Hiermee sloot ik (voorlopig) mijn verhaal over de homunculus af.Om niet gek te worden en geen onderscheid meer te kunnen maken tussen jezelf en anderen vervullen al die soorten homunculi een rol.
Gelukkig heb je ook nog je lichaam (en zijn representatie) en je buitenleven.
Die maken een narratieve persoonlijkheid mogelijk om met beide benen op de grond te blijven staan.
Deze laatste is geen homunculus maar een begeleider in alle modi van het leven.
Of het zelf nu een 'Ding-an-sich' is of een virtueel iets met materiële gevolgen en wat al niet meer in de filosofie, doet er niet toe als het over de narratieve persoonlijkheid gaat.
Ik noem hier die persoonlijkheid een begeleider. Waarvan het er evenmin toe doet of die ontologisch is, of gewoon bestaat (bijvoorbeeld als literaire fictie)
Mensen hebben een verhouding met die begeleider om hun te helpen de chaos van het leven in wat Jos de Mul (in zijn artikel waarnaar ik verwees in het topic Homunculus) een plot te gieten.
Het verschaft een voortdurend veranderende identiteit waarmee wij ons zelf en de wereld kunnen vatten in een steeds niet afgesloten verhaal.
Dit verhaal wordt pas volledig als we dood zijn. Een ander zou er dan een biografie over kunnen schrijven.
Maar tijdens het leven is het auto-biografisch, maar komt niet af.
Wordt soms misschien wel herschreven vanaf het in schemer gehulde begin.
En het is natuurlijk een verhaal waarin allerlei en allerlei figuren voorkomen. Wat en die echt zijn maar hun presentatie in die plot hebben.
Het zelf is niet per se de hoofdpersoon, maar wel een vaste rol in het geheel, samen met die andere blijvende begeleider: het lichaam.
Dit ff als inleiding ..