Gnosis: Het westerse spirituele erfgoed
Geplaatst: 20 mar 2008, 09:51
GNOSIS: HET WESTERSE SPIRITUELE ERFGOED
Een gesprek met auteur Hein Stufkens
'Alles wordt volledig en onverbloemd geopenbaard
aan wie vrij is van liefde en haat
Maar reeds het geringste onderscheid
doet hemel en aarde splijten.'
"Een mooie tekst om je artikel mee te beginnen," zegt Hein Stufkens, "een oude zen-tekst door Sengtsan uit de zevende eeuw na Christus. De tekst is gericht op het stoppen van het onderscheid makende denken."
Hein Stufkens werd in 1947 in het Zuiden van Nederland geboren en zijn jeugd bestond, behalve uit angst en dreiging tussen Oost en West, Noord en Zuid, uit de door de oorlog nauwelijks aangetaste schijnveiligheid van het rooms-katholieke bolwerk. Hij maakte kennis, zoals zovelen in de jaren zestig en zeventig, met de vele vormen van meditatie van het Oosten, met name zen-meditatie. "Maar noch voor mij," schrijft hij, "noch voor vele anderen, bleek de reis naar de Oosterse spiritualiteit een enkele reis. Het zou een retour blijken te zijn naar ons eigen Westerse spirituele erfgoed."
Hein studeerde rechtsfilosofie in Utrecht en was lange tijd docent filosofie en levensbeschouwelijke oriëntatie in het hoger beroepsonderwijs. Nu is hij is betrokken bij verschillende cursussen en vormingsprogramma's op het gebied van bewustwording en spiritualiteit en bij radio- en TV-programma's van Teleac en IKON. Hij publiceerde een groot aantal artikelen en boeken, met name over gnosis.
Hein en ik spreken elkaar in zijn werkkamer waar ik nieuwsgierige blikken werp op de rijen boeken en de metersgrote kunstwerken aan de muren, alvorens we van wal steken.
DE KENNIS VAN HET HART
"In de Westerse cultuur," zegt Hein, "zijn drie grote tradities, waarvan er twee bekend zijn en één niet of nauwelijks. De eerste bekende komt uit Griekenland, met Athene als brandpunt, en is begonnen als natuurfilosofie; studie van de buitenwereld, studie van de dingen, de materie. Eigenlijk is onze huidige Westerse wetenschap daar een opvolger van. Er is bijvoorbeeld nog heel lang gewerkt met de ideeën van Aristoteles. Wetenschappelijk denken is logisch en rationeel. De tweede bekende traditie is het geloof, het Christendom, de kerken, ooit begonnen in Jeruzalem. Dan is er nog een derde traditie - de gnosis - en die is ondergesneeuwd geraakt. Van oudsher had de gnosis als brandpunt Alexandrië in het Noorden van Egypte. Gnosis richt zich niet op de buitenwereld of de materie, het richt zich ook niet op geloven, maar het richt zich op een ander soort kennis. Kennis die je 'het innerlijk weten' zou kunnen noemen, of 'de kennis van het hart'. Het centrale punt is zelfkennis. Dat is het wezenlijke van de gnosis. 'Wie zichzelf kent, kent het Al' is een oude gnostische uitspraak. Of 'Wie zichzelf kent, kent God'. Gnosis is dus geen geloven maar innerlijk weten. Je kunt het een beetje vergelijken met geliefden die 'kennis aan elkaar hebben', dát soort kennis. Intuïtieve kennis."
INNERLIJK SCHOUWEN
Hein: "Geloven is iets aannemen op gezag van een ander. Dat heb ik vroeger in de cathechismus letterlijk zo geleerd. In eerste instantie natuurlijk op gezag van Jezus, maar daarvan afgeleid op gezag van de kerkelijke autoriteiten. Geloven doe je omdat een ander het zegt, terwijl je het van binnen misschien helemaal niet weet. De boodschap van Jezus had je helemaal niet kunnen weten als hij het niet gezegd had. Gnosis houdt in dat je het weten van binnenuit al in je draag. Je zou kunnen zeggen dat het een herinnering is, een innerlijke herinnering aan wie je wezenlijk bent. Daarnet heb ik natuurlijk ongenuanceerd over de Griekse filosofie gesproken. Van oorsprong had dat wel degelijk met gnosis te maken. Plato beschouwde het innerlijk schouwen als de hoogste vorm van kennis. Wat wij wetenschap noemen, kwam bij hem op een veel latere plaats.
Heimwee is een centraal woord bij dat 'innerlijk schouwen'. Het is een soort heimwee omdat je voelt dat je niet thuis bent hier en je hebt een groot verlangen om thuis te komen. Heimwee kun je heel in het klein hebben, bijvoorbeeld als je van huis bent en je wilt graag naar huis. Maar het bestaat ook in existentieel opzicht, een soort kosmisch heimwee naar je oorsprong, naar wie je eigenlijk bent. Dat heimwee is een grote religieuze drijfveer. Daarom worden mensen ook wel 'ongeneeslijk religieus' genoemd. Dit soort heimwee hoeft ook niet per definitie in te houden dat je terug wilt naar iets in het verleden. Je kunt ook heimwee hebben naar iets wat je zou willen worden, of eigenlijk zonder het te weten al bent: Heimwee naar wat in sommige kringen wel de 'Boeddha-natuur' of het 'Christus-bewustwijn' wordt genoemd. Een kenmerk van dat gevoel is ook dat je het meestal niet zomaar kunt 'pakken'. Je kunt je er alleen voor open stellen."
HET SACRAMENT VAN SOPHIE
Hein Stufkens schreef een roman over gnostiek 'Het sacrament van Sophie', maar niet zoals velen waarschijnlijk een roman over dit onderwerp zouden verwachten. Het speelt zich af in deze tijd. De hoofdpersoon Sophie leeft haar leven gepassioneerd, met vallen en opstaan, voor sommigen misschien soms provocerend, maar zeer zeker herkenbaar. Tussen de hoofdstukken over Sophie door lezen we hoe God, Chris (Jezus) en Mefi (de duivel) hun huishouden, dat zich ergens in de lucht schijnt te bevinden, draaiende houden met al het geharrewar van dien. Mefi blijkt een niet al te tactische maar herkenbare huisgenoot te zijn, een soort 'olifant in een porceleinkast', en Chris besluit eindelijk de waarheid over zichzelf te vertellen. Een boek over liefde, verdriet, 'gekte', hoop, zoeken, passie, dualiteit, eenheid en roeping. Waar heeft Hein 'Sophie' eigenlijk vandaan?
"Sophie is essentieel in de gnostische religie," zegt hij, "Ook in de Bijbel vind je Sophia. Sophia betekent wijsheid. In het oude testament wordt ze genoemd als degene die bij het begin van de schepping aanwezig was als de dochter of de partner van God. En ook in de gnostische traditie speelt Sophia een heel belangrijke rol. Daar wordt ze gezien als een deel van God, van het oorspronkelijk Ene. Sophia heeft zich afgescheiden van God, is op eigen houtje aan het scheppen gegaan en heeft de Demiurg voortbracht, die weer de schepper van onze wereld zou zijn. Sophia kreeg spijt en wilde terug naar de Ene, naar God. Ze blaast de mensen op het laatste moment de herinnering in van hun oorsprong. Daarmee zou ze op het laatste nippertje onze wereld gered hebben omdat het eigenlijk de bedoeling van de Demiurg was dat onze wereld voor altijd afgescheiden zou blijven. En daar komt dat heimwee-gevoel vandaan waar we het net over hadden. Daardoor zouden wij weten van de eenheid. Sophia is teruggekeerd naar de Ene. Ze is de vrouwelijke kant van God. Ik heb het nu natuurlijk een beetje karikaturaal uitgedrukt, maar in de gnosis hoort het vrouwelijke zeer essentieel bij het Godsbeeld. Ik denk dat het van een rampzalige eenzijdigheid getuigt wanneer God alleen als mannelijk wordt voorgesteld. In mijn boek is het ook duidelijk dat Mefi (de duivel) gewoon een deel is van het Goddelijk gezin. Mefi draagt vooral zorg voor het materiële. Daar is hij in geïnteresseerd. Chris (Jezus) stijgt op naar grote morele hoogten maar Mefi blijft heel dicht bij de grond. Hij zorgt voor het eten, maakt er lekkere sausjes bij, trekt een fles wijn open, doet de afwas enzovoort."
BIJ ELKAAR HORENDE TEGENDELEN
In de boeken 'Heimwee naar God' en 'Weg van gnosis' komen met grote regelmaat de woorden 'dualisme' en 'eenheid' voor.
"Wij leven in een 'óf-óf-cultuur'," vertelt Hein, "Dat is heel typerend voor onze samenleving. Het is óf goed, óf kwaad. Zijn en tegelijkertijd niet-zijn is onmogelijk. Of hier zijn en ook daar zijn. Of golf zijn maar tegelijkertijd deeltje zijn. Terwijl men er nu in de fysica ook achterkomt dat dat wel degelijk kan. In het Oosten wisten ze dat al. Ze hebben daar dan ook een 'en-en-logica' in plaats van een 'of-of-logica'. Het is zowel het een als het ander. Ik denk dat dat ook wezenlijk is, willen we overleven. We zullen moeten gaan beseffen dat we allemaal deeltjes zijn van hetzelfde, dat we elkaar nodig hebben en er zonder elkaar niet zouden zijn, dat er geen licht is zonder duisternis. Dat dualisme waarmee we leven is sterk bevorderd door die eerste twee hoofdstromingen, het geloof en de Griekse logica. Het is of het één, of het ander. Uitzonderingen daargelaten natuurlijk. Beide stromingen hebben mensen gekend die de bij elkaar horende tegendelen gezien hebben. Die mensen waren helaas altijd in een hele kleine minderheid. Vanuit het Christendom gezien is het natuurlijk logisch dat de gnostische geschriften, zoals bijvoorbeeld de in deze eeuw gevonden Nag Hamadi geschriften, verboden werden. Als je mensen onder de duim wilt houden, moet je ze niet gaan vertellen dat ze God in zichzelf kunnen vinden. Dan moet je ze laten denken dat ze dat alleen via jou kunnen."
ALS JE VOORTBRENGT WAT IN JE IS
In de context van gnosis als therapie brengt Hein in 'Weg van Gnosis' de volgende tekst naar voren: 'Als je voortbrengt wat in je is, zal dat wat je voortbrengt je redden. Als je niet voortbrengt wat in je is, zal dat wat je niet voortbrengt je vernietigen.'
Hein: "Ik denk dat dat wezenlijk is voor alle therapeuten. Dus mensen te helpen voortbrengen wat in ze is, wat dat ook is. Datgene wat je laat rotten van binnen, dat gaat je uiteindelijk vernietigen. En datgene wat je naar buiten brengt, gaat je uiteindelijk redden, ook al vind je het nog zo afschuwelijk. Als je moordlustige neigingen hebt dan kun je die wegstoppen en net doen alsof je ze niet hebt, maar dan word je heel gevaarlijk. Op een gegeven moment slaat het toe buiten je controle om. Wanneer je de moordenaar in jezelf durft aan te kijken, dan kun je leren dat een plek te geven in jezelf. Het is heel belangrijk om die verdrongen delen van jezelf een plaats toe te kennen. Alle kwaad van de wereld zit in ieder van ons. Op zichzelf is dat niet zo eng, maar wat wel eng is is dat velen van ons een heel groot ego hebben, een zelfbeeld dat alleen maar positief is. 'Aan mij ligt het niet. Als iedereen was zoals ik zou de wereld er heel anders uitzien', dat soort uitspraken getuigen daarvan. Onder ogen zien dat je ook schaduwkanten hebt - zelfs afschuwelijke, destructieve schaduwkanten - dat vergt de moed om af te stappen van je geïdealiseerde zelfbeeld. Mensen die uit therapieën weglopen staan vaak op dat moment oog in oog met hun eigen schaduwkant. Ze komen zichzelf tegen.
Met 'onder ogen zien' bedoel ik natuurlijk niet 'uitleven'. Driften worden vaak op een gevaarlijke manier uitgeleefd omdat ze niet tot bewustzijn zijn gebracht. In onze cultuur is dat bewustworden niet gebruikelijk. We vinden dat we die kanten beter niet kunnen laten zien."
ZELFBEELD EN SCHADUWKANT
"Het 'aan mij ligt het niet-idee' kun je zowel in het groot als in het klein zien. In het groot leidt dat bijvoorbeeld tot rassenhaat, bevolkingsgroepen tot zonderbok maken, het kwaad projecteren op een ander en daarom die ander uit gaan roeien. In het klein, in relaties bijvoorbeeld, zie je het ook. Als ik de balk in mijn eigen oog niet zie dan zal voortdurend bezig zijn met aantonen dat het allemaal aan de ander ligt. Terwijl, als ik durf in te zien wat mijn aandeel is, wat ik zelf voor negativiteit inbreng, dan is de angel eruit. Dan worden problemen open, bespreekbaar, dan kan ermee geleefd worden. Het bewustmaken van de schaduwkant in ons, wordt in deze samenleving meestal overgeslagen. Mensen kunnen jarenlang met filosofie of theologie bezig zijn, zonder hun eigen wezenlijke evenwicht te herstellen. Ook die theorieën waarover je de laatste jaren veel hoort, die zich bezig houden met het opbouwen van een positief zelfbeeld, werken naar mijn idee uiteindelijk niet. Wanneer we ons de hele dag gaan voorhouden dat we geweldig zijn, gaan we dat vanzelf een keer geloven. Dat is een gedragstherapeutische manier. Maar er wordt vergeten dat al die verdrongen schaduwkanten gewoon blijven zitten onder die nieuwe programmering. Wanneer je echter je eigen negativiteit durft aan te kijken en leert accepteren, dan hoef je niet meer zo hard te roepen: 'ik ben OK, ik ben OK'. Dan weet je dat je zowel negativiteit als positiviteit in je hebt en dat je daarmee compleet bent. Daar is trouwens een leuke anekdote over. Er woonde ergens een hele wijze, heilige man, een kluizenaar, in een bos. De koning van dat land wilde die wijze man eren en besloot een schilderij van hem te laten maken. Dus werd de hofschilder er op af gestuurd om een schilderij van de heilige te maken. Bij de onthulling van het kunstwerk was de koning er, de hofschilder was er en de heilige was er. Toen ze het doek dat over het schilderij hing wegtrokken, stond er een afschuwelijk monster op. De koning was razend op de hofschilder en wilde hem wegsturen. Maar de heilige zei: 'Wacht even sire, ik ben deze schilder heel dankbaar want nu pas zie ik de kant van mezelf die ik al die tijd verdrongen heb.'"
ZELFBEVRIJDEND VERMOGEN
Voor veel mensen die op een dogmatische manier met het geloof en de bijbel leven, kan het leren zien van hun duistere kanten een groot probleem vormen.
"Dat heeft te maken met het schuldgevoel wat daar vaak bij hoort," zegt Hein, "De enige manier is om dat schuldvraagstuk los te laten en te leren zien dat je negatieve kanten juist groeimogelijkheden zijn. Dus niet meer denken in termen van schuld en beloning, maar in termen van groei. Dan kan het aankijken van het kwaad een fase van transformatie worden, een groeimogelijkheid. Je hoeft er dan niet meer voor weg te lopen en geen heil meer bij een ander te zoeken, zelfs niet bij een ‘verlosser’."
In 'Weg van Gnosis' schrijft Hein dat de hedendaagse psychologie begint te erkennen dat de menselijke psyche beschikt over een zelfbevrijdend vermogen. "Gnostici wisten dat allang," schrijft hij, "alleen voegen zij daar aan toe dat dat zelfbevrijdend vermogen in de mens wel gewekt moet worden door een goddelijke stem."
Een goddelijke stem?
"Een goddelijke stem ja," zegt Hein, "ik kan dat niet anders noemen. Boeddha-natuur, Christusbewustzijn... Het gaat om een innerlijke stem die wij allemaal in ons hebben. Voor de Westerse mens kan het Christus zijn die die innerlijke stem aktiveert. In het Oosten kan het Boeddha zijn. Maar het kan ook de buurman zijn of een bloem die je ziet. Het kan van alles zijn. Iets of iemand die je diep in je ziel raakt en iets wakker maakt van dat heimwee waarover we spraken. Je hebt een innerlijke en een uiterlijke beweging. Die innerlijke stem van jou, moet dikwijls wel door iets of iemand van buitenaf aangeraakt worden. Een therapeut kan de functie hebben om dat in de ander aan te raken. Een therapeut die de verlosser voor een ander speelt is een hele slechte therapeut. Maar een therapeut die de ander in contact weet te brengen met diens eigen verlossend vermogen is een goede therapeut."
"WIL JIJ GEZOND WORDEN?"
In 'Weg van Gnosis' wordt dit geïlllustreerd door het bijbelse verhaal uit Johannes 5:1-9. Een man is al achtendertig jaar verlamd en hij ligt bij het geneeskrachtige bad Bethesda bij de Schaapspoort in Jeruzalem. Regelmatig daalt er een engel in dat bad af en wie zich dan het eerst in het water laat vallen is genezen. Jezus vraagt op een dag aan de verlamde man: "Wil je gezond worden?", waarop de man zegt: "Heer, ik heb geen mens om mij in het water te werpen. Ik ben steeds te laat." Jezus zegt: "Sta op, neem uw matras op en wandel." De man staat op, loopt weg met zijn matras en is genezen. Gnostici gaan er in dit verband niet vanuit dat Jezus hier opgetreden is als een verlossende wonderdoener maar als iemand die beroep doet op het zelfbevrijdend - zelfgenezend - vermogen van de verlamde man door de nadruk te leggen op de woorden: "Wil jij gezond worden?" Jezus raakt de innerlijke stem van de man, spreekt hem aan op de 'underdog-rol' waarin de man schijnt te berusten en doorbreekt de vanzelfsprekende afhankelijkheid en passiviteit.
Hein: "Dat is dus ook een goede vraag die je aan iemand kunt stellen: 'Wil jij gezond worden?' Het gaat om het wekken van het besef dat je heel bent, dat niemand dan jezelf je genezen kan, dat je in wezen, inclusief je schaduwkanten, Boeddha of Christus BENT."
Eva Lilith.
Een gesprek met auteur Hein Stufkens
'Alles wordt volledig en onverbloemd geopenbaard
aan wie vrij is van liefde en haat
Maar reeds het geringste onderscheid
doet hemel en aarde splijten.'
"Een mooie tekst om je artikel mee te beginnen," zegt Hein Stufkens, "een oude zen-tekst door Sengtsan uit de zevende eeuw na Christus. De tekst is gericht op het stoppen van het onderscheid makende denken."
Hein Stufkens werd in 1947 in het Zuiden van Nederland geboren en zijn jeugd bestond, behalve uit angst en dreiging tussen Oost en West, Noord en Zuid, uit de door de oorlog nauwelijks aangetaste schijnveiligheid van het rooms-katholieke bolwerk. Hij maakte kennis, zoals zovelen in de jaren zestig en zeventig, met de vele vormen van meditatie van het Oosten, met name zen-meditatie. "Maar noch voor mij," schrijft hij, "noch voor vele anderen, bleek de reis naar de Oosterse spiritualiteit een enkele reis. Het zou een retour blijken te zijn naar ons eigen Westerse spirituele erfgoed."
Hein studeerde rechtsfilosofie in Utrecht en was lange tijd docent filosofie en levensbeschouwelijke oriëntatie in het hoger beroepsonderwijs. Nu is hij is betrokken bij verschillende cursussen en vormingsprogramma's op het gebied van bewustwording en spiritualiteit en bij radio- en TV-programma's van Teleac en IKON. Hij publiceerde een groot aantal artikelen en boeken, met name over gnosis.
Hein en ik spreken elkaar in zijn werkkamer waar ik nieuwsgierige blikken werp op de rijen boeken en de metersgrote kunstwerken aan de muren, alvorens we van wal steken.
DE KENNIS VAN HET HART
"In de Westerse cultuur," zegt Hein, "zijn drie grote tradities, waarvan er twee bekend zijn en één niet of nauwelijks. De eerste bekende komt uit Griekenland, met Athene als brandpunt, en is begonnen als natuurfilosofie; studie van de buitenwereld, studie van de dingen, de materie. Eigenlijk is onze huidige Westerse wetenschap daar een opvolger van. Er is bijvoorbeeld nog heel lang gewerkt met de ideeën van Aristoteles. Wetenschappelijk denken is logisch en rationeel. De tweede bekende traditie is het geloof, het Christendom, de kerken, ooit begonnen in Jeruzalem. Dan is er nog een derde traditie - de gnosis - en die is ondergesneeuwd geraakt. Van oudsher had de gnosis als brandpunt Alexandrië in het Noorden van Egypte. Gnosis richt zich niet op de buitenwereld of de materie, het richt zich ook niet op geloven, maar het richt zich op een ander soort kennis. Kennis die je 'het innerlijk weten' zou kunnen noemen, of 'de kennis van het hart'. Het centrale punt is zelfkennis. Dat is het wezenlijke van de gnosis. 'Wie zichzelf kent, kent het Al' is een oude gnostische uitspraak. Of 'Wie zichzelf kent, kent God'. Gnosis is dus geen geloven maar innerlijk weten. Je kunt het een beetje vergelijken met geliefden die 'kennis aan elkaar hebben', dát soort kennis. Intuïtieve kennis."
INNERLIJK SCHOUWEN
Hein: "Geloven is iets aannemen op gezag van een ander. Dat heb ik vroeger in de cathechismus letterlijk zo geleerd. In eerste instantie natuurlijk op gezag van Jezus, maar daarvan afgeleid op gezag van de kerkelijke autoriteiten. Geloven doe je omdat een ander het zegt, terwijl je het van binnen misschien helemaal niet weet. De boodschap van Jezus had je helemaal niet kunnen weten als hij het niet gezegd had. Gnosis houdt in dat je het weten van binnenuit al in je draag. Je zou kunnen zeggen dat het een herinnering is, een innerlijke herinnering aan wie je wezenlijk bent. Daarnet heb ik natuurlijk ongenuanceerd over de Griekse filosofie gesproken. Van oorsprong had dat wel degelijk met gnosis te maken. Plato beschouwde het innerlijk schouwen als de hoogste vorm van kennis. Wat wij wetenschap noemen, kwam bij hem op een veel latere plaats.
Heimwee is een centraal woord bij dat 'innerlijk schouwen'. Het is een soort heimwee omdat je voelt dat je niet thuis bent hier en je hebt een groot verlangen om thuis te komen. Heimwee kun je heel in het klein hebben, bijvoorbeeld als je van huis bent en je wilt graag naar huis. Maar het bestaat ook in existentieel opzicht, een soort kosmisch heimwee naar je oorsprong, naar wie je eigenlijk bent. Dat heimwee is een grote religieuze drijfveer. Daarom worden mensen ook wel 'ongeneeslijk religieus' genoemd. Dit soort heimwee hoeft ook niet per definitie in te houden dat je terug wilt naar iets in het verleden. Je kunt ook heimwee hebben naar iets wat je zou willen worden, of eigenlijk zonder het te weten al bent: Heimwee naar wat in sommige kringen wel de 'Boeddha-natuur' of het 'Christus-bewustwijn' wordt genoemd. Een kenmerk van dat gevoel is ook dat je het meestal niet zomaar kunt 'pakken'. Je kunt je er alleen voor open stellen."
HET SACRAMENT VAN SOPHIE
Hein Stufkens schreef een roman over gnostiek 'Het sacrament van Sophie', maar niet zoals velen waarschijnlijk een roman over dit onderwerp zouden verwachten. Het speelt zich af in deze tijd. De hoofdpersoon Sophie leeft haar leven gepassioneerd, met vallen en opstaan, voor sommigen misschien soms provocerend, maar zeer zeker herkenbaar. Tussen de hoofdstukken over Sophie door lezen we hoe God, Chris (Jezus) en Mefi (de duivel) hun huishouden, dat zich ergens in de lucht schijnt te bevinden, draaiende houden met al het geharrewar van dien. Mefi blijkt een niet al te tactische maar herkenbare huisgenoot te zijn, een soort 'olifant in een porceleinkast', en Chris besluit eindelijk de waarheid over zichzelf te vertellen. Een boek over liefde, verdriet, 'gekte', hoop, zoeken, passie, dualiteit, eenheid en roeping. Waar heeft Hein 'Sophie' eigenlijk vandaan?
"Sophie is essentieel in de gnostische religie," zegt hij, "Ook in de Bijbel vind je Sophia. Sophia betekent wijsheid. In het oude testament wordt ze genoemd als degene die bij het begin van de schepping aanwezig was als de dochter of de partner van God. En ook in de gnostische traditie speelt Sophia een heel belangrijke rol. Daar wordt ze gezien als een deel van God, van het oorspronkelijk Ene. Sophia heeft zich afgescheiden van God, is op eigen houtje aan het scheppen gegaan en heeft de Demiurg voortbracht, die weer de schepper van onze wereld zou zijn. Sophia kreeg spijt en wilde terug naar de Ene, naar God. Ze blaast de mensen op het laatste moment de herinnering in van hun oorsprong. Daarmee zou ze op het laatste nippertje onze wereld gered hebben omdat het eigenlijk de bedoeling van de Demiurg was dat onze wereld voor altijd afgescheiden zou blijven. En daar komt dat heimwee-gevoel vandaan waar we het net over hadden. Daardoor zouden wij weten van de eenheid. Sophia is teruggekeerd naar de Ene. Ze is de vrouwelijke kant van God. Ik heb het nu natuurlijk een beetje karikaturaal uitgedrukt, maar in de gnosis hoort het vrouwelijke zeer essentieel bij het Godsbeeld. Ik denk dat het van een rampzalige eenzijdigheid getuigt wanneer God alleen als mannelijk wordt voorgesteld. In mijn boek is het ook duidelijk dat Mefi (de duivel) gewoon een deel is van het Goddelijk gezin. Mefi draagt vooral zorg voor het materiële. Daar is hij in geïnteresseerd. Chris (Jezus) stijgt op naar grote morele hoogten maar Mefi blijft heel dicht bij de grond. Hij zorgt voor het eten, maakt er lekkere sausjes bij, trekt een fles wijn open, doet de afwas enzovoort."
BIJ ELKAAR HORENDE TEGENDELEN
In de boeken 'Heimwee naar God' en 'Weg van gnosis' komen met grote regelmaat de woorden 'dualisme' en 'eenheid' voor.
"Wij leven in een 'óf-óf-cultuur'," vertelt Hein, "Dat is heel typerend voor onze samenleving. Het is óf goed, óf kwaad. Zijn en tegelijkertijd niet-zijn is onmogelijk. Of hier zijn en ook daar zijn. Of golf zijn maar tegelijkertijd deeltje zijn. Terwijl men er nu in de fysica ook achterkomt dat dat wel degelijk kan. In het Oosten wisten ze dat al. Ze hebben daar dan ook een 'en-en-logica' in plaats van een 'of-of-logica'. Het is zowel het een als het ander. Ik denk dat dat ook wezenlijk is, willen we overleven. We zullen moeten gaan beseffen dat we allemaal deeltjes zijn van hetzelfde, dat we elkaar nodig hebben en er zonder elkaar niet zouden zijn, dat er geen licht is zonder duisternis. Dat dualisme waarmee we leven is sterk bevorderd door die eerste twee hoofdstromingen, het geloof en de Griekse logica. Het is of het één, of het ander. Uitzonderingen daargelaten natuurlijk. Beide stromingen hebben mensen gekend die de bij elkaar horende tegendelen gezien hebben. Die mensen waren helaas altijd in een hele kleine minderheid. Vanuit het Christendom gezien is het natuurlijk logisch dat de gnostische geschriften, zoals bijvoorbeeld de in deze eeuw gevonden Nag Hamadi geschriften, verboden werden. Als je mensen onder de duim wilt houden, moet je ze niet gaan vertellen dat ze God in zichzelf kunnen vinden. Dan moet je ze laten denken dat ze dat alleen via jou kunnen."
ALS JE VOORTBRENGT WAT IN JE IS
In de context van gnosis als therapie brengt Hein in 'Weg van Gnosis' de volgende tekst naar voren: 'Als je voortbrengt wat in je is, zal dat wat je voortbrengt je redden. Als je niet voortbrengt wat in je is, zal dat wat je niet voortbrengt je vernietigen.'
Hein: "Ik denk dat dat wezenlijk is voor alle therapeuten. Dus mensen te helpen voortbrengen wat in ze is, wat dat ook is. Datgene wat je laat rotten van binnen, dat gaat je uiteindelijk vernietigen. En datgene wat je naar buiten brengt, gaat je uiteindelijk redden, ook al vind je het nog zo afschuwelijk. Als je moordlustige neigingen hebt dan kun je die wegstoppen en net doen alsof je ze niet hebt, maar dan word je heel gevaarlijk. Op een gegeven moment slaat het toe buiten je controle om. Wanneer je de moordenaar in jezelf durft aan te kijken, dan kun je leren dat een plek te geven in jezelf. Het is heel belangrijk om die verdrongen delen van jezelf een plaats toe te kennen. Alle kwaad van de wereld zit in ieder van ons. Op zichzelf is dat niet zo eng, maar wat wel eng is is dat velen van ons een heel groot ego hebben, een zelfbeeld dat alleen maar positief is. 'Aan mij ligt het niet. Als iedereen was zoals ik zou de wereld er heel anders uitzien', dat soort uitspraken getuigen daarvan. Onder ogen zien dat je ook schaduwkanten hebt - zelfs afschuwelijke, destructieve schaduwkanten - dat vergt de moed om af te stappen van je geïdealiseerde zelfbeeld. Mensen die uit therapieën weglopen staan vaak op dat moment oog in oog met hun eigen schaduwkant. Ze komen zichzelf tegen.
Met 'onder ogen zien' bedoel ik natuurlijk niet 'uitleven'. Driften worden vaak op een gevaarlijke manier uitgeleefd omdat ze niet tot bewustzijn zijn gebracht. In onze cultuur is dat bewustworden niet gebruikelijk. We vinden dat we die kanten beter niet kunnen laten zien."
ZELFBEELD EN SCHADUWKANT
"Het 'aan mij ligt het niet-idee' kun je zowel in het groot als in het klein zien. In het groot leidt dat bijvoorbeeld tot rassenhaat, bevolkingsgroepen tot zonderbok maken, het kwaad projecteren op een ander en daarom die ander uit gaan roeien. In het klein, in relaties bijvoorbeeld, zie je het ook. Als ik de balk in mijn eigen oog niet zie dan zal voortdurend bezig zijn met aantonen dat het allemaal aan de ander ligt. Terwijl, als ik durf in te zien wat mijn aandeel is, wat ik zelf voor negativiteit inbreng, dan is de angel eruit. Dan worden problemen open, bespreekbaar, dan kan ermee geleefd worden. Het bewustmaken van de schaduwkant in ons, wordt in deze samenleving meestal overgeslagen. Mensen kunnen jarenlang met filosofie of theologie bezig zijn, zonder hun eigen wezenlijke evenwicht te herstellen. Ook die theorieën waarover je de laatste jaren veel hoort, die zich bezig houden met het opbouwen van een positief zelfbeeld, werken naar mijn idee uiteindelijk niet. Wanneer we ons de hele dag gaan voorhouden dat we geweldig zijn, gaan we dat vanzelf een keer geloven. Dat is een gedragstherapeutische manier. Maar er wordt vergeten dat al die verdrongen schaduwkanten gewoon blijven zitten onder die nieuwe programmering. Wanneer je echter je eigen negativiteit durft aan te kijken en leert accepteren, dan hoef je niet meer zo hard te roepen: 'ik ben OK, ik ben OK'. Dan weet je dat je zowel negativiteit als positiviteit in je hebt en dat je daarmee compleet bent. Daar is trouwens een leuke anekdote over. Er woonde ergens een hele wijze, heilige man, een kluizenaar, in een bos. De koning van dat land wilde die wijze man eren en besloot een schilderij van hem te laten maken. Dus werd de hofschilder er op af gestuurd om een schilderij van de heilige te maken. Bij de onthulling van het kunstwerk was de koning er, de hofschilder was er en de heilige was er. Toen ze het doek dat over het schilderij hing wegtrokken, stond er een afschuwelijk monster op. De koning was razend op de hofschilder en wilde hem wegsturen. Maar de heilige zei: 'Wacht even sire, ik ben deze schilder heel dankbaar want nu pas zie ik de kant van mezelf die ik al die tijd verdrongen heb.'"
ZELFBEVRIJDEND VERMOGEN
Voor veel mensen die op een dogmatische manier met het geloof en de bijbel leven, kan het leren zien van hun duistere kanten een groot probleem vormen.
"Dat heeft te maken met het schuldgevoel wat daar vaak bij hoort," zegt Hein, "De enige manier is om dat schuldvraagstuk los te laten en te leren zien dat je negatieve kanten juist groeimogelijkheden zijn. Dus niet meer denken in termen van schuld en beloning, maar in termen van groei. Dan kan het aankijken van het kwaad een fase van transformatie worden, een groeimogelijkheid. Je hoeft er dan niet meer voor weg te lopen en geen heil meer bij een ander te zoeken, zelfs niet bij een ‘verlosser’."
In 'Weg van Gnosis' schrijft Hein dat de hedendaagse psychologie begint te erkennen dat de menselijke psyche beschikt over een zelfbevrijdend vermogen. "Gnostici wisten dat allang," schrijft hij, "alleen voegen zij daar aan toe dat dat zelfbevrijdend vermogen in de mens wel gewekt moet worden door een goddelijke stem."
Een goddelijke stem?
"Een goddelijke stem ja," zegt Hein, "ik kan dat niet anders noemen. Boeddha-natuur, Christusbewustzijn... Het gaat om een innerlijke stem die wij allemaal in ons hebben. Voor de Westerse mens kan het Christus zijn die die innerlijke stem aktiveert. In het Oosten kan het Boeddha zijn. Maar het kan ook de buurman zijn of een bloem die je ziet. Het kan van alles zijn. Iets of iemand die je diep in je ziel raakt en iets wakker maakt van dat heimwee waarover we spraken. Je hebt een innerlijke en een uiterlijke beweging. Die innerlijke stem van jou, moet dikwijls wel door iets of iemand van buitenaf aangeraakt worden. Een therapeut kan de functie hebben om dat in de ander aan te raken. Een therapeut die de verlosser voor een ander speelt is een hele slechte therapeut. Maar een therapeut die de ander in contact weet te brengen met diens eigen verlossend vermogen is een goede therapeut."
"WIL JIJ GEZOND WORDEN?"
In 'Weg van Gnosis' wordt dit geïlllustreerd door het bijbelse verhaal uit Johannes 5:1-9. Een man is al achtendertig jaar verlamd en hij ligt bij het geneeskrachtige bad Bethesda bij de Schaapspoort in Jeruzalem. Regelmatig daalt er een engel in dat bad af en wie zich dan het eerst in het water laat vallen is genezen. Jezus vraagt op een dag aan de verlamde man: "Wil je gezond worden?", waarop de man zegt: "Heer, ik heb geen mens om mij in het water te werpen. Ik ben steeds te laat." Jezus zegt: "Sta op, neem uw matras op en wandel." De man staat op, loopt weg met zijn matras en is genezen. Gnostici gaan er in dit verband niet vanuit dat Jezus hier opgetreden is als een verlossende wonderdoener maar als iemand die beroep doet op het zelfbevrijdend - zelfgenezend - vermogen van de verlamde man door de nadruk te leggen op de woorden: "Wil jij gezond worden?" Jezus raakt de innerlijke stem van de man, spreekt hem aan op de 'underdog-rol' waarin de man schijnt te berusten en doorbreekt de vanzelfsprekende afhankelijkheid en passiviteit.
Hein: "Dat is dus ook een goede vraag die je aan iemand kunt stellen: 'Wil jij gezond worden?' Het gaat om het wekken van het besef dat je heel bent, dat niemand dan jezelf je genezen kan, dat je in wezen, inclusief je schaduwkanten, Boeddha of Christus BENT."
Eva Lilith.