Eind-conclusies Filosofie
Geplaatst: 19 jan 2012, 16:46
Eind-conclusies Filosofie : Materie versus Geest .
-Materie : de substantie waaruit de ’dingen’ zouden bestaan ; maar ‘dingen’ waarvan we het innere niet kunnen kennen (Kant) ; en waarvan de vormen slechts als schaduwen zijn uit de Grot van Plato ;‘vormen’ die volgens Aristoteles niets meer dan ‘ideeën’zijn .
-Geest of bewustzijn : een energie, die we in ons allerdiepste zelf ervaren ; maar ook vermoeden in de eeuwige wetmatigheden en logica van alles rondom ons .
-Ook de puurste materialist, die besluit, dat de mens slechts materie en de daaraan verbonden energie zou zijn, moet dan wel toegeven, dat die mens kan denken, kan willen, kan voorstellingen maken en zelfs finaal kan handelen .
-Wat deze faculteiten dan ook (maar) mogen wezen, blijven het, wat men noemt, geestelijke faculteiten en activiteiten, die men geestelijk of bewuste handelingen, of geestelijke-energie kan noemen ( de realiteit E=mc2 kan m.i. dan uitgebreid worden tot E=mc2=Psy ) …
-De mens zelf kan zich een ‘ganse wereld’ voorstellen, voor de ogen toveren vanuit zijn faculteiten van willen, denken en fantaseren .
-Maar die mens is ook een deel van een unie- het universum of het geheel , zij het in een kleine, maar relatief complexe vorm of samenstelling .
-En als ook de mens- zijnde een deel van een groter geheel- zich een wereld kan voorstellen in zijn geest vanuit zijn ‘innere’ of zijn geest ; hoe zou dit geheel of universum -waaruit of waarin ook de mens is ontstaan- dan zelf ook niet in zich die faculteiten hebben van willen, denken of voorstellend-scheppen ?
(“De wereld als wil en voorstelling†Schopenhauer ) …
-Misschien kunnen we of moeten we de ‘wereld’ zien als een ‘geschapen-voorstelling’ van uit een Super-ego, geest of bewustzijn, waarin of waarvan alles en allen dan deelgenoten zijn (supra-solipsisme ?) .
-En dat Super-ego kan dan niets anders zijn dan de ‘logica (logos ?) , een vorm van wiskunde, of de absolute wetmatigheid zelf, die dan als enig absoluut-zijnde alles als contingent-zijnde moet voortgebracht , geschapen of ‘voorgesteld’hebben in een logische evolutie van een Logos of een Tao…
-De mens deelhebbend in of aan die Logos of Tao, kan of moet dan als principe of basis van zijn ‘zijn’ of handelen, ethiek, moraal of zijn einddoel van zijn bestaan niets anders dan die logos -ethiek van de rede, de logica, de ratio of het geweten als een categorische imperatief navolgen .
-Een navolgen naar een voor de mens ongekend einddoel van zijn geestelijke faculteiten, die weer verenigd worden na zijn dood in een ongekend geheel (als een regendruppel, die in een zee verdwijnt) ; maar dat blijft voor de mens “een weten van niet-weten (Socrates) ; ook als filosoof -want de mens wil van nature weten volgens Aristoteles -en misschien is die zoektocht het ware doel van zijn leven ?
--Valère De Brabandere-
-Materie : de substantie waaruit de ’dingen’ zouden bestaan ; maar ‘dingen’ waarvan we het innere niet kunnen kennen (Kant) ; en waarvan de vormen slechts als schaduwen zijn uit de Grot van Plato ;‘vormen’ die volgens Aristoteles niets meer dan ‘ideeën’zijn .
-Geest of bewustzijn : een energie, die we in ons allerdiepste zelf ervaren ; maar ook vermoeden in de eeuwige wetmatigheden en logica van alles rondom ons .
-Ook de puurste materialist, die besluit, dat de mens slechts materie en de daaraan verbonden energie zou zijn, moet dan wel toegeven, dat die mens kan denken, kan willen, kan voorstellingen maken en zelfs finaal kan handelen .
-Wat deze faculteiten dan ook (maar) mogen wezen, blijven het, wat men noemt, geestelijke faculteiten en activiteiten, die men geestelijk of bewuste handelingen, of geestelijke-energie kan noemen ( de realiteit E=mc2 kan m.i. dan uitgebreid worden tot E=mc2=Psy ) …
-De mens zelf kan zich een ‘ganse wereld’ voorstellen, voor de ogen toveren vanuit zijn faculteiten van willen, denken en fantaseren .
-Maar die mens is ook een deel van een unie- het universum of het geheel , zij het in een kleine, maar relatief complexe vorm of samenstelling .
-En als ook de mens- zijnde een deel van een groter geheel- zich een wereld kan voorstellen in zijn geest vanuit zijn ‘innere’ of zijn geest ; hoe zou dit geheel of universum -waaruit of waarin ook de mens is ontstaan- dan zelf ook niet in zich die faculteiten hebben van willen, denken of voorstellend-scheppen ?
(“De wereld als wil en voorstelling†Schopenhauer ) …
-Misschien kunnen we of moeten we de ‘wereld’ zien als een ‘geschapen-voorstelling’ van uit een Super-ego, geest of bewustzijn, waarin of waarvan alles en allen dan deelgenoten zijn (supra-solipsisme ?) .
-En dat Super-ego kan dan niets anders zijn dan de ‘logica (logos ?) , een vorm van wiskunde, of de absolute wetmatigheid zelf, die dan als enig absoluut-zijnde alles als contingent-zijnde moet voortgebracht , geschapen of ‘voorgesteld’hebben in een logische evolutie van een Logos of een Tao…
-De mens deelhebbend in of aan die Logos of Tao, kan of moet dan als principe of basis van zijn ‘zijn’ of handelen, ethiek, moraal of zijn einddoel van zijn bestaan niets anders dan die logos -ethiek van de rede, de logica, de ratio of het geweten als een categorische imperatief navolgen .
-Een navolgen naar een voor de mens ongekend einddoel van zijn geestelijke faculteiten, die weer verenigd worden na zijn dood in een ongekend geheel (als een regendruppel, die in een zee verdwijnt) ; maar dat blijft voor de mens “een weten van niet-weten (Socrates) ; ook als filosoof -want de mens wil van nature weten volgens Aristoteles -en misschien is die zoektocht het ware doel van zijn leven ?
--Valère De Brabandere-