedewet . De zedewet moest voor Kant geïnspireerd zijn door zijn ' Categorische Imperatieven' : 1. handel zo, zodat uw handelingen als algemene imperatief of wet kunnen gelden . 2. men moet handelen op de wijze, dat men de andere mens en ook zichzelf steeds als een doel beschouwt en niet als een middel ...

Hier is de basis voor ethiek of moraal de logica zelf ; handel juist en correct in alle omstandigheden ; want hier ook is de logica het enige absolute (de Logos), dat ons moet leiden naar het 'goede' en naar een deugdzaam leven .

VII. Esthetica en/of leer van de schoonheid .

Naast de leer van het ware : kennisleer en denkleer of logica; en naast de leer van het goede : moraal of ethica is er ook nog een leer van het schone of van de kunst .

Volgens Plato was kunst het levend maken van de ideeën . Kunst als voorstelling en afbeelding van de wereldse dingen is aldus slechts een afbeelding van een copie van de oerbeelden, de ideeën ; dus een copie van een copie - (zie ideeën-leer) . Volgens Aristoteles was kunst de voorstelling van de werkelijkheid zelf volgens de ware maat- grootte of goede vorm en harmonie .Schoonheid was wat harmonisch, proportioneel en functioneel correct was . Volgens Kant was kunst gebaseerd op het gevoel en op de rede ; kunst veronderstelt steeds een handeling, een 'kunnen' . Volgens Hegel moest kunst het ideële benaderen .

Tenslotte is er 'abstracte kunst', die de algehele werkelijkheid benadert, de super Idee volgens logische criteria . En er is ook de reële kunst, die een ware copie van de realiteit tracht te geven ... -
Naast de leer van het ware : kennisleer en denkleer of logica; en naast de leer van het goede : moraal of ethica is er ook nog een leer van het schone of van de kunst .

Volgens Plato was kunst het levend maken van de ideeën . Kunst als voorstelling en afbeelding van de wereldse dingen is aldus slechts een afbeelding van een copie van de oerbeelden, de ideeën ; dus een copie van een copie - (zie ideeën-leer) . Volgens Aristoteles was kunst de voorstelling van de werkelijkheid zelf volgens de ware maat- grootte of goede vorm en harmonie .Schoonheid was wat harmonisch, proportioneel en functioneel correct was . Volgens Kant was kunst gebaseerd op het gevoel en op de rede ; kunst veronderstelt steeds een handeling, een 'kunnen' . Volgens Hegel moest kunst het ideële benaderen .

Tenslotte is er 'abstracte kunst', die de algehele werkelijkheid benadert, de super Idee volgens logische criteria . En er is ook de reële kunst, die een ware copie van de realiteit tracht te geven ...

Conclusie : de mens blijft veroordeeld' tot denken en tot filosoferen, want dit blijft voor hem
de meest 'goddelijke' bezigheid .... (Aristoteles) ; en het zoeken-zelf naar de 'zin' van het
leven, is dan misschien wel de ware 'zin' van ons leven ???
Dank U voor de lezing en de studie--- Valère De Brabandere--
"Er is meer..."

Gesloten

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 5 gasten