Wat is metafysica?
Geplaatst: 17 apr 2008, 14:42
Metafysica (uit filosofisch woordenboek met toevoegingen uit wikipedia)
Andronicus van Rhodus heeft een verzameling van Aristoteles bestempeld als meta ta physika, de boeken die ná de boeken over physica komen.
(toevoeging uit wikipedia)Aristoteles zelf gebruikte de term metafysica niet, maar spreekt over 'eerste filosofie'. De 'eerste filosofie' gaat vooraf aan alle andere wetenschappen en poogt een inzicht te verkrijgen in de eerste oorzaken van al wat is.
Soms geldt als synoniem ontologie. Soms worden ontologie en metafysiek onderscheiden.
(toevoeging uit wikipedia)De ontologie (van het Grieks on = zijnde en logos = woord, leer) is de zijnsleer. Traditioneel is ontologie een tak van de filosofie, binnen de metafysica. Het beschrijft de eigenschappen, of breder: het zijn van het geheel van dingen, "entiteiten" of ook zijnden genoemd, waarvan aangenomen wordt dat ze bestaan of beter: zijn. De klassieke ontologie probeert de fundamentele categorieën ervan te onderscheiden. Daarom wordt het soms ook wel 'categorietheorie' genoemd, hoewel 'ontologie' gebruikelijker is.
De metafysiek van Thomas van Aquino en van het (neo)thomisme wordt vaak zijnsleer genoemd.
Metafysiek, als de leer van wat ná het fysische komt, wordt soms verstaan als de filosofie van hetgeen de ervaring overstijgt: het is juister te zeggen dat metafysische alleen in een speciale ervaring die men wel de transcendentale ervaring of totaliteitservaring noemt.
...
Metafysica wordt in minstens vijf betekenissen gebruikt:
1) klassieke metafysica:
Voorwerp van de metafysica is dan: het zijnde als zijnde (Aristoteles), hetgeen uiteindelijk wil zeggen: elk zijnde in zijn verschil met en tegelijk in zijn overeenkomst met al het andere.
Metafysiek is dan totaliteitsfilosofie.
Daarom zegt de metafysiek over de mens - als wezen dat aan metafysiek doet - dat hij in zijn geest open staat voor volstrekt alles: er is niets of hij stelt het, direct en al zonder het bewust te weten, in samenhang met alles.
- Overigens zegt Aristoteles dat de metafysiek behalve het zijnde als zijnde, met het eerste verbonden voorwerp heeft: het goddelijke zijnde.
Thomas van Aquino zal dat uitwerken door middel van de participatie-gedachte: Het zijnde toont, in zijn eenheid-in-verschil met elk ander zijnde, dat het niet het zijn zelf is, maar aan het zijn slechts deel heeft: en "wat door deelhebbing is, verwijst naar het Zijn zelf".
Het Zijn zelf is dan een naam voor God.
2) Het onderscheid tussen de twee voorwerpen van de metafysiek leidt in de tijd ná Descartes maar vóór Kant, en met name bij Christian Wolff, tot een opdeling van de metafysiek in twee disciplines: de leer van het zijnde heet dan ontologie, terwijl de leer over het Goddelijke de naam metafysiek voorbehouden blijft.
Maar zo verandert metafysiek wel wezenlijk van betekenis: het wordt nu de titel voor een speciale filosofische discipline, de leer over God, en niet langer een totaliteitsfilosofie. Het is deze betekenis van metafysiek die Kant steeds hanteert.
3) Martin Heidegger verstaat onder metafysiek de totale Westerse wijsbegeerte vanaf Plato tot en met Friedrich Nietzsche die als het einde en de voltooiïng van de Westerse metafysiek wordt gezien, hoewel Nietzsche zichzelf als anti-metafysicus zag.
Heidegger verstaat dan onder metafysiek dan die tekortschietende benadering van de zijnsvraag die wel naar het zijnde als zijnde vraagt, eventueel ook nog naar het zijn van het zijnde, maar niet naar het zijn zelf.
Seinsvergessenheit. Hij noemt de oude metafysiek omdat haar vragen naar het zijnde uitmondt in een hoogste zijnde, God, daarom onto-theologie.
Anders gezegd: over het zijnde valt te beschikken, niet over het zijn, en omdat de metafysiek wel over het zijnde, maar niet over het zijn heeft nagedacht, móest ze uitmonden in de moderne subject-filosofie die op haar beurt weer moest uitmonden in Nietzsche's filosofie van de wil tot macht: als dat nihilisme is en als de metafysiek de grondslag van dit nihilisme is, is de metafysiek het eigenlijke nihilisme.
4) Emmanuel Levinas verwerpt de ontologie en verdedigt de metafysica als ethiek.
Onder ontologie verstaat hij dát totaliteitsdenken dat geen recht doet aan de andersheid van het andere en de ander: die ontologie reduceert 'het andere' tot 'het zelfde'.
5) Onder metafysiek wordt, in de Angelsaksische filosofie, in de laatste tientallen jaren soms verstaan een discipline die relecteert over de veelheid van werelden, met name de feitelijke wereld in haar verhouding tot de mogelijke wereld(en) en de verhouding van elk van die twee tot de noodzakelijke wereld.
Terwijl metafysiek in de eerste drie betekenissen werkelijkheidsgericht is, is metafysiek in deze vijfde betekenis primair logisch georiënteerd zonder dat daardoor vruchtbare consequenties voor het denken over de werkelijkheid uitgesloten worden.
Andronicus van Rhodus heeft een verzameling van Aristoteles bestempeld als meta ta physika, de boeken die ná de boeken over physica komen.
(toevoeging uit wikipedia)Aristoteles zelf gebruikte de term metafysica niet, maar spreekt over 'eerste filosofie'. De 'eerste filosofie' gaat vooraf aan alle andere wetenschappen en poogt een inzicht te verkrijgen in de eerste oorzaken van al wat is.
Soms geldt als synoniem ontologie. Soms worden ontologie en metafysiek onderscheiden.
(toevoeging uit wikipedia)De ontologie (van het Grieks on = zijnde en logos = woord, leer) is de zijnsleer. Traditioneel is ontologie een tak van de filosofie, binnen de metafysica. Het beschrijft de eigenschappen, of breder: het zijn van het geheel van dingen, "entiteiten" of ook zijnden genoemd, waarvan aangenomen wordt dat ze bestaan of beter: zijn. De klassieke ontologie probeert de fundamentele categorieën ervan te onderscheiden. Daarom wordt het soms ook wel 'categorietheorie' genoemd, hoewel 'ontologie' gebruikelijker is.
De metafysiek van Thomas van Aquino en van het (neo)thomisme wordt vaak zijnsleer genoemd.
Metafysiek, als de leer van wat ná het fysische komt, wordt soms verstaan als de filosofie van hetgeen de ervaring overstijgt: het is juister te zeggen dat metafysische alleen in een speciale ervaring die men wel de transcendentale ervaring of totaliteitservaring noemt.
...
Metafysica wordt in minstens vijf betekenissen gebruikt:
1) klassieke metafysica:
Voorwerp van de metafysica is dan: het zijnde als zijnde (Aristoteles), hetgeen uiteindelijk wil zeggen: elk zijnde in zijn verschil met en tegelijk in zijn overeenkomst met al het andere.
Metafysiek is dan totaliteitsfilosofie.
Daarom zegt de metafysiek over de mens - als wezen dat aan metafysiek doet - dat hij in zijn geest open staat voor volstrekt alles: er is niets of hij stelt het, direct en al zonder het bewust te weten, in samenhang met alles.
- Overigens zegt Aristoteles dat de metafysiek behalve het zijnde als zijnde, met het eerste verbonden voorwerp heeft: het goddelijke zijnde.
Thomas van Aquino zal dat uitwerken door middel van de participatie-gedachte: Het zijnde toont, in zijn eenheid-in-verschil met elk ander zijnde, dat het niet het zijn zelf is, maar aan het zijn slechts deel heeft: en "wat door deelhebbing is, verwijst naar het Zijn zelf".
Het Zijn zelf is dan een naam voor God.
2) Het onderscheid tussen de twee voorwerpen van de metafysiek leidt in de tijd ná Descartes maar vóór Kant, en met name bij Christian Wolff, tot een opdeling van de metafysiek in twee disciplines: de leer van het zijnde heet dan ontologie, terwijl de leer over het Goddelijke de naam metafysiek voorbehouden blijft.
Maar zo verandert metafysiek wel wezenlijk van betekenis: het wordt nu de titel voor een speciale filosofische discipline, de leer over God, en niet langer een totaliteitsfilosofie. Het is deze betekenis van metafysiek die Kant steeds hanteert.
3) Martin Heidegger verstaat onder metafysiek de totale Westerse wijsbegeerte vanaf Plato tot en met Friedrich Nietzsche die als het einde en de voltooiïng van de Westerse metafysiek wordt gezien, hoewel Nietzsche zichzelf als anti-metafysicus zag.
Heidegger verstaat dan onder metafysiek dan die tekortschietende benadering van de zijnsvraag die wel naar het zijnde als zijnde vraagt, eventueel ook nog naar het zijn van het zijnde, maar niet naar het zijn zelf.
Seinsvergessenheit. Hij noemt de oude metafysiek omdat haar vragen naar het zijnde uitmondt in een hoogste zijnde, God, daarom onto-theologie.
Anders gezegd: over het zijnde valt te beschikken, niet over het zijn, en omdat de metafysiek wel over het zijnde, maar niet over het zijn heeft nagedacht, móest ze uitmonden in de moderne subject-filosofie die op haar beurt weer moest uitmonden in Nietzsche's filosofie van de wil tot macht: als dat nihilisme is en als de metafysiek de grondslag van dit nihilisme is, is de metafysiek het eigenlijke nihilisme.
4) Emmanuel Levinas verwerpt de ontologie en verdedigt de metafysica als ethiek.
Onder ontologie verstaat hij dát totaliteitsdenken dat geen recht doet aan de andersheid van het andere en de ander: die ontologie reduceert 'het andere' tot 'het zelfde'.
5) Onder metafysiek wordt, in de Angelsaksische filosofie, in de laatste tientallen jaren soms verstaan een discipline die relecteert over de veelheid van werelden, met name de feitelijke wereld in haar verhouding tot de mogelijke wereld(en) en de verhouding van elk van die twee tot de noodzakelijke wereld.
Terwijl metafysiek in de eerste drie betekenissen werkelijkheidsgericht is, is metafysiek in deze vijfde betekenis primair logisch georiënteerd zonder dat daardoor vruchtbare consequenties voor het denken over de werkelijkheid uitgesloten worden.