Misschien dat iemand hierdoor interesse krijgt om iets van hem te lezen.Het filosofische De compositie van de wereld (1980) betekent wellicht een keerpunt op de grens van de jaren tachtig.
Eigenlijk is Mulisch' hele oeuvre terug te voeren op een allesbeheersende artistieke conceptie, die in wezen tevens een mens- en wereldconceptie is en die feitelijk al in Voer voor psychologen tot ontwikkeling is gebracht. Het kunstwerk biedt de enige mogelijkheid de werkelijkheid te kennen. De kunstenaar herschept de aarde tot `tegenaarde' en pas door die artistieke interpretatie krijgt de werkelijkheid zin. Hiermee hangt samen de overtuiging dat de taal over de magische potentie beschikt om die creatio tot stand te brengen, zoals in haar ook de macht tot vereeuwiging opgesloten ligt. Een dergelijk mythisch-religieuze taalopvatting reikt terug tot de Griekse en Egyptische oudheid. Voor Mulisch is de Griekse mystieke filosoof Pythagoras in de eerste plaats een kunstenaar, schepper van de eerste `artistieke kosmografie', terwijl diens leerling Philolaos en later vooral de Egyptische godheid Thoth de oerbeelden zijn van de schrijvende, dus zingevende mens. Typerend voor deze visie is in dit verband dat intuïtie en rationele exactheid, zoals bij Philolaos, elkaars noodzakelijke complementen zijn. Ongetwijfeld vloeit deze overtuiging voort uit een fundamenteel paradoxale, on-aristotelische werkelijkheidsopvatting die hij deelt met de natuurfilosoof Heraclitus, volgens wie iets tegelijkertijd kon zijn en niet-zijn. Daaruit is tevens Mulisch' voorliefde voor alchemistische symboliek verklaarbaar. De alchemie was immers de laatste voor-empirische wetenschap waarvoor intuïtie en weten in elkaars verlengde lagen. Zoals voor de alchemist het proces in de microkosmos van de retort een analogon vormde van zijn eigen geestelijke groei en zo tot een mystiek inzicht in het bestaan kon leiden, zo is in Mulisch' visie het kunstwerk een middel tot verheldering van het bestaan. Niet overigens doordat het dit `verklaart', maar juist doordat het het onbenoembare mysterie daarvan in verhevigde vorm voelbaar maakt: `Het beste is het raadsel te vergroten' (Manifesten, 1958). Symbool voor dit levensraadsel is de vermeende grondlegger van de alchemie, de `opvolger' van de Egyptische Thoth Hermes Trismegistus. Het bijzondere van Mulisch is dat hij deze esoterische leren, nl. neoplatoonse mystiek en alchemie, bruikbaar maakt voor de opbouw van een hoogst persoonlijke artistieke mythe die eigen leven en eigen tijd plaatst in de continuïteit van een eeuwenoude, in het kunstwerk weer geactualiseerde traditie.
Of opnieuw te lezen. Zelf ben ik niet zo'n fan van Harry Mulish. Maar ik ben misschien bevooroordeeld omdat je in mijn jonge jaren hem niet goed mocht vinden ..
Propria Cures: "Bestrijd het leed dat Mulisch heet"
en Gerard Reve: "Harry Mulisch, nix als vullis"
e.d.
De compositie van de wereld was voor mij een boek waar ik ook niet doorheen kon komen. Verder vond ik het ook weer een samenstelling van elders gelezen zaken. Waarmee ik niet wil zeggen dat Harry Mulisch het niet allemaal goed doordacht had en er serieus naar leefde ..
http://www.dbnl.org/tekst/bork001nede01 ... 1_0915.php