Echt wél. Dikwijls verkeerd eten, kan leiden tot gezondheidsproblemen, maar... wat is verkeerd eten?
Geplaatst: 12 okt 2023, 14:55
Echt wél. Dikwijls ‘verkeerd’ eten, kan leiden tot gezondheidsproblemen, maar…. wat is ‘verkeerd’ eten?
Inleiding.
Het is niet erg, een keer ‘verkeerd’ te eten. Het kan echter wél een probleem worden, als er regelmatig ‘verkeerd’ wordt gegeten.
Zo nu en dan, bij gelegenheid, een keer meedoen, kan m.i. geen kwaad. Helemaal jezelf ‘afsluiten’ vraagt, op den duur, zo expliciet de aandacht van je omgeving, dat het voor jezelf er ook niet prettiger op wordt, lijkt me.
Er zijn meer risicofactoren dan ‘verkeerd’ eten, maar dit is zeker een héél belangrijke.
Wat is ‘verkeerd’ eten?
Bij verpakte voeding kopen hoort, dat jezelf een zekere basiskennis hebt van voeding.
Als je dat, van thuis uit, niet hebt meegekregen, dan zul je jezelf er in moeten verdiepen.
Op verpakte voedingswaar staat een hele hoop informatie wat er allemaal in zit: zoals energie, onverzadigde vetten, verzadigde vetten, koolhydraten, suiker, eiwitten, vezels, zout.
Opmerking.
Snacks.
Bij snacks weet je niet welke vetten er in zitten en waarin wordt gebakken.
Maar het smaakt direct hapklaar.
We halen er een héél belangrijke eruit, die vrijwel op iedere verpakking staat vermeld, namelijk: verzadigde vetten.
Wat doet dat met ons lichaam, inside.
Als we naar binnen zouden kunnen kijken, dan zouden we supersnel wakker worden van de verkeerde processen die worden opgestart.
LDL-cholesterol.
LDL-cholesterol is een vettige substantie, die niet oplosbaar is in water. Die eigenschap maakt cholesterol geschikt als bouwsteen voor onderdelen die tegen water moeten kunnen, zoals celwanden. Het lichaam heeft LDL-cholesterol daarom nodig als bouwstof voor cellen en bepaalde hormonen, die vervoerd worden in het bloed. Maar LDL-cholesterol is daarnaast ook een risicofactor voor hart-en vaatziekten. Dat is de reden waarom verzadigde vetten hier wordt besproken.
Soorten cholesterol.
Er zijn twee soorten cholesterol, namelijk HDL en LDL.
LDL-cholesterol is een risicofactor voor slagaderziekte, terwijl HDL-cholesterol juist een gunstig effect heeft omdat het cholesterol kan afvoeren.
Het verschil is, dat verzadigde vetten de slechte vetten zijn, en onverzadigde vetten de goede vetten zijn.
Verzadigd vet kan het cholesterolgehalte in het bloed verhogen waardoor het risico op hart en vaatziekten toeneemt.
Het gevolg kan zijn een aderverstopping en een beroerte zijn.
Onverzadigde vetten dragen bij aan het verlagen van het cholesterol.
Zie onderstaand bericht van de Nederlandse vereniging voor cardiologen (NVVC).
Cholesterol is een vettige substantie, die niet oplosbaar is in water. Die eigenschap maakt cholesterol geschikt als bouwstenen voor onderdelen die tegen water moeten kunnen, zoals celwanden. Het lichaam heeft cholesterol daarom nodig als bouwstof voor cellen en bepaalde hormonen, die vervoerd worden in het bloed. Maar cholesterol is ook een risicofactor voor hart– en vaatziekten.
LDL-cholesterol is een risicofactor voor slagaderziekte, terwijl HDL-cholesterol juist een gunstig effect heeft, omdat het cholesterol kan afvoeren.
Is het LDL-cholesterolgehalte in het bloed te hoog, dan kan het zich gaan afzetten in de binnenwand van slagaders. Dat gebeurt vooral op plaatsen waar de slagaderwand beschadigd en minder glad is. Hoe meer LDL-cholesterol in het bloed, hoe groter de kans op slagaderziekte. Dit sluipende ziekteproces is de belangrijkste oorzaak van een hartinfarct en een beroerte. LDL transporteert cholesterol van de lever naar het lichaam, HDL brengt het overtollige cholesterol weer terug naar de lever om te worden afgebroken.
Dit beschreven proces kan jarenlang duren zonder dat je iets merkt en je jezelf optimaal gezond voelt.
Verzadigde vetten, nader bekeken.
Wat zijn dat, verzadigde vetten?
Er zijn twee soorten *lipoproteïnes namelijk:
Hoge-Dichtheids-Lipoproteïnes (HDL) en Lage-Dichtheids- Lipoproteïnes, (LDL).
Het onderscheid is belangrijk, omdat het effect tegengesteld is.
Een hoog HDL-gehalte, in het bloed, maakt de kans op slagaderziekte kleiner, een hoog LDL-gehalte, in het bloed, maakt die kans juist groter.
Dat komt omdat HDL een andere functie heeft dan LDL.
LDL vervoert, via het bloed, cholesterol van de lever door het lichaam,
HDL functioneert als een soort stofzuiger, en brengt het overtollige cholesterol, via het bloed weer terug naar de lever om te worden afgebroken.
Ondanks dat LDL slecht is, heb je LDL wél nodig, maar niet teveel. Hoe lager, hoe beter. Het LDL moet in ieder geval niet lager zijn dan 2.5 mmol/l en niet hoger zijn dan 3,5 mmol/l.
Waar staat mmol/ voor?
De hoeveelheid glucose in je bloed wordt uitgedrukt in mmol/l (millimol per liter).
Dat staat voor een bepaalde hoeveelheid glucosemoleculen per liter bloed.
Als je bijvoorbeeld een glucosewaarde van 6 mmol/l bij jezelf meet, bevat je bloed meer moleculen per liter, dan wanneer je 5 mmol/l meet.
Boodschappen doen.
Je staat in een supermarkt, waar moet je op letten bij voedselaankopen?
Kies voeding met een laag getal voor verzadigde vetten.
Waarom?
Even ter herinnering: HDL is het goede cholesterol. LDL is het slechte cholesterol.
Verzadigde vetten, LDL.
In welke voedingsstoffen zitten verzadigde vetten(LDL)
Dus focussen op laag getal voor verzadigde vetten.
Verzadigd vet komt veel voor in dierlijke producten, waaronder:
- roomboter
- margarine in een wikkel
- kokos en palmolie
- volle melkproducten en kaas (48+)
- vet vlees, vette vleeswaren en worst
- koek, chocolade, gebak
- snacks
- frituur producten in hard gesmolten vet.
Onverzadigde vetten, HDL.
In welke voedingsstoffen zitten de onverzadigde vetten(HDL)
We weten, dat is het goede cholesterol. Dat kan dus geen kwaad.
Er zit veel onverzadigd vet in:
- plantaardige olie
- vloeibare bak- en braadproducten
- vloeibare margarine
- zachte margarine en halvarine (ligt)
- noten, pitten en zaden
- avocado
- vette vis
*lipoproteïne
HDL en LDL.
Bloed bestaat voor meer dan de helft uit water. Daarom heeft het bloed moeite om het vettige cholesterol te vervoeren. In de lever wordt cholesterol gekoppeld aan een eiwit of proteïne. De koppeling van cholesterol met een transporteiwit heet een lipoproteïne. Het voorvoegsel 'lipo' verwijst naar de term voor een vetstof: lipide
Cholesterolratio en hart en vaatziekte.
De cholesterolratio hoort kleiner dan 5 te zijn.
Belangrijke grenswaarden hierbij zijn:
LDL-cholesterol: minder dan 2,5 mmol/l = optimaal.
Meer dan 3,5 mmol/l = te hoog.
HDL-cholesterol: minder dan 0,9 mmol/l = te laag.
De verhouding tussen LDL en HDL noemen we de cholesterolratio.
Een scheve verhouding met teveel LDL vormt een belangrijk risico voor hart en vaatziekten.
De cholesterolratio wordt berekend door het totale cholesterolratio (LDL + HDL) te delen door het HDL
De ratio hoort kleiner dan 5 te zijn,
Cholesterol-Voedingscentrum.
Tot slot.
Als je de waarde kent van je LDL en HDL kun je zelf uitrekenen of je in het gebied zit van kans op een beroerte of aderafsluiting, of hart en vaatziekten.
De ratio= (LDL + HDL) : HDL moet kleiner zijn dan 5.
Voorbeeld 1.
Het LDL 9. Het HDL 3.
Dat geeft: 9 + 3= 12
12 : 3= 4. Dat is lager dan 5,
Voorbeeld 2. Het LDL = 11. Het HDL= 2
Dat geeft 11+ 2 = 13.
13 : 2 = 6.5.
Bij onderzoek naar LDL en HDL, vraag dan aan de huisarts naar de uitslag van LDL en HDL., ieder apart. Je kan dan zelf uitrekenen, wat je ratio is. Deze moet kleiner dan 5 zijn.
Is dit hoger dan 5.
Advies:
Ga naar de huisarts, want hart en vaatziekten of een aderafsluiting (beroerte), kunnen (op termijn) leiden tot problemen.
Je hebt de LDL en HDL waarde van de huisarts nodig, die waarschijnlijk zelf al aan de bel zal trekken.
Zelf testen van LDL en HDL.
Zelf testen gaat niet, want de testapparatuur geeft de som van LDL + HDL als één getal.
Om het zelf uit te rekenen, dat kan echter wel.
Noot.
Stress.
Stress kan een negatieve invloed hebben op het cholesterolgehalte. Bij stress produceert het lichaam stresshormonen zoals cortisol en adrenaline. Deze hormonen kunnen het cholesterolgehalte in het bloed verhogen, met name het
LDL-cholesterolgehalte (het slechte cholesterol).
Samenvattend.
Koop producten met een klein getal voor verzadigde vetten.
George Wilbrink
Oktober 2023
Inleiding.
Het is niet erg, een keer ‘verkeerd’ te eten. Het kan echter wél een probleem worden, als er regelmatig ‘verkeerd’ wordt gegeten.
Zo nu en dan, bij gelegenheid, een keer meedoen, kan m.i. geen kwaad. Helemaal jezelf ‘afsluiten’ vraagt, op den duur, zo expliciet de aandacht van je omgeving, dat het voor jezelf er ook niet prettiger op wordt, lijkt me.
Er zijn meer risicofactoren dan ‘verkeerd’ eten, maar dit is zeker een héél belangrijke.
Wat is ‘verkeerd’ eten?
Bij verpakte voeding kopen hoort, dat jezelf een zekere basiskennis hebt van voeding.
Als je dat, van thuis uit, niet hebt meegekregen, dan zul je jezelf er in moeten verdiepen.
Op verpakte voedingswaar staat een hele hoop informatie wat er allemaal in zit: zoals energie, onverzadigde vetten, verzadigde vetten, koolhydraten, suiker, eiwitten, vezels, zout.
Opmerking.
Snacks.
Bij snacks weet je niet welke vetten er in zitten en waarin wordt gebakken.
Maar het smaakt direct hapklaar.
We halen er een héél belangrijke eruit, die vrijwel op iedere verpakking staat vermeld, namelijk: verzadigde vetten.
Wat doet dat met ons lichaam, inside.
Als we naar binnen zouden kunnen kijken, dan zouden we supersnel wakker worden van de verkeerde processen die worden opgestart.
LDL-cholesterol.
LDL-cholesterol is een vettige substantie, die niet oplosbaar is in water. Die eigenschap maakt cholesterol geschikt als bouwsteen voor onderdelen die tegen water moeten kunnen, zoals celwanden. Het lichaam heeft LDL-cholesterol daarom nodig als bouwstof voor cellen en bepaalde hormonen, die vervoerd worden in het bloed. Maar LDL-cholesterol is daarnaast ook een risicofactor voor hart-en vaatziekten. Dat is de reden waarom verzadigde vetten hier wordt besproken.
Soorten cholesterol.
Er zijn twee soorten cholesterol, namelijk HDL en LDL.
LDL-cholesterol is een risicofactor voor slagaderziekte, terwijl HDL-cholesterol juist een gunstig effect heeft omdat het cholesterol kan afvoeren.
Het verschil is, dat verzadigde vetten de slechte vetten zijn, en onverzadigde vetten de goede vetten zijn.
Verzadigd vet kan het cholesterolgehalte in het bloed verhogen waardoor het risico op hart en vaatziekten toeneemt.
Het gevolg kan zijn een aderverstopping en een beroerte zijn.
Onverzadigde vetten dragen bij aan het verlagen van het cholesterol.
Zie onderstaand bericht van de Nederlandse vereniging voor cardiologen (NVVC).
Cholesterol is een vettige substantie, die niet oplosbaar is in water. Die eigenschap maakt cholesterol geschikt als bouwstenen voor onderdelen die tegen water moeten kunnen, zoals celwanden. Het lichaam heeft cholesterol daarom nodig als bouwstof voor cellen en bepaalde hormonen, die vervoerd worden in het bloed. Maar cholesterol is ook een risicofactor voor hart– en vaatziekten.
LDL-cholesterol is een risicofactor voor slagaderziekte, terwijl HDL-cholesterol juist een gunstig effect heeft, omdat het cholesterol kan afvoeren.
Is het LDL-cholesterolgehalte in het bloed te hoog, dan kan het zich gaan afzetten in de binnenwand van slagaders. Dat gebeurt vooral op plaatsen waar de slagaderwand beschadigd en minder glad is. Hoe meer LDL-cholesterol in het bloed, hoe groter de kans op slagaderziekte. Dit sluipende ziekteproces is de belangrijkste oorzaak van een hartinfarct en een beroerte. LDL transporteert cholesterol van de lever naar het lichaam, HDL brengt het overtollige cholesterol weer terug naar de lever om te worden afgebroken.
Dit beschreven proces kan jarenlang duren zonder dat je iets merkt en je jezelf optimaal gezond voelt.
Verzadigde vetten, nader bekeken.
Wat zijn dat, verzadigde vetten?
Er zijn twee soorten *lipoproteïnes namelijk:
Hoge-Dichtheids-Lipoproteïnes (HDL) en Lage-Dichtheids- Lipoproteïnes, (LDL).
Het onderscheid is belangrijk, omdat het effect tegengesteld is.
Een hoog HDL-gehalte, in het bloed, maakt de kans op slagaderziekte kleiner, een hoog LDL-gehalte, in het bloed, maakt die kans juist groter.
Dat komt omdat HDL een andere functie heeft dan LDL.
LDL vervoert, via het bloed, cholesterol van de lever door het lichaam,
HDL functioneert als een soort stofzuiger, en brengt het overtollige cholesterol, via het bloed weer terug naar de lever om te worden afgebroken.
Ondanks dat LDL slecht is, heb je LDL wél nodig, maar niet teveel. Hoe lager, hoe beter. Het LDL moet in ieder geval niet lager zijn dan 2.5 mmol/l en niet hoger zijn dan 3,5 mmol/l.
Waar staat mmol/ voor?
De hoeveelheid glucose in je bloed wordt uitgedrukt in mmol/l (millimol per liter).
Dat staat voor een bepaalde hoeveelheid glucosemoleculen per liter bloed.
Als je bijvoorbeeld een glucosewaarde van 6 mmol/l bij jezelf meet, bevat je bloed meer moleculen per liter, dan wanneer je 5 mmol/l meet.
Boodschappen doen.
Je staat in een supermarkt, waar moet je op letten bij voedselaankopen?
Kies voeding met een laag getal voor verzadigde vetten.
Waarom?
Even ter herinnering: HDL is het goede cholesterol. LDL is het slechte cholesterol.
Verzadigde vetten, LDL.
In welke voedingsstoffen zitten verzadigde vetten(LDL)
Dus focussen op laag getal voor verzadigde vetten.
Verzadigd vet komt veel voor in dierlijke producten, waaronder:
- roomboter
- margarine in een wikkel
- kokos en palmolie
- volle melkproducten en kaas (48+)
- vet vlees, vette vleeswaren en worst
- koek, chocolade, gebak
- snacks
- frituur producten in hard gesmolten vet.
Onverzadigde vetten, HDL.
In welke voedingsstoffen zitten de onverzadigde vetten(HDL)
We weten, dat is het goede cholesterol. Dat kan dus geen kwaad.
Er zit veel onverzadigd vet in:
- plantaardige olie
- vloeibare bak- en braadproducten
- vloeibare margarine
- zachte margarine en halvarine (ligt)
- noten, pitten en zaden
- avocado
- vette vis
*lipoproteïne
HDL en LDL.
Bloed bestaat voor meer dan de helft uit water. Daarom heeft het bloed moeite om het vettige cholesterol te vervoeren. In de lever wordt cholesterol gekoppeld aan een eiwit of proteïne. De koppeling van cholesterol met een transporteiwit heet een lipoproteïne. Het voorvoegsel 'lipo' verwijst naar de term voor een vetstof: lipide
Cholesterolratio en hart en vaatziekte.
De cholesterolratio hoort kleiner dan 5 te zijn.
Belangrijke grenswaarden hierbij zijn:
LDL-cholesterol: minder dan 2,5 mmol/l = optimaal.
Meer dan 3,5 mmol/l = te hoog.
HDL-cholesterol: minder dan 0,9 mmol/l = te laag.
De verhouding tussen LDL en HDL noemen we de cholesterolratio.
Een scheve verhouding met teveel LDL vormt een belangrijk risico voor hart en vaatziekten.
De cholesterolratio wordt berekend door het totale cholesterolratio (LDL + HDL) te delen door het HDL
De ratio hoort kleiner dan 5 te zijn,
Cholesterol-Voedingscentrum.
Tot slot.
Als je de waarde kent van je LDL en HDL kun je zelf uitrekenen of je in het gebied zit van kans op een beroerte of aderafsluiting, of hart en vaatziekten.
De ratio= (LDL + HDL) : HDL moet kleiner zijn dan 5.
Voorbeeld 1.
Het LDL 9. Het HDL 3.
Dat geeft: 9 + 3= 12
12 : 3= 4. Dat is lager dan 5,
Voorbeeld 2. Het LDL = 11. Het HDL= 2
Dat geeft 11+ 2 = 13.
13 : 2 = 6.5.
Bij onderzoek naar LDL en HDL, vraag dan aan de huisarts naar de uitslag van LDL en HDL., ieder apart. Je kan dan zelf uitrekenen, wat je ratio is. Deze moet kleiner dan 5 zijn.
Is dit hoger dan 5.
Advies:
Ga naar de huisarts, want hart en vaatziekten of een aderafsluiting (beroerte), kunnen (op termijn) leiden tot problemen.
Je hebt de LDL en HDL waarde van de huisarts nodig, die waarschijnlijk zelf al aan de bel zal trekken.
Zelf testen van LDL en HDL.
Zelf testen gaat niet, want de testapparatuur geeft de som van LDL + HDL als één getal.
Om het zelf uit te rekenen, dat kan echter wel.
Noot.
Stress.
Stress kan een negatieve invloed hebben op het cholesterolgehalte. Bij stress produceert het lichaam stresshormonen zoals cortisol en adrenaline. Deze hormonen kunnen het cholesterolgehalte in het bloed verhogen, met name het
LDL-cholesterolgehalte (het slechte cholesterol).
Samenvattend.
Koop producten met een klein getal voor verzadigde vetten.
George Wilbrink
Oktober 2023